2007
Een wagen vol heiligen
September 2007


Van vriend tot vriend

Een wagen vol heiligen

‘[Gij] zult […] naar het huis des gebeds gaan en uw offeranden offeren op mijn heilige dag’ (LV 59:9).

Afbeelding

Ik ben opgegroeid in Monterrey, in de Mexicaanse deelstaat Nuevo León. Mijn ouders waren getrouwe heiligen der laatste dagen en ik kan me niet herinneren dat we ooit niet naar de kerk gingen. Toen ik vijf of zes jaar oud was, had mijn vader een oude kiepwagen die hij gebruikte om bouwmaterialen en tuinaarde te transporteren. Elke zondag klommen mijn zusjes en ik achterin die wagen terwijl mijn vader en moeder in de cabine gingen zitten. Daarna reden we naar het huis van mijn nichtjes, waar hun familie erbij klom. En daarna haalden we de familie Gonzales op en de familie Solanos enzovoorts. Tegen de tijd dat we bij de kerk kwamen, hadden we geen kiepwagen vol aarde, maar vol heiligen.

Sommige mensen die daar in de buurt woonden vonden het erg vermakelijk om meer dan twintig mannen, vrouwen en kinderen in witte overhemden en stropdassen of zondagse jurken uit een stoffige kiepwagen te zien komen. Elke zondag kwamen er omwonenden naar buiten om het spektakel te zien. Ze lachten om ons, maar het bracht ons helemaal niet in verlegenheid. We waren blij dat we naar de kerk konden. Gedurende de jaren zestig deden we dit twee keer op een zondag.

Toen de wagen er niet meer was, liepen we naar de kerk. Zelfs als het regende of koud of snikheet was, liepen we naar de kerk, ook al duurde het een uur om er te komen en een uur om terug te lopen. En in die tijd hadden we zowel ’s morgens als ’s middags kerkbijeenkomsten. We gingen altijd naar allebei.

Toen ik na vele jaren terugkeerde naar Monterrey, was elke medepassagier uit die kiepwagen nog steeds actief in de kerk. Door die ervaring werden we eensgezind en sterk. Ik ga ook nog steeds naar alle kerkbijeenkomsten. Hoe kan ik nou minder doen dan toen?

Kinderen, ga naar de kerk. Ga te voet. Ga met de auto. Ga met een kiepwagen. Maar ga naar de kerk.