2007
Extra ideeën voor de participatieperiode, september 2007
September 2007


Extra ideeën voor de participatieperiode, september 2007

Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘De Meester dienen’ op pp. K4 en K5 van De Kindervriend in deze uitgave.

  1. Leg uit dat ‘Ga heen, doe gij evenzo’ (Lucas 10:37) de laatste regel is van een heel belangrijk verhaal dat Jezus heeft verteld. Laat Evangelieplaat 218 zien (De barmhartige Samaritaan). Leg aan de hand van de achterkant van de plaat uit waarom Jezus dit verhaal vertelde. Lees de woorden van Jezus in Lucas 10:30–37 voor en laat de kinderen meelezen. Laat vervolgens vier kinderen het verhaal uitbeelden. (Zie ‘Toneelstukjes’, Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], pp. 175–176.) Laat de kinderen de priester, de Leviet, de Samaritaan en de gewonde man spelen. Lees het verslag uit de Schriften voor terwijl de kinderen het verhaal uitbeelden.

    Verwijs opnieuw naar ‘Ga heen, doe gij evenzo.’ Leg uit dat Jezus het verhaal onder andere vertelde om de mensen te leren hoe ze een goede buur konden zijn. Vraag de kinderen hoe ze op de Samaritaan kunnen lijken. Laat aan de oudere kinderen het boekje Geloof in God zien. Lees de ideeën voor onder ‘Anderen dienen’ op de pagina’s K8 en K9. Moedig de kinderen aan om meer op Jezus te lijken door anderen te dienen.

    Voor jongere kinderen: Wijs verschillende lichaamsdelen aan. Vraag de kinderen hoe ze die lichaamsdelen kunnen gebruiken om anderen te dienen. Over de voeten kunnen ze bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik kan voor mijn moeder iets naar een andere kamer brengen.’ Of over de oren: ‘Ik kan naar mijn ouders luisteren.’

    Door zijn woorden en voorbeeld leerde Jezus ons dienen. Zing: ‘Ik wil graag als Jezus worden’ (Kinderliedjes, p. 40.) Deel de kinderen op in groepjes. Laat ieder groepje een regel zingen en naar zichzelf wijzen als ze het woord ‘ik’ zingen. Laat alle groepjes gezamenlijk het refrein zingen. Getuig dat onze hemelse Vader en Jezus ons liefhebben. Jezus heeft zijn grote liefde laten zien door zijn leven voor ons te geven. Getuig dat Hij de Zoon van God is.

  2. Laat een boek zien dat van grote vellen papier is gemaakt, met op de voorkant de woorden: ‘Het mysterie M217.’ Sla de eerste bladzijde van het boek op en lees: ‘Wat is M217? Tip: Het is een tekst over dienstbetoon.’ Laat de kinderen u helpen bij het oplossen van het mysterie door naar de tekst te zoeken. (Mosiah 2:17.) Laat de helft van de kinderen de inhoudsopgave van de Bijbel opslaan en boeken opzoeken die met de letter M beginnen. Laat de andere helft de inhoudsopgave van het Boek van Mormon opslaan en hetzelfde doen. Laat de kinderen in ieder boek dat met een M begint de verwijzing 2:17 opzoeken. (Bijvoorbeeld: Maleachi 2:17.) Leg uit dat de verwijzing 2:17 niet in ieder boek voorkomt. Vertel opnieuw dat ze op zoek zijn naar een specifieke tekst over dienstbetoon.

    Wanneer de kinderen Mosiah 2:17 hebben gevonden, laat u ze die tekst in hun Schriften markeren. Leg uit dat er in die tekst staat hoe we de Heer moeten dienen. Laat de volgende bladzijde van het boek zien, met daarop ‘dat wanneer gij in dienst van uw medemensen zijt, gij louter in dienst van uw God zijt.’

    Laat de kinderen de bladzijden van uw boek omslaan, waarop staat hoe wij God kunnen dienen. Bespreek hoe de mensen op de volgende Evangelieplaten dienstbaar zijn: 612 (Zendelingen brengen het evangelie van Jezus Christus); 611 (De bisschop); en 607 (Een meisje houdt een toespraak in de kerk). Voeg verschillende platen van het jeugdwerk toe om te laten zien hoe we thuis kunnen helpen. Bespreek manieren waarop de kinderen anderen kunnen dienen en daarmee ook Jezus Christus dienen.

    Deel vellen papier uit zodat de kinderen hun eigen boek kunnen maken. Laat de kinderen hun vellen papier in de helft vouwen. Laat ze op de buitenkant ‘Het mysterie M217’ zetten en de tekst op de binnenzijde van de omslag citeren. Moedig ze aan om te tekenen of op te schrijven hoe ze de komende week de Heer zullen dienen. Moedig ze aan om hun boek tijdens de gezinsavond aan de andere gezinsleden te laten zien. Spoor ze ook aan om gedurende de week liefdediensten te verrichten. Leg uit dat ons geloof in Jezus Christus groeit als we anderen dienen.