2007
Wist je?
September 2007


Wist je?

Dagboekideeën

Als je moeite hebt om onderwerpen te bedenken waarover je in je dagboek kunt schrijven, begin dan eens hiermee: ‘Het allereerste wat ik mij uit mijn kinderjaren herinner is …’ of ‘Mijn fijnste schoolherinnering is …’ of ‘Een geestelijke ervaring die ik onlangs heb gehad, was …’.

President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd: ‘Zorg ervoor dat je een notitieblok hebt, jongelieden, een dagboek dat de tand des tijds kan doorstaan. En misschien zullen de engelen er voor eeuwig uit citeren. Begin vandaag en schrijf erin wat je meemaakt, je diepste gedachten, je successen en mislukkingen, je vriendschappen en overwinningen, je indrukken en je getuigenis.’ (‘The Angels May Quote from It’, Tambuli, juni 1977, p. 17.)

Tip voor leidinggevenden

President David O. McKay (1873–1970), de negende president van de kerk, heeft enkele eigenschappen besproken die kenmerkend zijn voor een geslaagd leider of leerkracht:

  1. ‘Rotsvast geloof in het evangelie van Jezus Christus als het helderste licht van de wereld en een oprecht verlangen om Hem te dienen. Deze toestand van de ziel zal leiden tot het gezelschap en de leiding van de Heilige Geest.’

  2. ‘Ongeveinsde liefde voor de (…) leden, gedreven door vastberadenheid om eerlijk en onpartijdig met elk lid van de kerk om te gaan. Eer het (…) lid, dan zal het (…) u eren.’

  3. ‘Grondige voorbereiding. Een geslaagd leider kent zijn [of haar] taken en plichten en kent de leden aan wie hij [of zij] leiding moet geven.’

  4. ‘Opgewektheid — geen geforceerde, maar natuurlijke opgewektheid die spontaan ontspringt aan een ziel vol hoop.’ (Conference Report, oktober 1968, p. 144.)

In één woord

Geestelijke dood: de geestelijke dood houdt in dat we van God zijn afgesneden. Er zijn twee oorzaken voor een geestelijke dood: de val en onze eigen ongehoorzaamheid.

‘Door de val van Adam van de tegenwoordigheid des Heren […] afgesneden, wordt [het hele mensdom] als dood beschouwd, zowel met betrekking tot stoffelijke als tot geestelijke dingen’ (Helaman 14:16). Gedurende ons leven op aarde zijn we afgesneden van Gods tegenwoordigheid. Jezus Christus verlost met zijn verzoening iedereen van de geestelijke dood. ‘De opstanding van Christus verlost het mensdom, ja, het ganse mensdom, en brengt het terug in de tegenwoordigheid des Heren’ (Helaman 14:17).

Een verdere geestelijke dood is het gevolg van onze zonden, die ons onrein maken, waardoor we niet in de tegenwoordigheid van God kunnen wonen (zie Helaman 14:18). De Heiland biedt ons de verlossing van deze geestelijke dood aan, maar alleen op voorwaarde dat we geloof in Hem oefenen, ons van onze zonden bekeren, en de beginselen en verordeningen van het evangelie gehoorzamen (zie Helaman 14:19). (Zie Trouw aan het geloof [2004], ‘Dood, geestelijke’, p. 17.)

‘Als je je niet volledig aan het evangelie toewijdt — met je hele “hart, macht, verstand en sterkte” (LV 4:2) — kun je niet genoeg geestelijk licht opbrengen om de duisternis te verdringen.’

Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Uit de duisternis in zijn prachtige licht’, Liahona, juli 2002, pp. 77–79.