De Heiland herkennen

Ik zat met enkele vriendinnen midden in het cafetaria van onze middelbare school aan tafel toen het onderwerp van de wederkomst van Christus ter sprake kwam. Mijn vrienden waren niet erg godsdienstig, maar ze waren vaak genoeg naar de kerk geweest om van de geprofeteerde gebeurtenis te hebben gehoord. Ze wisten ook dat ik geregeld naar de kerk ging en vast in de Heiland geloofde.

We hadden het er een tijdje over en in antwoord op hun vragen vertelde ik dat niemand precies weet wanneer Christus wederkomt. Een van mijn vriendinnen zei heel ernstig tegen mij: ‘Jade, als de wederkomst gauw gebeurt en Jezus Christus komt, dan herken ik Hem misschien niet. Wijs jij Hem voor me aan?’

Natuurlijk zei ik ja, en we begonnen over iets anders te praten.

Mijn vriendinnen hebben waarschijnlijk nooit meer aan dat gesprek teruggedacht, maar ik wel – vaak zelfs. Mijn vriendinnen namen door wat ik zei en deed aan dat ik de Heiland kende. In feite rekenden ze erop dat ik Hem kende! Maar ken ik Hem echt? Zou ik ja kunnen zeggen op Alma’s vraag ‘Hebt gij zijn beeld in uw gelaat ontvangen’ (Alma 5:14)?

De vraag die mijn vriendin zo nonchalant stelde, heeft er al vaak toe geleid dat ik mijn relatie met de Heiland opnieuw geëvalueerd heb. Zijn bijvoorbeeld mijn persoonlijk gebed en schriftstudie zinvol genoeg om mij dichter tot Hem te brengen? Ik hoop het. En ik hoop dat als Christus op een dag komt, ik met een zuiver hart en reine handen voor Hem kan staan. Dan zal ik niet alleen makkelijk in staat zijn Hem te herkennen, maar zal Hij in staat zijn mij te herkennen omdat ik zijn beeltenis in mijn gelaat zal hebben (zie Alma 5:19).