2012
Anderen leren dienen
Augustus 2012


Volg de profeet

Anderen leren dienen

Thomas Spencer Monson werd naar zijn grootvader Thomas Condie genoemd. De jonge Tommy leerde veel van zijn opa, die maar een paar huizen verderop woonde. Hij leerde vooral hoe hij anderen moest dienen.

Op zekere dag, Tommy was toen een jaar of acht, zat hij met zijn opa op de schommelbank op de veranda. Een oudere man uit Engeland woonde ook in die straat. Hij heette eigenlijk Robert Dicks, maar de meeste mensen uit de buurt noemden hem gewoon ‘ouwe Bob’. Hij was een arme weduwnaar.

Ouwe Bob kwam aanlopen en ging bij Tommy en zijn opa op de schommelbank zitten. Hij zei dat het huisje van steenklei waarin hij woonde, gesloopt zou worden. Hij had geen familie, geen geld en kon nergens naar toe.

Tommy vroeg zich af hoe zijn grootvader op het trieste verhaal zou reageren. Zijn opa stak zijn hand in zijn zak en haalde een kleine leren portemonnee tevoorschijn. Hij pakte er een sleutel uit en legde die in de hand van ouwe Bob. ‘Meneer Dicks,’ zei hij liefdevol, ‘u mag uw spullen in mijn lege huis hiernaast zetten. Het kost u geen cent en u mag er net zo lang blijven als u wilt. En weet dat niemand u er ooit weer uit zal zetten.’ Er kwamen tranen in ouwe Bobs ogen.

Tommy’s moeder leerde hem ook hoe hij anderen moest liefhebben en dienen. Elke zondag voordat de familie Monson ging eten, maakte Tommy’s moeder een bord met roastbeef, aardappels en jus voor ouwe Bob klaar. Soms deed Tommy’s moeder er nog een stuk van haar befaamde taart bij, met laagjes roze, witte en groene cake en daarop een laagje chocoladeglazuur. Tommy moest het eten dan naar ouwe Bob brengen.

Tommy snapte eerst maar niet waarom hij niet eerst zelf kon eten en daarna het bord brengen. Maar hij klaagde nooit. Hij rende altijd vlug naar het huis van ouwe Bob, het volle bord in evenwicht houdend. Daarna wachtte hij ongedurig terwijl ouwe Bob langzaam naar de deur sjokte.

De twee ruilden dan van bord — Bobs schone bord van de zondag daarvoor en Tommy’s volle bord met eten. Bob bood hem vervolgens een dubbeltje aan voor de gedane moeite.

Tommy’s antwoord was altijd hetzelfde: ‘Ik kan het geld niet aannemen. Mijn moeder zou me levend villen.’

Dan gaf de oude heer een klopje op Tommy’s blonde haar en zei: ‘Jongen, je hebt een geweldige moeder. Bedank haar maar voor me.’ Wanneer Tommy het compliment van ouwe Bob aan zijn moeder overbracht, glinsterden haar ogen van tranen.

Naastenliefde betonen, onzelfzuchtig aan anderen geven, anderen voorop stellen en een goede vriend en goede naaste zijn, waren belangrijk bij de familie Monson thuis. Die dingen zijn het leven van president Monson gaan kenmerken.

  • Antwoorden: 1. c; 2. e; 3. f; 4. a; 5. b; 6. d.

Illustratie Paul Mann; foto met dank aan de familie Monson