Het avondmaal: de Heiland indachtig zijn

Het avondmaal is een heilige priesterschapsverordening die we elke zondag verrichten. Jezus Christus stelde deze verordening in toen Hij op aarde was en herstelde die in deze tijd door middel van de profeet Joseph Smith. Ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘De verordening van het avondmaal maakt van de avondmaalsdienst de heiligste en belangrijkste bijeenkomst in de kerk.’¹

De Heer heeft ons geboden iedere zondag samen te komen en van het avondmaal te nemen (zie LV 20:75). Het brood en het water worden door Aäronisch-priesterschapsdragers gezegend en rondgediend aan de leden van de wijk of gemeente. Zij nemen van het avondmaal ter gedachtenis aan het lichaam en het bloed van Jezus Christus. Daarbij hernieuwen ze hun voornemen om de verbonden na te komen die ze bij hun doop met God hebben gesloten. Zij beloven in het bijzonder Jezus Christus altijd indachtig te zijn, zijn naam op zich te nemen en zijn geboden te onderhouden (zie LV 20:77).

De juiste voorbereiding op deelname aan het avondmaal behelst bekering, het verlangen om de Heiland te volgen en ‘een gebroken hart en een verslagen geest’ (3 Nephi 9:20). Nemen van het avondmaal is een wekelijkse gelegenheid tot zelfonderzoek en hernieuwde toewijding. Eerbied en gebed dragen aan de beleving ervan bij. Leden die ernstige zonden hebben begaan, dienen niet van het avondmaal te nemen tot ze zich bekeerd hebben. Daaronder valt het belijden van hun zonden aan hun bisschop of gemeentepresident (zie 3 Nephi 18:28–30).

Waardig aan het avondmaal deelnemen resulteert in grote zegeningen. Denk bijvoorbeeld aan de vergeving van zonden, het gezelschap van de Heilige Geest en heiliging door de verzoening.

1. Jezus Christus stelde het avondmaal de avond vóór zijn kruisiging onder zijn twaalf apostelen in (zie Lucas 22:19–20).

2. Na zijn opstanding heeft de Heiland het avondmaal in Amerika ingesteld (zie 3 Nephi 18:1–11).

3. Het avondmaal wordt op aanwijzing van de bisschop of gemeentepresident door dragers van het Aäronisch priesterschap voorbereid, gezegend en rondgediend.

4. Tijdens de avondmaalsdienst concentreren we ons op aanbidding en onthouden we ons van bezigheden die anderen kunnen afleiden.

5. We denken aan het leven, het voorbeeld, de leringen en de verzoening van de Heiland terwijl we eerbiedig van het avondmaal nemen.