2012
Een offer maar ook een genoegen
Augustus 2012


Een offer maar ook een genoegen

Ik raakte mijn verlangen om op zending te gaan bijna kwijt omdat ik genoot van het geld dat ik verdiende

Toen ik zes jaar was, kwam mijn moeder met de zendelingen in aanraking en werd ze in Ghana (Afrika) lid van de kerk. Mijn vader had haar met vijf kinderen in de steek gelaten, maar ons gezin bleef sterk dankzij de leringen van de kerk. We hielden van elkaar en er heerste vrede bij ons thuis. Ik ging graag met mijn moeder mee naar de kerk en genoot van het jeugdwerk en later het seminarie.

Ik werd als jongeman tot wijkzendeling geroepen en vond het heerlijk om met de zendelingen op pad te gaan. Ik zag ook enkele jongens uit onze wijk op zending gaan. Na hun terugkeer waren ze veranderd. Ze waren een stuk verstandiger en volwassener, zowel lichamelijk als geestelijk. Mijn oudere broer ging ook op zending. Toen hij weer terug was, zag ik dat zijn gedrag in allerlei opzichten verbeterd was. Ik vroeg me steeds af: Hoe komt het toch dat al die mensen door een zending zo veranderen en groeien? Ik keek ernaar uit om op zending gaan.

Na de middelbare school ging ik werken om geld voor een zending bij elkaar te verdienen. Ik raakte mijn verlangen om op zending te gaan al snel kwijt omdat ik genoot van het geld dat ik verdiende. Het zou een offer zijn om op zending te gaan, want het geld dat ik verdiende kwam ook ons gezin ten goede. Telkens wanneer ik mijn zendingspapieren aan het invullen was, dacht ik aan het geld dat ik op zou geven en liet ik de papieren voor wat ze waren en bleef werken.

Ik voelde me slecht toen mijn vrienden op zending gingen, want ik wist dat ik me er eigenlijk ook op moest voorbereiden. Daardoor ging ik mezelf eens goed onder de loep nemen. Ik dacht: de profeet en mijn leiders steunen is niet alleen mijn rechterhand opsteken. Het betekent doen wat ze zeggen en de geboden van onze hemelse Vader gehoorzamen.

Nu was het tijd om een zending te vervullen, dus leverde ik mijn zendingspapieren bij de bisschop in. Het was bijna de gelukkigste dag van mijn leven. De gelukkigste was de dag waarop mijn bisschop me in zijn kantoor riep en me een witte envelop overhandigde met mijn zendingsoproep naar het zendingsgebied Ibadan (Nigeria). Ik was ongelooflijk blij.

In het opleidingscentrum voor zendelingen kreeg ik les in de leerstellingen van het evangelie en leerde ik geweldige dingen. Ik heb ook mijn begiftiging in de tempel ontvangen. Ik ben zo dankbaar dat ik voor een zending gekozen heb. Ik heb er geen moment spijt van gehad. Ik ben ook geestelijk gegroeid op mijn zending. Dat komt naar mijn mening omdat ik mensen help dezelfde zegeningen van het evangelie te ontvangen die mij en mijn familie zoveel vreugde gebracht hebben.

Foto met dank aan Edward M. Akosah