2015
Wij geloven nederig te moeten zijn
Augustus 2015


Wat wij geloven

Wij geloven nederig te moeten zijn

‘De hoogmoedigen vrezen het oordeel van de mens meer dan het oordeel van God. “Wat zullen de mensen van mij denken?” weegt voor hen zwaarder dan “Wat zal God van mij denken?”’ — President Ezra Taft Benson

Als we lid van de Kerk van Jezus Christus worden, sluiten we een verbond om Hem altijd indachtig te zijn, zijn naam op ons te nemen en zijn geboden te onderhouden (zie LV 20:77). Elke zonde weerhoudt ons ervan om dat verbond na te leven, maar er is één zonde die we vooral moeten vermijden, omdat ze tot veel andere zonden leidt: hoogmoed.

‘De meesten van ons beschouwen hoogmoed als een vorm van egoïsme, verwaandheid, eigendunk, aanmatiging of hooghartigheid’, heeft president Ezra Taft Benson (1899–1994) gezegd. ‘Dat zijn inderdaad allemaal bestanddelen van deze zonde, maar de kern ontbreekt nog.’ Hij zei vervolgens: ‘Bij hoogmoed staat vijandschap [of haat] centraal: vijandschap tegen God en vijandschap tegen onze medemens.’1

Vijandschap tegen God is ‘in de geest van “mijn wil en niet de uwe geschiede”. […] De hoogmoedigen kunnen Gods gezag en leiding niet in hun leven accepteren. […] De hoogmoedigen willen dat God het met hen eens is. Zij voelen er niets voor hun inzichten te veranderen om ze te laten stroken met die van God.’2

Vijandschap tegen onze medemens manifesteert zich op legio manieren: ‘vitten, roddelen, kritiseren, morren, de tering niet naar de nering willen zetten, afgunstig zijn, begeren, het onthouden van dankbaarheid en lof die een ander zouden kunnen opbeuren, niet willen vergeven en jaloers zijn.’3

Hoogmoed belemmert onze vooruitgang, schaadt onze relaties en beperkt ons dienend vermogen. President Benson heeft deze oplossing voorgesteld: ‘Het tegengif voor hoogmoed is nederigheid — zachtmoedigheid, onderworpenheid. Het is het gebroken hart en de verslagen geest.’4 Hij heeft verder gezegd: ‘Nederigheid geeft gehoor aan Gods wil — aan de vrees voor zijn oordelen en aan de behoeften van onze medemens. […] Laten wij ervoor kiezen nederig te zijn.’5

In de volgende afbeeldingen is te zien hoe wij ervoor kunnen kiezen om nederig te zijn.

Afbeelding
Product Shot from August 2015 Liahona

Noten

  1. Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson (2014), 247.

  2. Leringen: Ezra Taft Benson, 247–248.

  3. Leringen: Ezra Taft Benson, 251.

  4. Leringen: Ezra Taft Benson, 254.

  5. Leringen: Ezra Taft Benson, 245, 254.

We kunnen blijk geven van nederigheid door:

raad en bijsturing aan te nemen.

onbaatzuchtig te dienen.

op zending te gaan.

familiehistorisch werk te doen en vaker naar de tempel te gaan.

oprecht te bidden.

Uit Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson (2014), 254–255.

Illustraties David Habben