2015
In geloof wachten
Augustus 2015


In geloof wachten

De auteur woont in Ceará (Brazilië).

Ik moest jarenlang wachten, maar gaf de hoop niet op dat mijn ouders lid van de kerk zouden worden.

Afbeelding
Illustration depicting a young women whose arms are the hands of a clock.

Illustratie Joel Castillo

Ik leerde de kerk kennen door mijn tante en oom die dicht bij ons woonden. Ik was toen zeven jaar en ging graag naar de kerk om bij de andere kinderen te zijn. Mijn ouders waren geen lid, maar ze vonden het niet erg dat ik ’s zondags met mijn oom en tante naar de kerk ging. Mijn ouders hadden veel liever dat ik bij een christelijke kerk betrokken was dan dat ik me op straat in de nesten werkte.

De zendelingen kwamen ons vaak thuis onderwijzen. Mijn ouders vonden de lessen fijn, maar ze wilden het evangelie niet aanvaarden. Ze zeiden dat ze nog niet klaar waren omdat de doop een serieuze aangelegenheid was. De zendelingen bleven bij ons langskomen, maar gingen vanwege de antwoorden van mijn ouders telkens teleurgesteld weg. Maar ik wist dat ze zich op een dag zouden laten dopen.

Toen ik acht was, was ik klaar om het doopverbond te sluiten. Mijn moeder vroeg me of ik er zeker van was dat ik dat wilde. Ze zei dat ik na mijn doop niet meer kon terugkrabbelen en dat die verordening mijn hele leven zou veranderen. Ik zei dat ik er sinds de eerste dag in het jeugdwerk van had gedroomd om me te laten dopen.

Na mijn doop en bevestiging bleef ik naar de kerk gaan, maar mijn ouders kwamen zelden naar onze jeugdwerkactiviteiten. Het was pijnlijk om alle andere kinderen met hun ouders te zien. Maar ik hoopte dat ze zich op een dag zouden laten dopen en dat we in de tempel aan elkaar verzegeld zouden worden. Dan zou mijn grootste wens uitkomen.

In mijn tienerjaren bleven de zendelingen mijn ouders onderwijzen, maar ze wilden zich nog steeds niet laten dopen. Ze gingen wel af en toe naar de kerk en dat gaf me een beetje hoop. Ik hoopte nog steeds dat mijn ouders lid van de kerk zouden worden, maar ik begon te vrezen dat het er in dit leven niet meer van zou komen.

Toen ik zeventien was, vergezelde mijn moeder me op een mooie zondagochtend naar de kerk. Op weg naar huis zei ze iets dat ik nog steeds in mijn verstand en hart kan horen en voelen. Ze zei dat ze zich wilde laten dopen. Ik was stomverbaasd! Ik had er zo lang op gewacht en vroeg me af of ik aan het dromen was. In mei 2010 liet mijn moeder zich dopen. Het was een hele mooie dag.

Na de doop keek ik naar mijn vader en zei: ‘Nu ben je de enige die niet gedoopt is.’ Hij zei dat het nog lang zou duren omdat hij het verlangen niet had om zich te laten dopen. Dat maakte me verdrietig — een deel van mijn wens was uitgekomen, maar de rest leek nog ver weg. Het was moeilijk, maar ik was ervan overtuigd dat er iets zou veranderen. Ik was erg blij toen mijn gebeden twee maanden later weer verhoord werden en mijn vader zich liet dopen. Ik was nog nooit zo gelukkig geweest. Het leek wel alsof de hemelen me toezongen.

Toen mijn ouders lid van de kerk geworden waren, besefte ik dat er weer een deel van mijn wens in vervulling gegaan was, maar dat we nog in het huis van de Heer aan elkaar verzegeld moesten worden. Mijn ouders zeiden dat ze zich nog niet klaar voelden, niet genoeg geld voor de reis naar de Recifetempel (Brazilië) hadden, en dat er tijdens de reis niemand op ons huis kon passen. Ik was verdrietig, maar bleef om die zegening bidden omdat ik wist dat de Heer mijn gebeden zou verhoren.

Na een tijdje begon mijn moeder een sterk verlangen te krijgen om naar de tempel te gaan, hoewel mijn vader het bleef uitstellen. Na vele gesprekken met de bisschop besloten ze beiden naar de tempel te gaan. Ik was buiten mezelf van blijdschap!

In september 2011 ging ik met mijn ouders voor de allereerste keer naar de tempel. Ik werd er aan mijn ouders verzegeld en kan in alle eerlijkheid zeggen dat dit na elf jaar wachten de beste dag van mijn leven was.

Ik ben mijn hemelse Vader erg dankbaar voor alles wat Hij me gegeven heeft, en voor het beantwoorden van mijn gebeden en vervullen van mijn grootste wens, namelijk ons hele gezin in het huis van de Heer zien.

Illustratie Joel Castillo