De oprichting van de Kerk van Jezus Christus

Laat de cursisten zich voorstellen dat ze een vriendin uitnodigen om naar de kerk te komen, maar dat die zegt: ‘Er is niets mis met de kerk, maar ik denk dat ik zonder georganiseerde godsdienst een goed mens kan zijn. Ieder volgt zijn eigen pad naar God, toch?’

• Welke misvattingen weerhouden je vriendin ervan om de waarde van de kerk van de Heer te begrijpen?

Laat de cursisten een paar minuten in kleine groepjes bespreken hoe ze aan die vriendin kunnen uitleggen waarom de Heer een kerk op aarde heeft gesticht. (Moedig de cursisten aan om te gebruiken wat ze in het voorbereidend materiaal hebben bestudeerd.)

Toon de onderstaande afbeeldingen van het huis van Peter Whitmer sr. in Fayette (New York). Laat de cursisten vertellen wat ze in deel 1 van het voorbereidend materiaal te weten zijn gekomen over de dag waarop de kerk in het huis van de familie Whitmer werd gesticht.

Afbeelding

Houten huis van Peter Whitmer

Afbeelding

Joseph Smith spreekt de gemeente toe

Lees samen Geloofsartikelen 1:6, en zoek op wat Joseph Smith over de organisatie van de Kerk van Jezus Christus heeft geschreven. Leg zo nodig uit dat met ‘evangelisten’ patriarchen worden bedoeld, en dat ‘herders’ presiderende functionarissen zijn, zoals bisschoppen.

• Wat kunnen we hieruit leren? (We kunnen bijvoorbeeld leren dat de kerk van de Heer in de laatste dagen op dezelfde manier is georganiseerd als in de tijd van Jezus.)

Laat een cursist de tweede alinea van het citaat van broeder Tad R. Callister in deel 2 van het voorbereidend materiaal voorlezen. Het begint met de woorden: ‘Wie de blauwdruk van de oorspronkelijke kerk van Christus zou vergelijken…’

Laat de volgende tekstverwijzingen zien. Laat de cursisten er een of meer uitkiezen, doorlezen, en opzoeken wat er in staat over de organisatie, gebruiken en leringen van de nieuwtestamentische kerk van de Heiland.

• Mattheüs 16:18–19

• Mattheüs 28:16–19

• Lukas 9:1–2; 10:1–2

• Handelingen 8:14–17

• Efeze 2:19–20

• Efeze 4:11–15

• Jakobus 5:14–15

• 1 Korinthe 15:29

Opmerking: Deze activiteit hoeft niet uitgebreid of tijdrovend te zijn. De bedoeling is alleen dat de cursisten inzien dat de herstelde kerk van de Heer volgens het patroon van zijn vroegere kerk is georganiseerd.

• Welke overeenkomsten zie je tussen de oorspronkelijke kerk van Christus en de kerk in onze tijd? Waarom is het belangrijk om te weten dat de kerk van de Heer in onze tijd is georganiseerd volgens het patroon van zijn vroegere kerk?

Leg uit dat de Heer zo’n anderhalf jaar na de oprichting van de kerk heeft uitgelegd dat zijn herstelde kerk uniek is. Laat de cursisten Leer en Verbonden 1:30 in stilte doorlezen, en de woorden van de Heer opzoeken.

• Hoe beschreef de Heer zijn kerk in vers 30? (Zorg ervoor dat de cursisten de volgende leerstellige verklaring noemen: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is de enige ware en levende kerk op aarde.)

Stel de volgende vragen om de cursisten dit beginsel beter te laten begrijpen. Moedig de cursisten tijdens de bespreking aan om te bedenken wat ze uit deel 2 van het voorbereidend materiaal hebben geleerd.

• Hoe zou je beleefd maar duidelijk kunnen uitleggen waarom deze kerk ‘de enige ware en levende kerk op het oppervlak van de gehele aarde’ is?

• Waarom is dit een ‘levende’ kerk? (Misschien kunt u een afbeelding van iets levends laten zien, zoals een plant, en de cursisten vragen welke kenmerken iets levends onderscheiden van iets wat niet leeft of dood is.)

• Waarom is het belangrijk om te begrijpen dat de kerk blijft groeien en zich door openbaring van de Heer blijft aanpassen, hoewel de eeuwige waarheden van het evangelie van de Heiland niet veranderen?

• Door welke ervaringen ben je te weten gekomen dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen de ware, levende kerk van de Heiland is?

Laat het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen zien. Vraag een cursist het voor te lezen:

Afbeelding

Ouderling D. Todd Christofferson

Het is het waard om na te gaan waarom Jezus Christus ervoor kiest een kerk te gebruiken, zijn kerk, om zijn werk en het werk van zijn Vader uit te voeren. (‘Waarom de kerk er is’, Liahona, november 2015, 108.)

• Waarom zou Jezus Christus ervoor kiezen een kerk te gebruiken, zijn kerk, om zijn werk en het werk van zijn Vader uit te voeren?

Lees met de klas Moroni 6:3–6 en Leer en Verbonden 43:8–9, en zoek naar de doelen en zegeningen die met het lidmaatschap van en dienstbetoon in de kerk van de Heer verbonden zijn. Laat de cursisten vertellen wat ze uit deze passages hebben geleerd.

Geef de cursisten even de tijd om de citaten van ouderling Christofferson en zuster Bonnie L. Oscarson uit deel 3 van het voorbereidend materiaal door te nemen.

• Welke leringen in die citaten vond je belangrijk? (Als de cursisten geantwoord hebben, laat u het volgende beginsel zien: De Heer heeft zijn kerk gesticht als hulpmiddel om tot Hem te komen, de volledige zegeningen van zijn evangelie te ontvangen, en anderen te dienen.)

Laat de cursisten over alle elementen van die uitspraak nadenken. Laat ze daarna vertellen hoe ze dat in hun eigen leven hebben ervaren. U zou de volgende vervolgvragen kunnen stellen:

• Wat zijn de ‘volledige zegeningen’ van het evangelie van de Heer?

• Wat is de rol van de kerk in jouw streven om meer op je hemelse Vader te gaan lijken?

Geef de cursisten de tijd om over de volgende vraag na te denken en hun gedachten op te schrijven:

• Hoe kan ik actiever in de kerk deelnemen en meewerken om haar doelen te bereiken?

Geef de cursisten voldoende tijd, en vraag dan wat ze vandaag hebben geleerd zodat ze de vragen van een vriendin kunnen beantwoorden, zoals in het scenario aan het begin van de les. Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les aan bod zijn gekomen.