Het plan van onze hemelse Vader en ons goddelijke potentieel

Vraag de cursisten wat de meeste christenen en pasgedoopte leden in de begintijd van de kerk over God en het hiernamaals geloofden, voordat Joseph Smith hierover openbaringen van de Heer ontving. (Laat de cursisten zo nodig deel 1 en 3 van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen.)

• Wanneer en hoe openbaarde de Heer volgens het voorbereidend materiaal waarheden over het heilsplan aan Joseph Smith?

• Welke herstelde waarheden over het plan zouden het leven van de heiligen uit de begintijd van de kerk het meest hebben veranderd? Waar kunnen we die waarheden terugvinden? (Zie deel 1 en 3 van het voorbereidend materiaal.)

Laat de cursisten bij de bespreking van deze vragen enkele Schriftteksten uit het voorbereidend materiaal nog eens doornemen, zoals Mozes 1:39 en Abraham 3:22–26. Zorg ervoor dat de cursisten het volgende antwoorden en begrijpen: Gods werk en heerlijkheid is de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (zie Mozes 1:39). Voordat we geboren werden, woonden we als geesten bij onze hemelse Vader (zie Abraham 3:22–23). De Heer heeft de aarde geschapen zodat we een plek zouden hebben waar we kunnen kiezen of we God wel of niet gehoorzamen (zie Abraham 3:24–25).

• Stel je voor hoe je leven eruit zou zien als je niets over het plan van onze hemelse Vader wist. Hoe zou je kennis van het plan jouw gedachten, beslissingen en daden hebben beïnvloed?

Leg uit dat ‘Joseph Smith op 7 april 1844 een toespraak gaf tijdens een conferentie die zijn laatste zou zijn. Nadat hij de heiligen om hun “onverdeelde aandacht” had gevraagd, […] sprak Joseph over goddelijke aard en eeuwige vooruitgang’. (‘King Follett Discourse’, Church History Topics, ChurchofJesusChrist.org/study/church-history.)

Laat een cursist het citaat van Joseph Smith uit zijn King Follett-toespraak voorlezen. Het staat in deel 2 van het voorbereidend materiaal.

• Wat kun je van Joseph Smith over je relatie tot God leren?

Leg uit dat het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen in 1995 een document hebben gepubliceerd met als titel: ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. Daarin staat:

Ieder mens – man of vrouw – is geschapen naar het beeld van God. Ieder is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft ieder een goddelijke aard en bestemming. […]

In het voorsterfelijke leven kenden en aanbaden geestzonen en -dochters God als hun eeuwige Vader, en aanvaardden zijn plan waardoor zijn kinderen een stoffelijk lichaam konden krijgen en aardse ervaringen konden opdoen om vooruitgang te maken op weg naar volmaking en om uiteindelijk hun goddelijke bestemming als erfgenaam van het eeuwige leven te verwezenlijken. (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, www.ChurchOfJesusChrist.org/study/manual/the-family-a-proclamation-to-the-world/the-family-a-proclamation-to-the-world?lang=nld)

• Wat is ons eeuwige potentieel als zonen en dochters van God? (Zorg ervoor dat de cursisten een beginsel in de strekking van het volgende noemen: als geestzonen en -dochters van onze hemelse Vader bezitten wij het potentieel om zoals Hij te worden.)

Toon of stel de volgende vragen. Geef de cursisten een paar minuten om erover na te denken en hun ingevingen op te schrijven.

• Hoe is deze waarheid van invloed op de manier waarop je je relatie tot je hemelse Vader ziet? Hoe beïnvloedt ze de manier waarop je jezelf en de mensen in je omgeving ziet? Welke invloed kan ze hebben op je levenswijze?

Schrijf of hang de woorden Hemel en Hel op het bord, en vraag de cursisten wie volgens de meeste 19e eeuwse christenen naar de hemel of de hel gingen.

Vraag de cursisten wat ze in Leer en Verbonden 76 hebben geleerd over het hiernamaals en het verkrijgen van celestiale heerlijkheid. (Laat de cursisten zo nodig Leer en Verbonden 76:50–54 nog eens doornemen.) U kunt de cursisten ook vragen wat ze van de geopenbaarde waarheden in afdeling 76 over onze hemelse Vader en Jezus Christus hebben geleerd.

Toon het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen:

Afbeelding

Ouderling Jeffrey R. Holland

In de hele kerk hoor ik veel mensen worstelen met: ‘Ik ben gewoon niet goed genoeg.’ ‘Ik schiet zo tekort.’ ‘Ik ga het nooit halen.’ Ik hoor het van tieners. Ik hoor het van zendelingen. Ik hoor het van nieuwe leden. Ik hoor het van mensen die al hun hele leven lid zijn. (Jeffrey R. Holland, ‘Weest u dan volmaakt – uiteindelijk’, Liahona, november 2017, 40.)

Laat de cursisten denken aan momenten in hun leven waarop ze zich zo hebben gevoeld.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 76:40–42, 69 lezen en letten op de cruciale rol van Jezus Christus in ons heil.

• Welke rol speelt Jezus Christus in onze zoektocht naar het eeuwige leven? (Zorg ervoor dat de cursisten een beginsel in de strekking van het volgende noemen: we kunnen alleen door Jezus Christus vervolmaakt worden.)

• Waarom zou het belangrijk zijn om te onthouden dat vervolmaking en verhoging alleen door Jezus Christus mogelijk zijn?

Lees met de klas Leer en Verbonden 93:12–13 en kijk hoe de Heiland zoals onze hemelse Vader werd.

• Wat betekent het volgens jullie dat de Heiland ‘van genade tot genade vorderde totdat Hij een volheid ontving’?

• Hoe helpt het voorbeeld van de Heiland je om niet ontmoedigd te raken in je streven naar het eeuwige leven?

Toon en lees het volgende citaat van ouderling Holland voor:

Afbeelding

Ouderling Jeffrey R. Holland

Ik getuig van die verheven bestemming, binnen ons bereik gebracht door de verzoening van de Heer Jezus Christus, die zelf ‘van genade tot genade ging’ [Leer en Verbonden 93:13] tot Hij in zijn onsterfelijkheid [zie Lukas 13:32] een volmaakte volheid van de celestiale heerlijkheid ontving. Ik getuig dat Hij op dit en elk moment met door spijkers verwonde handen ons diezelfde genade aanreikt, ons vasthoudt en ons aanmoedigt, en weigert ons los te laten tot we veilig thuis zijn in de omhelzing van onze hemelse Ouders. Voor zo’n volmaakt moment blijf ik het proberen, hoe onbeholpen dan ook. Voor zo’n volmaakt geschenk blijf ik danken, hoe gebrekkig dan ook. Ik doe dat in de naam van de Volmaking zelf, Hij die nooit onbeholpen of gebrekkig was maar van ons allen houdt zoals we zijn, ja, de Heer Jezus Christus. (Jeffrey R. Holland, ‘Weest u dan volmaakt – uiteindelijk’, Liahona, november 2017, 42.)

Laat de cursisten even bedenken waar ze op dit moment geestelijk het meest baat bij zouden hebben in hun vooruitgang naar het eeuwige leven. Getuig tot slot dat we dankzij de genade van de Heiland en door zijn voorbeeld te volgen, het eeuwige leven kunnen ontvangen en het celestiale koninkrijk kunnen binnengaan.