‘Er [kon] niets zo uitzonderlijk en zoet zijn als mijn vreugde’

In de Schriften houdt het woord vreugde meestal veel meer in dan kortstondige momenten van genoegen of gevoelens van geluk. In deze context is vreugde een goddelijke eigenschap, die volkomen zal zijn wanneer we weer bij God wonen.³ Vreugde is diepgaander, verheffender en blijvender, en doet meer met ons dan welke vorm van plezier of gemak dan ook.

We zijn geschapen om vreugde te hebben. Dat is onze bestemming als kinderen van onze liefdevolle hemelse Vader. Hij wil ons in zijn vreugde laten delen. De profeet Lehi heeft gezegd dat het Gods plan is dat we ‘vreugde zullen hebben’.⁴ Omdat we in een gevallen wereld leven, lijkt blijvende of eeuwige vreugde vaak buiten ons bereik. Maar in het volgende vers legt Lehi uit dat de Messias is gekomen ‘om [ons] te verlossen van de val’.⁵ Vreugde is mogelijk dankzij onze verlossing door de Heiland Jezus Christus.

De evangelieboodschap is een boodschap van hoop en ‘grote blijdschap’.⁶ Ze is de weg tot vrede en vreugde in dit leven, en een volheid van vreugde hierna.⁷

Deze vreugde waarover we spreken, is een geschenk voor de getrouwen. Daar hangt echter wel een prijskaartje aan. Vreugde wordt niet gratis of zomaar uitgedeeld. Vreugde is gekocht ‘met het kostbaar bloed van [Jezus] Christus’.⁸ Als we de waarde van ware, goddelijke vreugde echt inzagen, zouden we er iedere wereldse bezitting voor opofferen of elke nodige verandering in ons leven voor aanbrengen.

Een machtige, maar nederige koning in het Boek van Mormon begreep dit. Hij vroeg: ‘Wat moet ik doen om uit God te worden geboren, zodat deze goddeloze geest uit mijn borst wordt weggerukt, en om zijn Geest te ontvangen, zodat ik met vreugde word vervuld? […] Zie, zei hij, ik zal alles wat ik bezit opgeven, ja, ik zal afstand doen van mijn koninkrijk om die grote vreugde te kunnen ontvangen.’⁹

De zendeling Aäron beantwoordde deze vraag van de koning: ‘Indien dat uw verlangen is, [buigt] u zich [neer] voor God [en] bekeert [u zich] van al uw zonden.’¹⁰ Bekering is de weg naar vreugde,¹¹ omdat bekering de weg naar de Heiland Jezus Christus is.¹²

Voor sommigen lijkt het misschien tegenstrijdig dat bekering de weg naar vreugde is. Bekering kan soms pijnlijk en moeilijk zijn. We moeten dan toegeven dat onze gedachten en daden, en soms onze overtuigingen, verkeerd waren. Bekering houdt ook in dat we moeten veranderen, en dat is niet altijd prettig. Maar vreugde en gemak zijn niet hetzelfde. Zonde, waaronder de zonde van zelfgenoegzaamheid, beperkt onze vreugde.

De psalmist heeft geschreven: ‘Overnacht ’s avonds het geween, ’s morgens is er gejuich.’¹³ Wanneer we ons van onze zonden bekeren, moeten we ons richten op de grote vreugde daarna. De nachten lijken misschien lang, maar de ochtend zal aanbreken. En o, hoe uitzonderlijk zijn de vrede en heerlijke vreugde wanneer we door de verzoening van de Heiland van zonde en leed zijn verlost.

Denk eens aan de ervaring van Alma in het Boek van Mormon. Hij werd ‘door eeuwige kwelling gepijnigd’ en zijn ziel werd ‘tot het uiterste verscheurd’ wegens zijn zonden. Maar toen hij zich voor barmhartigheid tot de Heiland wendde, ‘kon [hij zich zijn] pijnen niet meer herinneren’.¹⁴

‘En o, wat een vreugde,’ zei hij, ‘en wat een wonderbaar licht zag ik; ja, […] er [kon] niets zo uitzonderlijk en zoet zijn als mijn vreugde.’¹⁵

Dit is de vreugde die is weggelegd voor ieder die zich bekeert en tot Jezus Christus komt.¹⁶ President Russell M. Nelson heeft gezegd:

‘Bekering [geeft] ons toegang tot de kracht van de verzoening van Jezus Christus. […]

‘Als we ons willen bekeren, moeten we veranderen! We staan de Heiland toe om ons in de beste versie van onszelf te veranderen. We kiezen voor geestelijke groei en vreugde – de vreugde van verlossing in Hem. Besluiten we om ons te bekeren, dan besluiten we om meer zoals Jezus Christus te worden!’¹⁷

Bekering brengt ons vreugde, omdat we ons zo openstellen voor de invloed van de Heilige Geest. Als we met de Heilige Geest zijn vervuld, zijn we met vreugde vervuld. En als we met vreugde zijn vervuld, zijn we met de Heilige Geest vervuld.¹⁸ Onze vreugde zal toenemen als we de Geest dagelijks uitnodigen. De profeet Mormon heeft geschreven: ‘Niettemin vastten en baden zij dikwijls, en werden steeds sterker in hun ootmoed, en steeds onwrikbaarder in [hun] geloof in Christus, waardoor hun ziel met vreugde en vertroosting werd vervuld.’¹⁹ De Heer belooft al zijn volgelingen: ‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’²⁰

Wanneer we de vreugde van oprechte bekering hebben geproefd, krijgen we het natuurlijke verlangen om die vreugde met anderen te delen. Onze vreugde neemt toe wanneer we dat doen. Dat is precies wat er met Alma gebeurde.

‘Dit is mijn roem,’ zei hij, ‘dat ik wellicht een werktuig in de handen van God mag zijn om de een of andere ziel tot bekering te brengen; en dat is mijn vreugde.

‘En zie, wanneer ik zie dat velen van mijn broeders werkelijk boetvaardig zijn en tot de Heer, hun God, komen, dan is mijn ziel met vreugde vervuld; dan denk ik aan hetgeen de Heer voor mij heeft gedaan; […] ja, dan denk ik aan zijn barmhartige arm die Hij naar mij heeft uitgestrekt.’²¹

We tonen onze dankbaarheid voor onze Heiland door anderen te helpen bij hun bekering. Dat is ook een bron van grote vreugde. De Heer heeft beloofd:

‘Al ware het zo dat u […] slechts één ziel tot Mij bracht, hoe groot zal dan uw vreugde met hem zijn in het koninkrijk van mijn Vader!

‘En nu, indien uw vreugde groot zal zijn met één ziel die u tot Mij hebt gebracht […], hoe groot zal dan uw vreugde zijn indien u vele zielen tot Mij brengt!’²²

Ik probeer me graag de vreugde voor te stellen die de Heiland telkens moet voelen wanneer we de zegeningen van zijn zoenoffer ontvangen.²³ President Nelson heeft de apostel Paulus aangehaald,²⁴ die het volgende in zijn brief aan de Hebreeën schreef: ‘Laten ook wij afleggen […] de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt […], terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen […] en zit nu aan de rechterhand van de troon van God.’²⁵ We spreken vaak over de pijn en het lijden van de Heiland in Gethsémané en op Golgotha, maar we spreken zelden over de grote vreugde waarnaar Hij moet hebben uitgekeken toen Hij zijn leven voor ons offerde. Hij heeft die pijn en dat leed voor ons doorstaan, opdat wij vreugde kunnen ervaren wanneer we met Hem in de tegenwoordigheid van God terugkeren.

Toen de Heiland het volk in het oude Amerika had toegesproken, uitte Hij zijn grote liefde voor hen met deze woorden:

‘Nu, zie, mijn vreugde is groot, ja, zelfs overvloedig, wegens u […]; ja, en zelfs de Vader verheugt Zich, en tevens alle heilige engelen. […]

‘In [u] heb Ik een volheid van vreugde.’²⁶

Broeders en zusters, ik sluit af met mijn getuigenis, dat ik als een heilig geschenk beschouw. Ik getuig dat Jezus Christus de Heiland en Verlosser van de wereld is. Ik weet dat Hij ieder van ons liefheeft. Zijn enige doel, zijn ‘werk en [z]ijn heerlijkheid’,²⁷ is ons een volheid van vreugde in Hem te helpen ontvangen. Ik heb zelf ondervonden dat dagelijkse bekering en tot Jezus Christus komen de weg naar vreugde is – onvoorstelbare vreugde.²⁸ Daarom zijn we hier op aarde. Daarom heeft God zijn grote plan van geluk voor ons bereid. Jezus Christus is werkelijk ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’²⁹ en de enige ‘naam onder de hemel gegeven waardoor de mens kan worden behouden in het koninkrijk van God’.³⁰ Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.