Een stem van blijdschap!

‘Welnu, wat horen wij in het evangelie dat wij hebben ontvangen? Een stem van blijdschap! Een stem van barmhartigheid uit de hemel; en een stem van waarheid uit de aarde; […] een stem van blijdschap voor de levenden en de doden; blijde tijdingen van grote vreugde.’¹

Broeders en zusters, als we deze woorden van de profeet Joseph Smith horen moet er wel een grote glimlach op ons gezicht verschijnen!

Josephs uitbundige bewoording geeft waarlijk de complete, majestueuze vreugde weer die in het grote plan van geluk van onze hemelse Vader te vinden is. Want Hij heeft ons verzekerd: ‘De mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben.’²

We juichten allemaal van vreugde³ toen we in het voorsterfelijk leven Gods plan van geluk hoorden. En we juichen nog steeds van vreugde als we naar zijn plan leven. Maar wat was eigenlijk de context van deze vreugdevolle uitspraak van de profeet? Wat veroorzaakte deze diepe, oprechte emoties?

De profeet Joseph Smith had over de doop voor de doden gesproken. Dit was beslist een heerlijke openbaring die met grote vreugde werd ontvangen. Toen de leden van de kerk hoorden dat ze zich ten behoeve van hun overleden dierbaren konden laten dopen, waren ze opgetogen. Wilford Woodruff zei: ‘Zodra ik dit hoorde, sprong mijn ziel op van vreugde!’⁴

De doop voor onze geliefde doden was niet het enige beginsel dat de Heer zou openbaren en herstellen. Er was een reeks andere gaven of begiftigingen die God zijn zoons en dochters heel graag wilde schenken.

Tot die andere gaven behoorden priesterschapsgezag, verbonden en verordeningen, huwelijken die eeuwig kunnen duren, de verbinding of verzegeling van kinderen aan hun ouders in Gods familie, en uiteindelijk de zegen van terugkeer naar de tegenwoordigheid van God, onze hemelse Vader, en zijn Zoon, Jezus Christus. Al die zegeningen waren door de verzoening van Jezus Christus mogelijk gemaakt.

Omdat dit voor God de hoogste en heiligste zegeningen waren,⁵ gaf Hij opdracht om heilige gebouwen te bouwen waarin Hij deze kostbare gaven aan zijn kinderen kon verlenen.⁶ Deze gebouwen zouden zijn thuis op aarde zijn. Deze gebouwen zouden tempels zijn, en wat daar in zijn naam en door zijn woord en met zijn gezag op aarde werd verzegeld, of gebonden, zou in de hemel gebonden zijn.⁷

We zouden als leden van de kerk in deze tijd die heerlijke waarheden makkelijk als vanzelfsprekend kunnen gaan beschouwen. We zijn eraan gewend geraakt. Soms helpt het als we ze zien door de ogen van iemand die er voor het eerst van hoort. Dat werd me nog niet zo heel lang geleden duidelijk.

Vorig jaar, net voor de herinwijding van de Tokiotempel (Japan), hebben veel gasten die tempel bezichtigd. Aan een van de rondleidingen nam een oplettend leider van een ander geloof deel. We vertelden onze gast over het geluksplan van onze hemelse Vader, de verlossende rol van Jezus Christus in dat plan, en de leer dat families door de verzegelverordening voor eeuwig verenigd kunnen worden.

Aan het eind van de rondleiding vroeg ik onze vriend wat hij ervan vond. Met betrekking tot het verenigen van families – in verleden, heden en toekomst – vroeg deze goede man oprecht: ‘Begrijpen de leden van uw geloof werkelijk hoe diepgaand deze leer is?’ Hij voegde eraan toe: ‘Dit zou weleens de enige leer kunnen zijn die deze zo verdeelde wereld kan verenigen.’

Wat een frappante uitspraak. Deze man werd niet alleen geraakt door de voortreffelijke architectuur van de tempel, maar vooral door de prachtige diepzinnige leer dat families voor eeuwig verenigd en aan onze hemelse Vader en Jezus Christus verbonden worden.⁸

We hoeven ons niet te verbazen als zelfs iemand buiten ons geloof de majesteit van wat er in de tempel plaatsvindt, herkent. Wat voor ons gewoon of routineus kan worden, wordt soms in zijn glorie en majesteit gezien door hen die het voor het eerst horen of voelen.

Hoewel er in de oudheid tempels waren, is tempelbouw sinds de herstelling van het evangelie van Jezus Christus een van de hoogste prioriteiten van alle profeten vanaf de profeet Joseph Smith geweest. En het is makkelijk te begrijpen waarom.

Toen de profeet Joseph Smith in de doop voor de doden onderwees, openbaarde hij nog een grote waarheid. Hij zei: ‘Laat mij u verzekeren dat dit beginselen zijn in verband met de doden en de levenden waar niet zomaar aan voorbij kan worden gegaan, met betrekking tot ons heil. Want hun heil is noodzakelijk en onontbeerlijk voor ons heil, […] zij [kunnen] zonder ons niet tot volmaking komen – net zomin als wij zonder onze doden tot volmaaktheid kunnen komen.’⁹

Zoals u ziet, wordt de noodzaak van tempels voor het werk voor de levenden en de doden heel duidelijk.

De tegenstander is op zijn hoede. Zijn macht wordt bedreigd door de verordeningen en verbonden in tempels, en hij doet al wat hij kan om dat werk tegen te houden. Waarom? Omdat hij weet hoeveel kracht er van dit heilige werk uitgaat. Met elke nieuwe tempel die wordt ingewijd, komt er meer verlossende macht van Jezus Christus in de wereld om de inspanningen van de tegenstander tegen te gaan en ons te verlossen als wij tot Hem komen. Naarmate het aantal tempels en het aantal mensen dat verbonden naleeft toeneemt, wordt de tegenstander zwakker.

In de begindagen van de kerk maakte men zich soms zorgen als er een nieuwe tempel werd aangekondigd. Men zei dan: ‘Altijd als we van start gaan met de bouw van een tempel, gaan de klokken in de hel luiden.’ Waarop Brigham Young een moedig weerwoord gaf: ‘Ik wil ze weer horen luiden.’¹⁰

We zullen in dit leven nooit aan de oorlog ontsnappen maar we kunnen wel macht over de vijand hebben. Die macht en kracht komen van Jezus Christus wanneer we tempelverbonden sluiten en nakomen.

President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De tijd is aanstaande dat de mensen die de Heer niet gehoorzamen, zullen worden afgescheiden van de mensen die dat wel doen. Onze veiligheid zit bovenal in onze voortdurende tempelwaardigheid.’¹¹

Ik noem nog enkele zegeningen die God ons door zijn profeet heeft beloofd.

Hebt u behoefte aan wonderen? Onze profeet zei: ‘Ik beloof u dat de Heer de wonderen tot stand brengt waarvan Hij weet dat u ze nodig hebt, als u offers brengt om in zijn tempel te dienen.’¹²

Hebt u de genezende, versterkende kracht van Jezus Christus nodig? President Nelson verzekert ons dat ‘alles wat we in de tempel […] leren, […] ons begrip van Jezus Christus [vergroot]. Als we dan onze verbonden nakomen, begiftigt Hij ons met zijn genezende, versterkende kracht. En o, wat zullen we zijn kracht in de toekomende tijd nodig hebben.’¹³

Toen Jezus Christus op de eerste Palmzondag zegevierend Jeruzalem inreed, was daar een menigte discipelen van Hem. Zij verblijdden zich en loofden God met luide stem met de woorden: ‘Gezegend is de Koning, Die daar komt in de Naam van de Heere.’¹⁴

Heel gepast dat de Kirtlandtempel in 1836 op Palmzondag werd ingewijd. Bij die gelegenheid verblijdden de discipelen van Jezus Christus zich ook. In dat inwijdingsgebed sprak de profeet Joseph Smith deze woorden van lof:

‘O, Here God, Almachtige, hoor ons […] en antwoord ons vanuit de hemel, […] waar U op uw troon zit in heerlijkheid, eer, macht, majesteit [en] kracht. […]

‘Help ons door de macht van uw Geest, opdat wij onze stem zullen kunnen vermengen met die helder stralende serafs rondom uw troon, met lofprijzingen, en zingen: Hosanna God en het Lam!

‘En laat dezen, […] uw heiligen juichen van vreugde.’¹⁵

Broeders en zusters, laten wij als discipelen van Jezus Christus onze heilige God ook loven en ons in zijn goedheid aan ons verblijden. ‘Wat horen wij in het evangelie dat wij hebben ontvangen?’ Waarlijk ‘een stem van blijdschap’!¹⁶

Ik getuig dat u steeds meer vreugde zult voelen wanneer u de heilige tempel van de Heer betreedt. Ik getuig dat u de vreugde zult ervaren die Hij op zijn beurt over u heeft. In de naam van Jezus Christus. Amen.