Algemene conferentie
Weet u waarom ik als christen in Christus geloof?
Algemene aprilconferentie 2023


Weet u waarom ik als christen in Christus geloof?

Jezus Christus moest lijden, sterven en opstaan om alle mensen van de lichamelijke dood te verlossen en om hun het eeuwige leven met God te geven.

Jaren geleden stapte ik ’s avonds na mijn werk in New York City op mijn vaste bus naar huis in New Jersey. De vrouw die toevallig naast mij zat, zag wat ik op mijn computer typte en vroeg: ‘U gelooft in … Christus?’ Ik zei: ‘Jazeker!’ Tijdens ons gesprek kwam ik erachter dat ze net uit een prachtig Aziatisch land was verhuisd om in de zeer concurrerende IT-sector van New York te werken.

Natuurlijk vroeg ik haar: ‘Weet u waarom ik als christen in Jezus Christus geloof?’ Zij gaf een gangbaar antwoord en vroeg me om haar meer te vertellen. Maar toen ik begon te praten, had ik zo’n moment waarop er veel gedachten in me opkwamen. Dit was de eerste keer dat ik het ‘waarom’ van het christendom uitlegde aan iemand die er helemaal niets van afwist en heel intelligent was. Ik kon niet gewoon zeggen: ‘Ik volg Jezus Christus omdat hij gewillig voor mijn zonden heeft geleden en is gestorven.’ Misschien zou ze zich afvragen: ‘Moest Jezus Christus echt sterven? Kon God ons niet gewoon vergeven en van onze zonden reinigen als we Hem dat vroegen?’

Hoe zou u daar in een paar minuten op reageren? Hoe zou u dat aan een vriend uitleggen? Kinderen en jongeren, vraag jullie ouders of een leider alsjeblieft: ‘Waarom moest Jezus sterven?’ En broeders en zusters, ik moet u iets bekennen: ondanks alles wat ik over de leer, geschiedenis en het beleid van de kerk dacht te weten, kwam ik niet zo makkelijk tot het antwoord op deze centrale vraag in ons geloof. Op die dag besloot ik me meer te richten op het belangrijkste in het eeuwige leven.

Dus ik vertelde mijn nieuwe vriendin1 dat we naast een lichaam ook een geest hebben, en dat God de Vader van onze geest is.2 Ik zei ook dat we vóór onze geboorte op deze sterfelijke wereld bij onze hemelse Vader woonden.3 Omdat Hij van haar en al zijn kinderen houdt, stelde Hij een plan voor ons op zodat wij een lichaam naar het beeld van zijn verheerlijkte lichaam ontvangen,4 deel van een gezin uitmaken,5 en in zijn liefdevolle tegenwoordigheid terugkeren om het eeuwig leven met ons gezin te genieten,6 zoals Hij dat met zijn gezin geniet.7 Maar, zei ik, in deze wereld, die moest vallen, komen we twee belangrijke obstakels tegen:8 (1) de lichamelijke dood – de scheiding van ons lichaam en onze geest. Ze wist uiteraard dat we allemaal sterven. En (2) de geestelijke dood – onze afscheiding van God, omdat onze zonden, fouten en tekortkomingen als stervelingen ons uit zijn heilige tegenwoordigheid drijven.9 Hier kon ze zich ook in vinden.

Ik vertelde haar dat dit een gevolg van de wet van gerechtigheid was. Deze eeuwige wet vereist dat er een eeuwige prijs wordt betaald voor al onze zonden of overtredingen van Gods wetten of waarheid. Anders zouden we nooit in zijn heilige tegenwoordigheid kunnen terugkeren.10 Dit zou onrechtvaardig zijn, en God ‘kan de gerechtigheid niet verwerpen’.11 Ze begreep dat, maar had meteen door dat God ook barmhartig en liefdevol is en graag ons eeuwige leven tot stand wil brengen.12 Ik vertelde mijn vriendin dat we ook een geslepen, machtige tegenstander hebben – de bron van kwaad en leugens – die ons tegenwerkt.13 Daarom kon alleen iemand met de oneindige goddelijke macht om al die tegenstand en obstakels te overwinnen, ons redden.14

Toen gaf ik haar het goede nieuws – de ‘grote blijdschap […] voor heel het volk’15 – dat ‘God de wereld [zo lief heeft] gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’16 Ik getuigde tot mijn vriendin, en ik getuig tot u, dat Jezus Christus die Redder is, dat Hij moest lijden, sterven en opstaan – zijn oneindige verzoening – om alle mensen van de lichamelijke dood te verlossen17 en om het eeuwige leven met God en het eigen gezin te geven18 aan iedereen die Hem volgt. In het Boek van Mormon staat: ‘Zo […] heeft [God] de overwinning op de dood behaald, en Hij geeft de Zoon de macht om te bemiddelen voor de mensenkinderen […] vol [barmhartigheid en] ontferming […]; Hij heeft de banden van de dood verbroken; Hij heeft hun ongerechtigheid en hun overtredingen op Zich genomen; Hij heeft hen verlost, en Hij heeft aan de eisen van de gerechtigheid voldaan.’19

We noemen de stappen die God heeft geopenbaard om Jezus te volgen en het eeuwige leven te ontvangen de leer van Christus. Deze stappen omvatten ‘geloof in Jezus Christus en zijn verzoening, bekering, de doop [in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen], de gave van de Heilige Geest en volharding tot het einde’.20 Ik vertelde mijn vriendin over die stappen, maar hier zijn enkele manieren waarop profeten en apostelen onlangs hebben gezegd dat de leer van Christus al Gods kinderen tot zegen kan zijn.

President Russell M. Nelson heeft gezegd: ‘De zuivere leer van Christus is krachtig. Die leer verandert het leven van iedereen die haar begrijpt en ernaar streeft die toe te passen.’21

Ouderling Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd: ‘[De leidraad] Voor de kracht van de jeugd verkondigt stoutmoedig de leer van Jezus Christus [en] nodigt [jongeren] stoutmoedig uit om [op basis daarvan] keuzes te maken.’22

Ouderling Dale G. Renlund heeft gezegd: ‘Wij nodigen zendelingen uit om te doen wat zij anderen vragen te doen: de leer van Christus in hun leven toe [te] passen [en] het verbondspad op te stappen en erop te blijven.’23

De leer van Christus geeft kracht aan hen die het moeilijk hebben of zich niet thuisvoelen in de kerk, omdat die ze, in de woorden van ouderling D. Todd Christofferson, helpt ‘bevestigen: Jezus Christus is voor mij gestorven [en] heeft mij lief.’24

Ouders, als uw kind moeite heeft met een evangeliebeginsel of profetische lering, vermijd dan alstublieft elke vorm van kwaadsprekerij25 of activisme tegen de kerk of haar leiders. Deze lagere, wereldse benaderingen zijn u te min en kunnen op de lange termijn verwoestende gevolgen voor de getrouwheid van uw kind hebben.26 Het is heel goed dat u uw dierbare kind wilt beschermen, voor hem of haar opkomt, of laat zien dat u aan zijn of haar kant staat. Maar mijn vrouw, Jayne, en ik hebben zelf ervaren dat uw geliefde kind gesterkt of genezen wordt door hem of haar te leren dat we Jezus Christus allemaal hard nodig hebben en hoe we zijn vreugdevolle leer kunnen toepassen. Laten we ze helpen om zich tot Jezus, hun ware Voorspraak bij de Vader, te wenden. De apostel Johannes heeft gezegd: ‘Wie in de leer van Christus blijft, die heeft zowel de Vader als de Zoon.’ Vervolgens waarschuwt Hij ons dat we moeten oppassen ‘als iemand bij u komt en deze leer niet brengt’.27

Jayne en ik hebben onlangs de woestijn bezocht waar Mozes een koperen slang omhooghield voor de afgedwaalde kinderen van Israël. De Heer had beloofd iedereen te genezen die door een giftige slang was gebeten, als ze er maar naar keken.28 De profeet van de Heer doet hetzelfde als hij de leer van Christus voor ons omhooghoudt, ‘om de natiën te genezen’.29 Hoe we ook in deze sterfelijke wildernis worden gebeten, vergiftigd of het moeilijk hebben, laten we niet zijn zoals zij die, vroeger en nu, genezen konden worden, maar helaas ‘niet wilden kijken, [omdat] zij niet geloofden dat het hen zou genezen’.30 In het Boek van Mormon staat: ‘Zie, […] dit is de weg; en er is geen andere weg noch naam onder de hemel gegeven waardoor de mens kan worden behouden in het koninkrijk van God. En nu, zie, dit is de leer van Christus.’31

Die avond in New Jersey vertelde ik waarom we Jezus Christus en zijn leer nodig hebben, en daardoor heb ik nu een nieuwe zuster en heeft zij een nieuwe broeder. We voelden het vredige, bevestigende getuigenis van de Heilige Geest. Ik vroeg haar natuurlijk om haar contactgegevens, en moedigde haar aan om verder met de zendelingen te spreken. Dat heeft ze met plezier gedaan.

‘Hoe belangrijk is het dus om deze dingen bekend te maken aan de bewoners van de aarde,’ staat er in het Boek van Mormon – om lief te hebben, te delen en uit te nodigen32 als we Israël in al onze gemeenschappen en gezinnen vergaderen – ‘opdat zij zullen weten dat geen vlees in de tegenwoordigheid van God kan wonen, behalve door de verdiensten en de barmhartigheid en de genade [en de leer] van de heilige Messias’.33 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Ik heb ervoor gekozen om de naam van mijn vriendin niet te noemen en geen fictieve naam te gebruiken.

  2. Zie Romeinen 8:15–17; Hebreeën 12:9; Leer en Verbonden 88:15.

  3. Zie Jeremia 1:4–5; Leer en Verbonden 138:55–56; Abraham 3:22–23, 26; Gids bij de Schriften, ‘Voorsterfelijk leven’, schriften.ChurchofJesusChrist.org; ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004), 48.

  4. Zie ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie, 48.

  5. Het volmaakte plan van de Vader, dat onder andere het grote plan van geluk, het heilsplan en het verlossingsplan wordt genoemd, is zo opgesteld dat iedereen in de sterfelijkheid in een gezin terechtkomt en iedereen deel van een gezin uitmaakt. Uiteraard zijn niet alle gezinssituaties ideaal of in overeenstemming met de liefdevolle visie van onze Vader voor al zijn kinderen, en sommige omstandigheden zijn zelfs tragisch. Maar als we volgens de leer van Christus leven, helpt Hij ons alle zegeningen te ontvangen die de Vader in zijn barmhartige en uitgebreide plan voor zijn kinderen heeft bereid. Zie ook voetnoot 6.

  6. Een van de grootste beloften die God aan zijn kinderen heeft gedaan, is ook zijn grootste geschenk aan ons: de verhoging, of het eeuwige leven, namelijk eeuwig ‘als familie bij God wonen’. (Gospel Topics, ‘Eternal Life’, topics.ChurchofJesusChrist.org; zie ook Leer en Verbonden 14:7.) Die ‘familie’ omvat man en vrouw, kinderen, en onze levende en overleden familieleden die de leer van Christus aanvaarden en naleven. Overleden familieleden in de geestenwereld die de leer van Christus in dit leven niet konden omarmen, kunnen dat in de geestenwereld doen. Dit is mogelijk als verordeningen zoals de doop, de gave van de Heilige Geest, en andere die ons helpen om te volharden tot het einde, liefdevol worden verricht door levende familieleden in tempels van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Daarnaast geldt de belofte van het eeuwige leven niet alleen voor mensen die in dit leven trouwen. President M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘De Schriften en hedendaagse profeten [bevestigen] dat ieder die de evangelieverbonden trouw is, de kans op verhoging zal krijgen.’ (‘Hoop in Christus’, Liahona, mei 2021, 55; cursivering toegevoegd.) President Ballard zei daarna het volgende, waarbij hij president Russell M. Nelson en president Dallin H. Oaks citeerde: ‘Er [is] niet geopenbaard wanneer en hoe de zegening van de verhoging precies wordt verleend, maar we hebben de verzekering van die zegening.’ (‘Hoop in Christus’, 55; cursivering toegevoegd.) President Russell M. Nelson heeft gezegd ‘dat de getrouwe heiligen op de tijd en de manier van de Heer alle zegeningen zullen ontvangen. De Heer zal ieder oordelen en belonen naar zowel de verlangens van zijn hart als zijn daden.’ (‘Het celestiale huwelijk’, Liahona, november 2008, 94.) En president Oaks heeft gezegd: ‘Veel van de belangrijkste ontberingen van het sterfelijk leven zullen in het millennium rechtgezet worden. Het millennium is immers de periode waarin alles compleet zal worden wat in het grote plan van geluk voor alle goede kinderen van God nog incompleet was.’ (‘The Great Plan of Happiness’, Ensign, november 1993, 75.) Zie ook voetnoot 5.

  7. Zie Gids bij de Schriften, ‘Verlossingsplan’, schriften.ChurchofJesusChrist.org; zie ook Gospel Topics, ‘Plan of Salvation’, topics.ChurchofJesusChrist.org; ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie, 48–50, 53–54.

  8. Zie ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie, 49.

  9. Zie ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie, 47–50.

  10. Zie ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie, 47–50.

  11. Mosiah 15:27. In de Schriften wordt eeuwige gerechtigheid of Gods gerechtigheid vaak genoemd, maar zie in het bijzonder Alma 41:2–8 en Alma 42.

  12. Zie Alma 42:14–24; Mozes 1:39.

  13. Zie ‘Les 2: Het heilsplan’, Predik mijn evangelie, 47–50.

  14. Zie Alma 34:9–13; zie ook Mosiah 13:28, 34–35; 15:1–9; Alma 42:15.

  15. Lukas 2:10.

  16. Johannes 3:16.

  17. Zie Helaman 14:15–17; Mormon 9:12–14.

  18. Zie voetnoot 5 en 6.

  19. Mosiah 15:8–9.

  20. Wat wordt er van mij verwacht als zendeling?’, Predik mijn evangelie, 1; zie ook ‘Les 3: Het evangelie van Jezus Christus’, Predik mijn evangelie, 64.

  21. Russell M. Nelson, ‘Zuivere waarheid, zuivere leer en zuivere openbaring’, Liahona, november 2021, 6–7; cursivering toegevoegd.

  22. Dieter F. Uchtdorf, ‘Jezus Christus is de kracht van de jeugd’, Liahona, november 2022, 11; zie ook Voor de kracht van de jeugd: een leidraad voor het maken van keuzes (2022), 4.

  23. Dale G. Renlund, ‘Lifelong Conversion of Missionaries’ (toespraak gehouden op het seminar voor zendingsleiding, 25 juni 2021), 1, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City.

  24. D. Todd Christofferson, ‘De leer van verbondenheid’, Liahona, november 2022, 56; zie ook D. Todd Christofferson, ‘De vreugde van de heiligen’, Liahona, november 2019, 15–18.

  25. Zie Jakobus 4:11; Leer en Verbonden 20:54; Gids bij de Schriften, ‘Kwaadsprekerij’, schriften.ChurchofJesusChrist.org.

  26. Zie Ahmad S. Corbitt, ‘Activism vs. Discipleship: Protecting the Valiant’ (toespraak gehouden op het seminar voor geestelijk verzorgers, oktober 2022), cdn.vox-cdn.com/uploads/chorus_asset/file/24159863/Brother_Corbitt_Chaplain_seminar.pdf; video: media2.ldscdn.org/assets/general-authority-features/2022-chaplain-training-seminar/2022-10-1000-activism-vs-discipleship-1080p-eng.mp4.

  27. 2 Johannes 1:9–10.

  28. Zie Numeri 21:5–9.

  29. Zie 2 Nephi 25:20.

  30. Alma 33:20.

  31. 2 Nephi 31:21.

  32. Zie ‘2021 Broadcast: Principles of Love, Share, and Invite’, broadcasts.ChurchofJesusChrist.org; zie ook Gary E. Stevenson, ‘Liefhebben, delen, uitnodigen’, Liahona, mei 2022, 84–87.

  33. 2 Nephi 2:8.