2010
Beschermd tegen het onverwachte
Februari 2010


Beschermd tegen het onverwachte

We wisten dat de Heer op onze tempelreis over ons zou waken. We beseften echter niet hoezeer we zijn bescherming nodig zouden hebben.

Na een busreis van 61 uur arriveerde onze jeugdgroep bij de Manilatempel (Filipijnen). Ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de tempel hadden de jongeren uit de ring Davao zich negen maanden voorbereid op de reis, lessen in familiegeschiedenis gevolgd, actief meegedaan aan kerkactiviteiten, familienamen opgezocht en verwerkt, en geld gespaard om de reis te kunnen bekostigen. Alle 63 van ons waren behoorlijk opgewonden toen we op maandagavond uit de bus stapten. In het gastenverblijf hielden we een hele uitgebreide gezinsavond, met muziek en geestelijke boodschappen, waarna we in slaap probeerden te komen.

In de twee dagen daarna lieten de jongeren zich voor meer dan tweeduizend van hun voorouders dopen en bevestigen, zodat die de kans hebben om het herstelde evangelie te aanvaarden. We waren niet moe en hadden geen honger toen we urenlang in de tempel werkten. De Geest was er erg sterk. Sommige jongeren straalden helemaal; bij anderen rolden er vreugdetranen over de wangen.

Eigenlijk veel te snel was het weer tijd om naar huis te gaan. We waren een kwartiertje onderweg toen de vredige stilte in de bus werd doorbroken door politiesirenes. Onze bus werd omringd door politiewagens, die ons dwongen te stoppen. Toen zagen we scherpschutters hun geweren op de bus voor ons richten. In die bange minuten kregen we te horen dat de passagiers in de bus voor ons gegijzeld werden, en dat de politie onze bus als schild gebruikte!

Wij deden als leidinggevenden ons best om de kalmte te bewaren, maar sommigen raakten in paniek. In de verwarring beval de politie ons om op de grond te gaan liggen. Na enkele angstige minuten hoorden we een man roepen dat we de bus moesten verlaten. We volgden zijn aanwijzingen en haastten ons uit de bus naar een nabijgelegen gebouw.

Ruim een uur zaten we in het donkere gebouw, we baden en luisterden of er schoten werden gelost. Toen kregen we te horen dat we terug naar onze bus konden. Aan het vuurgevecht was een einde gekomen; er waren twee gegijzelden en twee gijzelnemers gedood.

We waren allemaal van slag toen we onze reis vervolgden. Toen we weer tot onszelf kwamen, beseften we dat we er goed vanaf waren gekomen. Niemand van ons was gewond geraakt. We wisten dat de hand van de Heer ons had beschermd. We voelden een goddelijke nabijheid en vroegen ons af of een paar van de mensen voor wie we ons hadden laten dopen niet dichtbij waren.

Ik dacht aan de schrifttekst waar staat: ‘Ik, de Heer, ben gebonden, wanneer gij doet wat Ik zeg’ (LV 82:10), en ik was blij dat de Heer Zich aan zijn beloften hield. Door ons aan de geboden te houden en onze taken, inclusief familiehistorische en tempelwerk, getrouw te doen, zijn we Gods zegeningen waardig — zoals bijvoorbeeld zijn bescherming wanneer je die het hardst nodig hebt.

Illustratie Roger Motzkus