Voorbereiden en doen
Ouderling Hugo E. Martinez
van de Zeventig
Als je je voorbereidt en het werk van de Heer doet, zal je leven veranderen.
Ik ben zes jaar lang seminarieleerkracht geweest. We kwamen elke ochtend om zes uur bij ons thuis in Puerto Rico bijeen. Het was veel werk om van maandag tot vrijdag elke dag een les voor te bereiden. Maar ik vond het leuk en ik deed er meer liefde voor de jongeren van de kerk door op.
Ik merkte dat veel van wat de cursisten van het seminarie opstaken van hun voorbereiding afhing. Dus als je veel uit het seminarie wilt halen, raad ik je aan om de les van tevoren te bestuderen en er echt over na te denken. Ga met een dorst naar kennis naar de les. Ga zo leergierig als een kind. Bereid je voor om aan de les deel te nemen zodat je je klasgenoten kunt onderwijzen. En bedenk vragen. Een medecursist, een Schrifttekst die je leest, of een opmerking van de leerkracht kan je vraag beantwoorden.
Je haalt het meeste uit lessen en kerkbijeenkomsten als je je voorbereidt en je geestelijke indrukken krijgt, die in de vorm van gedachten tot je komen. Schrijf ze op en ga er dan mee aan de slag. Zoek naar aanvullende Schriftteksten, conferentietoespraken of artikels in kerkelijke tijdschriften over die ideeën. Denk er in je hart en verstand over na en wees bereid om te dienen, want als je die waarheden ter harte neemt, zal de Heer je gebruiken om anderen te helpen.
Toen ik later zendingspresident was, besefte ik dat het seminarie een goede voorbereiding op een zending is. Door de jaren heen heb ik gezien dat de geweldige macht van het evangelie getrouwe seminariecursisten tot zegen is. Ze passen de leerstof op ernstige problemen in hun leven toe en doorstaan die moeilijkheden. Sommigen keren zelfs terug naar de kerk, nadat ze een tijd minderactief geweest zijn.
Jij bent erg belangrijk voor de Heer. Dat ben je echt. De taak van de jongeren is om zich op zendingswerk voor te bereiden en het dan te doen. Weet dat het doen van zendingswerk en je voorbereiding je verdere ontwikkeling als zendeling van de Heer zullen aandrijven. Je hoeft geen naamplaatje te dragen om zendingswerk te doen, omdat de naam van Jezus Christus door je verbonden in je hart gegrift staat.
Datzelfde geldt voor familiehistorisch en tempelwerk. In het Caribisch gebied, waar ik werkzaam ben, hebben ringen die jongeren als consulent familiegeschiedenis roepen een hoger percentage leden die namen voor tempelwerk indienen en dat werk doen. In een van die ringen werden twintig jongeren één jaar voor ze oud genoeg waren om op zending te gaan als consulent familiegeschiedenis geroepen. Ze bezoeken de leden thuis om hun te tonen hoe ze familiehistorisch werk kunnen doen en vertellen mensen onderweg over familiegeschiedenis en de tempel. Dat is zendingswerk!
Ik hoop dat ze, als ze uiteindelijk op zending gaan, de Geest al sterk gevoeld zullen hebben — hopelijk thuis, maar anders zeker ook terwijl ze zendings-, familiehistorisch en tempelwerk doen. Als ze dan naar het opleidingscentrum voor zendelingen gaan, hoop ik dat geen van hen tegen me zegt: ‘Ik voel de Geest hier veel sterker dan ooit tevoren.’ Ze zouden zijn invloed daarvoor al sterk gevoeld moeten hebben.
De Heer heeft jullie lief. Hij wil dat jullie het familiehistorisch, tempel- en zendingswerk aandrijven. Jullie hebben de nodige vaardigheden en kennis. Als je je goed voorbereidt, kun je dit werk doen. Het zal je tot zegen zijn en je leven veranderen.