Liahona
Wat kon ik nog meer van het Boek van Mormon leren? Heel veel!
Januari 2024


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Wat kon ik nog meer van het Boek van Mormon leren? Heel veel!

Ik dacht dat ik alles wist wat er over het Boek van Mormon te weten viel, maar dat was niet zo.

Afbeelding
Tekening van figuur die trap op een Boek van Mormon bouwt

Op zending in Kentucky (VS) onderwees ik veel mensen over het Boek van Mormon. Ik zag dat sommige mensen het verwierpen en anderen het volledig aanvaardden.

Ik had ook een levensveranderende ervaring met dit boek.

Dankzij het Boek van Mormon leerde ik Jezus Christus kennen, ‘de almachtige Heer’ (Mosiah 3:5). Ik leerde over zijn eeuwige offer voor mij, de grenzeloze kracht van zijn genade, en de oneindige liefde die Hij en de Vader voor ons allemaal hebben.

Toen ik van zending terugkeerde, dacht ik dat ik alles wist wat er over het Boek van Mormon te weten viel. Ik zei dat natuurlijk nooit hardop, maar nu ik erop terugkijk, heeft die houding na mijn zending veel invloed op mijn benadering van de Schriften gehad.

En het was geen positieve invloed.

Van brandend getuigenis tot laksheid

Tijdens mijn Schriftstudie bladerde ik keer op keer terug naar bekende teksten – vooral om me te herinneren of opnieuw te bevestigen wat ik eerder had geleerd. Ik probeerde wel om de Schriften te overpeinzen en iets nieuws te leren, maar ik had nooit het gevoel dat ik iets nieuws ontdekte. Het enthousiasme dat ik ooit voor het Boek van Mormon voelde, begon te verzwakken.

Kort na mijn thuiskomst begon ik aan een nieuwe baan, en mijn Schriftstudie nam af van een heel uur – net als op zending – tot een halfuur. Toen kreeg ik een roeping en studeerde ik nog maar een kwartier. In de zomer was ik FSY-counselor. Ik gebruikte het grootste deel van mijn studietijd om een paar teksten door te nemen die ik week na week met de jongeren besprak.

Ik wist dat mijn hemelse Vader elk moment waardeerde dat ik zijn woord bestudeerde. Maar eerlijk gezegd had ik niet het gevoel dat ik gehoor gaf aan de uitnodiging van Nephi om me aan de woorden van Christus te vergasten (zie 2 Nephi 32:3). Ik overtuigde mezelf ervan dat ik niets meer te leren had. In plaats van me aan het Boek van Mormon te vergasten, knabbelde ik er nauwelijks aan.

Die lakse houding duurde voort tot mijn eerste semester aan de Brigham Young University, waar ik een cursus over het Boek van Mormon volgde. Op de eerste dag stond mijn docent voor de klas. Hij keek ons vriendelijk maar doordringend aan en zei: ‘Het is mijn doel in deze cursus om je ervan te overtuigen dat je het Boek van Mormon niet kent – helemaal niet.’

Dat wekte mijn interesse, maar het leek meer op een pakkende oneliner die docenten gebruiken om de aandacht te trekken dan een echte belofte.

Gelukkig bleek ik het helemaal mis te hebben.

Een verfrissende blik

Als onderdeel van de cursus moesten wij van onze docent het Boek van Mormon lezen. Het was niet genoeg om het te openen en de woorden te bekijken of oppervlakkig een hoofdstuk te lezen, hetzelfde verhaal dat we al miljoenen keren hadden gelezen.

Hij wilde dat we echt lazen.

Hij leerde ons bijvoorbeeld dat het oorspronkelijke manuscript van het Boek van Mormon helemaal geen interpunctie bevatte – en hij liet ons zelf de interpunctie aan een lange, verwarrende passage uit Alma 13 toevoegen, om ons te leren hoeveel verschil komma’s en punten maken. Hij liet ons één vers lezen met het Webster woordenboek uit 1828 ernaast. We moesten belangrijke woorden opzoeken, die een compleet andere betekenis hadden dan ik eerst dacht.

Ik leerde in de cursus dat veel van mijn veronderstellingen over het Boek van Mormon helemaal niet juist waren. Ik had bijvoorbeeld nooit beseft dat Nephi het boek 1 Nephi jaren na hun reis naar het beloofde land had geschreven (zie 1 Nephi 9:1–5; 2 Nephi 5:28–31).

Ik ontdekte ook dat veel van de grote gebreken van de Nephitische cultuur frappante overeenkomsten vertonen met de moeilijkheden in onze tijd.

Ik ging de zorgvuldige, doelbewuste boodschappen die Mormon, Moroni en anderen speciaal voor ons hadden geschreven, beter begrijpen – en hoe bezorgd ze waren dat wij verstrikt zouden raken in het extreme scepticisme en de twijfel van de wereld.

President Russell M. Nelson heeft gezegd dat ‘het Boek van Mormon werkelijk het woord van God is. Het bevat de antwoorden op de belangrijkste levensvragen. Het onderricht in de leer van Christus. Het beschrijft en verklaart veel van de “duidelijke en waardevolle” [zie 1 Nephi 13:29–33] waarheden die in de loop der eeuwen en door alle vertalingen van de Bijbel verloren waren gegaan.

‘Het Boek van Mormon geeft het meest volledige en betrouwbare beeld van de verzoening van Jezus Christus dat maar te vinden is.’1

Heel mijn beeld en getuigenis van dit boek begon te veranderen toen ik over deze dingen nadacht.

Er valt altijd meer te leren

Door me echt aan de woorden van het Boek van Mormon te vergasten, ontdekte ik dat het openbaart wie Jezus Christus is – niet alleen leerstellig, maar persoonlijk en diepzinnig. Zijn hand is op elke pagina van het boek te vinden. Het is een blijvend verslag dat ervan getuigt dat Hij zijn verbondsvolk niet is vergeten en dat Hij dat nooit zal doen.

President Nelson heeft ook gezegd: ‘Als een kind van God meer over Hem en zijn geliefde Zoon wil weten, gaat er een bepaalde kracht stromen. Nergens worden die waarheden duidelijker en krachtiger onderwezen dan in het Boek van Mormon.’2

Ik heb niet op alle levensvragen een antwoord. Maar ik begrijp nu dat ik op zending niet alles over het Boek van Mormon heb geleerd. Er valt altijd meer te leren en aan ons geloof toe te voegen.

Door alle drukte kunnen we snel laks in onze Schriftstudie worden. We kunnen er snel van uitgaan dat we alles hebben geleerd wat er te leren valt. Maar ik ben erachter gekomen dat het Boek van Mormon ons altijd meer heeft te bieden. Als je met een frisse blik naar de Schriften wilt kijken, maak je studie dan een prioriteit. Stel je hart en geest open om je bekering tot Jezus Christus te verdiepen en in kennis toe te nemen, zodat je je werkelijk aan het woord van God kunt ‘vergasten’. Dat heb ik gedaan.