Op 12 september 1831 verhuist Joseph Smith met zijn gezin van Kirtland (Ohio) naar Hiram (Ohio), ongeveer 50 kilometer ten zuidoosten van Kirtland. Daarmee gehoorzamen ze de raad van de Heer (zie LV 63:65). De profeet en zijn gezin trekken in bij het gezin van John en Alice Johnson, die onlangs tot de kerk zijn toegetreden. Een belangrijke reden om naar Kirtland te verhuizen, is om verder aan de geïnspireerde vertaling van de Bijbel te werken. In Hiram gaat Joseph dan ook meteen weer aan de slag. Op 30 oktober 1831 ontvangt Joseph Smith de openbaring die in Leer en Verbonden 65 staat. In deze openbaring zegt de Heer dat het evangelie naar elke natie zal uitgaan als voorbereiding op de wederkomst, en dat de heiligen voor de groei van het koninkrijk van God moeten bidden.
De Heer zegt dat het evangelie de hele aarde zal vervullen
Laat de cursisten in hun aantekenschrift of Schriftendagboek een lijstje maken van dingen waarvoor ze geregeld bidden. U kunt enkele cursisten laten vertellen wat ze hebben opgeschreven, als ze zich daar prettig bij voelen.
Laat een cursist de inleiding van Leer en Verbonden 65 voorlezen. Leg uit dat de Heer ons in deze openbaring vertelt waar we voor moeten bidden, in het bijzonder als we gebeurtenissen in vervulling zien gaan die voor de laatste dagen geprofeteerd zijn.
Laat een cursist Leer en Verbonden 65:1–2 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe de Heer de verbreiding van het evangelie beschrijft.
Hoe ver zal het evangelie van Jezus Christus zich verspreiden? (Maak de cursisten de volgende leer duidelijk: Het evangelie van Jezus Christus zal naar alle einden van de aarde voortgaan. Zet deze leerstelling op het bord.)
Wat heeft de Heer volgens vers 2 ‘toevertrouwd aan het mensdom’ waardoor het evangelie de hele aarde kan vervullen? (De sleutels van het koninkrijk Gods. Herinner de cursisten eraan dat de zinsnede ‘sleutels van het koninkrijk’ verwijst naar het priesterschapsgezag om over de kerk te presideren. Met deze sleutels coördineert de president van de kerk onze inspanningen om het evangelie te prediken. Hij delegeert sommige sleutels aan algemene en plaatselijke priesterschapsleiders.)
Afbeelding
Daniël legt de droom van Nebukadnezar uit
Laat de plaat Daniël legt de droom van Nebukadnezar uit zien (Evangelieplatenboek [2009], nummer 24; zie ook LDS.org). Laat de cursisten uitleggen wat ze weten over Daniël en de droom van koning Nebukadnezar. (U kunt eventueel Daniël 2:31–45 lezen of samenvatten. Vertel dat koning Nebukadnezar van streek was na een droom en dat de Heer de droom en zijn betekenis aan Daniël openbaarde. In de droom werd een groot standbeeld, symbool voor verschillende koninkrijken, verwoest door een steen die zonder toedoen van mensenhanden uit een berg was losgehakt. Eerst was de steen klein, maar hij werd steeds groter tot hij de hele aarde vervulde.)
Wat is volgens Leer en Verbonden 65:2 de steen die zonder toedoen van mensenhanden uit de berg is losgehakt? (Het koninkrijk van God. Leg uit dat het ‘koninkrijk van God’ verwijst naar het koninkrijk van God op aarde: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Laat de cursisten deze verduidelijking in hun Schriften bij vers 2 noteren.)
Geef de cursisten zo mogelijk een kopie van het volgende citaat om in hun Schriften te bewaren. Als dat niet gaat, kunt u het citaat voor de les op het bord zetten en de cursisten vragen het in hun aantekenschrift of Schriftendagboek over te nemen. Laat een cursist de uitspraak voorlezen.
President Gordon B. Hinckley heeft gezegd:
Afbeelding
President Gordon B. Hinckley
‘Wij behoren tot het grootste koninkrijk op aarde – een koninkrijk dat niet geleid wordt door de wijsheid van de mens, maar door de Heer Jezus Christus. Dit koninkrijk is er echt. Zijn bestemming staat vast. Dit is het koninkrijk waarvan de profeet Daniël gesproken heeft – een steen, als het ware, die zonder handen uit de berg gehouwen zou worden en voort zou rollen en de aarde vervullen. (Zie Daniël 2:34–35.)
‘Geen sterveling heeft dit koninkrijk gesticht.’ (‘Pillars of Truth’, Ensign, januari 1994, 4.)
Hoe kun je vandaag de profetie van Daniël in vervulling zien gaan?
Hoe versterkt dat jouw getuigenis van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen?
Wat betekent het voor jou dat je deel uitmaakt van Gods koninkrijk op aarde?
Lees de volgende uitspraak van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voor. Waarschuw de cursisten dat u halverwege de laatste zin even zult pauzeren. Laat ze goed opletten en bedenken hoe ze de laatste zin gaan aanvullen.
Afbeelding
Ouderling Neil L. Andersen
‘Hebben jullie je ooit afgevraagd waarom je in deze tijd naar de aarde bent gekomen? Je bent niet in de tijd van Adam en Eva geboren, of in de tijd dat de farao’s in Egypte heersten, en ook niet tijdens de Mingdynastie. Je bent nu op aarde, zo’n twintig eeuwen na de eerste komst van Christus. Het priesterschap van God is op aarde hersteld en de Heer heeft zijn hand uitgestrekt om de wereld voor te bereiden op zijn glorierijke terugkeer. Dit is een tijd van grote mogelijkheden en belangrijke verantwoordelijkheden. Dit is jullie tijd. […] Een van je belangrijke taken is …’ (‘De wereld op de wederkomst voorbereiden’, Liahona, mei 2011, 49.)
Laat enkele cursisten vertellen hoe ze de laatste zin van het citaat van ouderling Andersen zouden aanvullen. Laat vervolgens een cursist Leer en Verbonden 65:3 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan welk gebod de Heer ons als leden van zijn koninkrijk geeft.
Wat betekent het dat wij de weg van de Heer en de maaltijd van het Lam dienen te bereiden, en voorbereidselen voor de Bruidegom dienen te treffen? (Deze zinsneden wijzen op onze plicht om de wereld op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden.)
Zet de volgende waarheid op het bord: Het is onze plicht om onszelf en anderen op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden. Laat de cursisten deze waarheid naast Leer en Verbonden 65:3 in hun Schriften noteren. Leg uit dat ouderling Neil L. Andersen van deze waarheid heeft getuigd. Lees de laatste zin van het citaat nu helemaal: ‘Een van je belangrijke taken is bijdragen aan de voorbereiding van de wereld op de wederkomst van de Heiland.’ (‘De wereld op de wederkomst voorbereiden’, 49.)
Wat denk je en voel je als je nadenkt over je plicht om jezelf en anderen op de wederkomst voor te bereiden?
Laat een cursist Openbaring 65:4 voorlezen. Laat de klas meelezen en nagaan hoe we onszelf en anderen op de wederkomst kunnen voorbereiden. Vraag de cursisten naar hun bevindingen.
Hoe kunnen wij ‘zijn wonderbare werken […] onder de mensen [bekendmaken]’?
Laat een cursist Leer en Verbonden 65:5–6 voorlezen en laat de klas nagaan waarvoor wij dienen te bidden.
Waar moeten we volgens deze verzen voor bidden om ons op de wederkomst voor te bereiden? (U kunt de cursisten, terwijl zij deze vraag beantwoorden, vers 6 laten vergelijken met de woorden in het gebed van de Heer in Mattheüs 6:10.)
Hoe kunnen wij onszelf en anderen beter op de wederkomst voorbereiden door hiervoor te bidden?
Laat een cursist de volgende uitspraak van president Thomas S. Monson voorlezen. Laat de klas nagaan wat we in onze gebeden dienen op te nemen.
Afbeelding
President Thomas S. Monson
‘Ik vraag u om uw geloof te oefenen en te blijven bidden voor de gebieden waar onze invloed beperkt is en waar we het evangelie momenteel niet vrijelijk mogen uitdragen. Er kunnen wonderen plaatsvinden als we dat doen.’ (‘Welkom op de conferentie’, Liahona, november 2009, 6.)
Waarvoor dienen we volgens president Monson te bidden? Hoe bereiden dergelijke gebeden de weg voor de wederkomst?
Hoe kunnen wij deelnemen aan het werk van de Heer en de aarde met zijn evangelie vervullen? (Maak de cursisten duidelijk dat ze aan het werk kunnen deelnemen door een voltijdzending te vervullen. Maak ook duidelijk dat ze nu al aan het werk deelnemen door hun invloed thuis, in hun wijk of gemeente, op school en in hun omgeving.)
Moedig de cursisten aan om zichzelf en anderen op de wederkomst voor te bereiden.
Een oud manuscript van de openbaring in Leer en Verbonden 65 bevat de volgende inleiding: ‘Een openbaring van Joseph de ziener, 30 oktober 1831, over het 10e vers van Mattheüs 6’. (William E. McLellin afschrift van Openbaring, 30 oktober 1831 [LV 65], William E. McLellin Papers, 1831–1878, Church History Library.) In Mattheüs 6:10 staat een gedeelte van het gebed van de Heer: ‘Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.’ De openbaring in Leer en Verbonden 65 vermeldt verschillende manieren waarop het koninkrijk van de Heer naar de aarde is gekomen en zal blijven voortgaan. Ze eindigt met vrijwel dezelfde woorden als het gebed van de Heer: ‘Want U behoort de eer, de macht en de heerlijkheid, voor eeuwig en altijd. Amen’ (LV 65:6; zie ook Mattheüs 6:13).
Hoewel de kerk in het beginjaren heel klein was, had Joseph Smith profetisch inzicht in haar verheven bestemming. Wilford Woodruff heeft verteld wat de profeet in april 1834 tijdens een priesterschapsbijeenkomst in Kirtland (Ohio) verklaarde:
Afbeelding
President Wilford Woodruff
‘De profeet riep allen die het priesterschap droegen bijeen in het houten schooltje bij zijn huis. Het was een klein huis, van misschien maar vier bij vier meter. Maar alle priesterschapsdragers van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Kirtland pasten erin. […] Toen we bijeengekomen waren, riep de profeet de ouderlingen Israëls op om met hem te getuigen van dit werk. […] Toen ze dat gedaan hadden, zei de profeet: “Broeders, ik ben vanavond zeer opgebouwd en heb veel geleerd van uw getuigenissen, maar ik wil voor de Heer tot u zeggen dat u niet meer van de bestemming van deze kerk en koninkrijk weet, dan een baby die op zijn moeders schoot ligt. U begrijpt het niet.” Ik was nogal verbaasd. Hij zei: “Vanavond zijn hier maar enkele priesterschapsdragers aanwezig, maar deze kerk zal Noord- en Zuid-Amerika vullen – zelfs de hele wereld.”’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 148.)