Seminarie
Les 130: de oprichting van Nauvoo


Les 130

De oprichting van Nauvoo

Inleiding

Als de heiligen uit Missouri zijn verdreven, toveren ze het moerasland langs de Mississippi om tot een prachtige stad, Nauvoo. Nauvoo (Illinois, VS) is tussen 1839 en 1846 de hoofdzetel van de kerk. De zustershulpvereniging wordt opgericht en vanuit de hoofdzetel in Nauvoo verspreidt het zendingswerk zich verder over de wereld.

Noot: in deze les krijgen twee cursisten de kans om les te geven. Kies enkele dagen voor deze les twee cursisten en geef hun kopieën van het toegewezen deel zodat ze zich kunnen voorbereiden.

Lessuggesties

De heiligen stichten de stad Nauvoo

Afbeelding
kaart, Missouri en Illinois

Herinner de cursisten eraan dat de heiligen tijdens de winter van 1838–1839 uit Missouri werden verdreven terwijl Joseph Smith in de gevangenis te Liberty was opgesloten.

  • Hoe denk je dat de heiligen zich gevoeld zullen hebben toen ze uit Missouri werden verdreven? (Een mogelijk antwoord is dat de heiligen zich afvroegen waarheen ze moesten gaan.)

Leg uit dat de heiligen, nadat zij uit Missouri waren verdreven, in Quincy (Illinois) en andere kleine gemeenschappen onderdak vonden. Laat de cursisten Quincy zoeken op kaart 6 (‘Westwaartse beweging van de kerk’) in Kaarten kerkgeschiedenis in hun Schriften. Op 15 april 1839 kregen Joseph Smith en zijn medegevangenen te horen dat zij naar een andere locatie zouden worden overgeplaatst. Onderweg naar de nieuwe locatie lieten hun bewakers hen ontsnappen en erkenden ze dat het onrechtvaardig was om hen nog langer gevangen te houden. Ongeveer een week later voegde Joseph Smith zich in Quincy bij zijn gezin. Onder leiding van Joseph Smith kocht de kerk ten noorden van Quincy aan beide zijden van de Mississippi land aan. De westelijke zijde van de rivier lag in Iowa en de oostkant lag in Illinois. De heiligen richtten de nieuwe hoofdzetel van de kerk op aan de kant van Illinois in een plaats die Commerce werd genoemd en die zij Nauvoo noemden.

Laat de eerste cursist-leerkracht voor de klas komen en de klas kort in de oprichting van Nauvoo onderwijzen.

Cursist-leerkracht 1: de heiligen vormen Commerce (Illinois) om tot Nauvoo, een prachtige plek

Zet de volgende vraag op het bord: Welke omstandigheden maken je momenteel het leven moeilijk of onaangenaam? Geef de cursisten de tijd om hierover na te denken.

Laat de cursisten zoeken hoe zij met moeilijke of onaangename omstandigheden kunnen omgaan terwijl ze over de heiligen leren die Nauvoo hebben opgericht.

Leg uit dat de kerkleden de naam van de kleine nederzetting Commerce in Nauvoo veranderden. Nauvoo is een Hebreeuws woord dat mooi betekent.

Laat een cursist voorlezen hoe het gebied werd beschreven toen de heiligen er in 1839 aankwamen. Laat de klas zich afvragen hoe zij zouden reageren op de toestand van het gebied.

Toen de heiligen aankwamen op de plaats die zij Nauvoo zouden noemen, was een groot deel van het gebied een moeras dat wemelde van de muggen. De muggen brachten malaria over. Die ziekte leidt tot zware koorts en rillingen en mogelijk zelfs de dood. Veel heiligen raakten geïnfecteerd en werden ziek. Sommigen werden zo ziek dat zij alleen maar konden kruipen als ze elkaar probeerden te helpen. Sommigen stierven. (Zie De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 217–218.)

  • Zou je dat een prachtige plek noemen? Waarom noemde de profeet Joseph Smith dit moeras een prachtige plek?

Laat een cursist de volgende alinea’s voorlezen waarin wordt uitgelegd hoe de heiligen het hoofd boden aan de moeilijkheden die zij in hun nieuwe woonplaats ondervonden.

Joseph Smith kreeg ook malaria, maar na enkele dagen ziekte stond hij op 22 juli 1839 op en werd hij met de geest van God vervuld. Hij zalfde veel zieken in de buurt van zijn woning. Joseph ging onder meer naar de tent van Henry G. Sherwood, een kerklid dat stervende was. Toen de profeet hem gebood op te staan en de tent te verlaten, gehoorzaamde broeder Sherwood en was hij genezen.

Joseph stak de rivier over naar Iowa en bleef de zieken zalven. Een man die geen lid van de kerk was, vroeg de profeet, toen die zich klaarmaakte om naar de kant van Illinois terug te keren, of hij zijn tweelingkindjes kon zalven die ongeveer drie kilometer verderop waren. ‘Joseph zei dat hij niet kon gaan, maar hij gaf Wilford Woodruff een rode, zijden zakdoek en droeg hem op hen te helpen. Hij beloofde dat zij zouden genezen als hij hun gezicht met de zakdoek zou schoonvegen.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 219.) Wilford volgde zijn instructies op en de kinderen werden genezen. Wilford noemde die dag ‘een dag van Gods macht’. (Wilford Woodruff Journals, 22 juli 1839, geciteerd in Geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 218.)

Ondanks het geloof en de kracht van die dag bleef ziekte de volgende maanden onder de heiligen rondwaren. Zij bleven echter voor elkaar zorgen en werkten verder aan de bouw van hun nieuwe thuis. Zij groeven grachten om moeraswater af te voeren naar de rivier waardoor het land bruikbaarder werd en het muggenprobleem afnam. Uiteindelijk bouwden ze veel huizen en andere gebouwen, waaronder de Nauvootempel, die als één van de mooiste gebouwen in het land werd beschouwd.

  • Hoe helpt de ‘dag van Gods macht’ op 22 juli 1839 je om meer geloof in de Heer te ontwikkelen?

  • Hoe maakten de heiligen van Nauvoo een prachtige plek?

  • Wat kunnen wij van hun voorbeeld leren?

Nadat de cursisten het voorbeeldige harde werk van de heiligen om Nauvoo te bouwen, hebben besproken, stel je de volgende vraag:

  • Wat kan er gebeuren als we ernaar streven om onze omstandigheden te verbeteren?

Terwijl de cursisten antwoorden, zet je het volgende beginsel op het bord: Als we ernaar streven om onze omstandigheden te verbeteren, verbeteren we onszelf ook. Moedig de cursisten aan om voorbeelden te geven die dit beginsel verduidelijken. Je kunt desgewenst een eigen ervaring aanhalen en ervan getuigen. Spoor de klas aan vandaag op kansen te letten om de omgeving te verbeteren.

Cursist-leerkracht 2: de zustershulpvereniging wordt opgericht

Noot: vraag vóór de les een lid van de zustershulpvereniging (zoals een familielid of een vriendin) je te vertellen hoe de ZHV haar gelegenheden heeft gegeven om het werk van de Heer te doen, en haar tot zegen geweest is. Schrijf eventueel op wat je van haar geleerd hebt.

Laat de cursisten denken aan vrouwen in de Schriften die ze bewonderen. Vraag ze een andere cursist over zo’n vrouw te vertellen, en waarom ze haar bewonderen. Nadat elk groepje tijd heeft gekregen om dit te bespreken, leg je uit dat de vrouwen in Nauvoo een grote kracht waren om het werk van de Heer te bevorderen.

Vertel dat in 1842 enkele vrouwen in Nauvoo een bijeenkomst hielden om manieren te bespreken hoe zij aan de bouw van de Nauvootempel konden bijdragen. Ze richtten een vereniging op en schreven er statuten en voorschriften voor. Ze legden hun statuten en voorschriften aan de profeet Joseph Smith voor. Hij zei dat het ‘het beste was dat hij ooit had gelezen’. Maar vervolgens zei hij dat de Heer ‘iets beters voor hen [had] dan statuten op schrift’. Hij nodigde hen de daaropvolgende week uit voor een gesprek en zei dat hij ‘de vrouwen onder en naar het patroon van de priesterschap [zou] organiseren’. (Sarah M. Kimball, ‘Auto-biography’, Woman’s Exponent, 1 september 1883, 51; geciteerd in Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging [2011], 12.) Die organisatie was de zustershulpvereniging.

Emma Smith werd als de eerste algemene ZHV-presidente geroepen. Eliza R. Snow, secretaresse van de ZHV in Nauvoo en later de tweede algemene ZHV-presidente, heeft gezegd: ‘De naam [zustershulpvereniging] is dan wel van deze tijd, maar de instelling bestond vroeger ook al. Wij hebben van [de profeet Joseph Smith] vernomen dat dezelfde organisatie in de vroegchristelijke kerk bestond.’ (‘Female Relief Society’, Deseret News, 22 april 1868, 1; zie ook Dochters in mijn koninkrijk7.)

  • Wat kunnen we uit Eliza R. Snows woorden over de ZHV leren? (Laat de cursisten antwoorden en zet het volgende op het bord: De zustershulpvereniging is een geïnspireerd onderdeel van de herstelling van de Kerk van Jezus Christus.)

  • Waarom is het belangrijk dat we dat begrijpen?

Laat een cursist de volgende verklaring over de doelen van de ZHV voorlezen:

‘De zustershulpvereniging is opgericht om de dochters van God voor te bereiden op de zegeningen van het eeuwige leven. De doelen van de zustershulpvereniging zijn: in geloof en rechtschapenheid toenemen, het gezin versterken en mensen in nood opzoeken en helpen.’ (Dochters in mijn koninkrijk, XI–XII.)

Vertel de klas over het gesprek dat je met een lid van de ZHV gehad hebt. Vertel ze ook wat je van haar geleerd hebt. Geef tot slot je getuigenis van het beginsel op het bord.

Het zendingswerk verspreidt zich over de hele wereld

Bedank de cursisten die les hebben gegeven. Stel de volgende vragen om de klas erop voor te bereiden meer over de groei van de kerk te leren:

  • Wat kan een vuur blussen?

  • Wat wakkert een vuur aan?

  • Joseph Smith heeft het werk van God met een vuur vergeleken. Denk je dat de vervolging van de heiligen in Missouri als water was dat het werk van God bluste of als olie dat het aanwakkerde? Waarom?

Laat een cursist dit citaat voorlezen uit een brief die de profeet Joseph Smith op 1 maart 1842 aan John Wentworth, redacteur van een krant, schreef:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘De vervolging heeft de voortgang van de waarheid niet verhinderd, maar heeft haar vlam alleen maar meer aangewakkerd. […]

‘Het waarheidsvaandel is opgericht; geen onheilige hand kan de vooruitgang van het werk stuiten. Al woeden vervolgingen, spannen benden samen, verzamelen er zich legers en viert laster hoogtij, toch zal Gods waarheid moedig, nobel en onafhankelijk voorwaarts gaan, totdat zij in elk werelddeel is doorgedrongen, elke streek heeft bezocht, elk land heeft overspoeld en in elk oor heeft geklonken, totdat Gods oogmerken zijn bereikt en de grote Jehova zegt dat het werk is volbracht.’ (In History of the Church, deel 4, 540.)

  • Wat kunnen we van dit citaat leren? (De cursisten kunnen verschillende antwoorden geven, maar beklemtoon het volgende: niets kan de vooruitgang van Gods werk over de hele aarde tegenhouden.) Zet die zin op het bord.)

Leg uit dat toen Joseph Smith deze profetie opschreef, de Heer was begonnen zendelingen te roepen om het evangelie in verschillende landen te verkondigen. Daardoor lieten duizenden mensen – vooral in Groot-Brittannië – zich dopen. Die nieuwe leden versterkten de kerk en velen reisden naar Nauvoo om zich bij de heiligen aan te sluiten.

Ter illustratie van de waarheid op het bord vraagt u vier vrijwilligers om een ervaring uit te beelden die Wilford Woodruff had toen hij het evangelie in 1840 in Herefordshire (Engeland) verkondigde. Geef ze een van de volgende rollen: Wilford Woodruff, predikant, politieagent, verteller. Geef iedere vrijwilliger een kopie van dit script:

Wilford Woodruff (in zichzelf):Oef. Dat is de tweede preek die ik vandaag gehouden heb. Na de bijeenkomst vanavond zullen vandaag ongeveer duizend mensen de boodschap van de Heer gehoord hebben.

Predikant (staat aan de andere kant van de kamer met de politieagent te praten):Agent, we moeten die mormoonse predikant tegenhouden. Er waren vandaag maar vijftien mensen in mijn kerk. Vijftien! Ik neem aan dat de anderen een van zijn preken bijgewoond hebben. Ik kan niet toestaan dat mijn parochie kleiner wordt terwijl het publiek van die mormoon groeit. Arresteer die man en houd hem tegen.

Politieagent:Ik zal zien wat ik kan doen.

Verteller:Toen ouderling Woodruff die avond opstond om te spreken, kwam de politieagent binnen.

Politieagent (richt zich tot Wilford Woodruff):Neem me niet kwalijk, meneer. Ik ben politieagent en kom u in opdracht van de predikant van de plaatselijke parochie arresteren.

Wilford Woodruff:Wat heb ik dan misdaan?

Politieagent:U predikt tot het volk.

Wilford Woodruff:Ik kan u verzekeren dat ik net als die predikant een vergunning heb om het evangelie tot de mensen te prediken. Gaat u zitten, dan leg ik u de zaak na deze bijeenkomst verder uit. Maar nu moet ik beginnen. […] (Doe net alsof u het tegen de cursisten hebt.)

Verteller:De politieagent ging op de plaats van ouderling Woodruff zitten. Hij zat ruim een uur naast ouderling Woodruff terwijl die het evangelie verkondigde. Wilford Woodruff heeft over die ervaring gezegd:

Wilford Woodruff:De macht Gods rustte op mij, de Geest vulde het huis en de mensen geloofden.

Verteller:Aan het eind van de bijeenkomst nodigde ouderling Woodruff het publiek uit om zich te laten dopen.

Wilford Woodruff:Ik nodig ieder die vergeving van zonden wil en zich bij de herstelde kerk van de Heer wil aansluiten uit om zich vandaag te laten dopen.

Politieagent (staat op en richt zich tot Wilford Woodruff):Meneer Woodruff, ik wil me laten dopen.

Verteller:De politieagent, vier predikanten en twee andere mensen lieten zich die dag dopen. De politieagent keerde naar de predikant terug en legde de situatie uit.

Politieagent (praat met de predikant):Als u wilt dat meneer Woodruff gearresteerd wordt, zult u hem zelf moeten aanhouden, want ik heb hem de enige echte evangelieprediking horen houden die ik ooit gehoord heb.

Verteller:De predikant stuurde twee geestelijken naar een bijeenkomst om te weten te komen wat ouderling Woodruff verkondigde. Ook zij waren overtuigd dat ouderling Woodruff de waarheid sprak en lieten zich dopen. De predikant stuurde niemand meer naar de preken van ouderling Woodruff.

(Aangepast overgenomen uit Wilford Woodruff, Leaves from My Journal [1881], 80–81.)

Als de vrijwilligers klaar zijn, stelt u de klas de volgende vragen:

  • Hoe illustreert de ervaring van ouderling Woodruff dat niets de vooruitgang van Gods werk zal stuiten?

  • Hoe gaat de profetie van Joseph Smith over de vooruitgang van Gods werk nu in vervulling? Wat denk je van deelname aan dit werk?

  • Wat kun jij doen om Gods werk te verspreiden? (U kunt de cursisten vragen om die vraag in hun aantekenschrift of Schriftendagboek te beantwoorden.)

Leg uit dat de cursisten in de komende lessen meer te weten zullen komen over de belangrijke gebeurtenissen die plaatsvonden en de beginselen waarin onderwezen werd toen de hoofdzetel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen van 1839 tot 1846 in Nauvoo gevestigd was. Getuig van de besproken beginselen en nodig de cursisten uit die toe te passen.

Toelichting en achtergrondinformatie

De uittocht van de heiligen uit Missouri

‘De maanden na de overgave van Far West (Missouri) waren erg moeilijk voor de leiders van de kerk. Het hele Eerste Presidium – Joseph Smith, Sidney Rigdon en Hyrum Smith – was in de gevangenis. Het Quorum der Twaalf Apostelen was uitgedund. David W. Patten was in het conflict bij de Crooked River omgekomen, Parley P. Pratt zat in de gevangenis, en zijn broer Orson was bij een groep heiligen in St. Louis. Thomas B. Marsh, William Smith en Orson Hyde waren afvallig geworden en dus nutteloos. De taak om in de winter van 1838–1839 en tijdens de uittocht van Missouri naar Illinois in de behoeften van de kerk te voorzien, viel dus grotendeels op de schouders van Brigham Young en Heber C. Kimball. John Taylor werd in december 1838 als apostel geroepen. Wilford Woodruff en George A. Smith werden in april 1839 geroepen. Beide mannen boden in deze moeilijke tijd erg veel hulp.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 211–212.)

Op 26 januari 1839 richtte Brigham Young een verhuiscomité op om de uittocht mogelijk te maken.

‘Tijdens de winter en het voorjaar zorgde dit comité ervoor dat de armen voedsel, kledij en transport hadden. Bijna vierhonderd Heiligen der Laatste Dagen sloten een verbond om al hun bezittingen ter beschikking van het comité te stellen “om de verhuizing uit deze staat van de armen die waardig zijn mogelijk te maken, totdat er niemand meer overblijft die uit de staat wil verhuizen.” [In History of the Church, deel 3, 251.] […]

‘Half februari ging een grootschalige migratie van de heiligen van start. Wagens en spannen waren voorzien, hoewel ze niet van de beste kwaliteit waren; er werd langs de migratieroute voedselvoorraad geplaatst; en het weer was tijdelijk gunstig. Maar Missouri achterlaten was voor de vluchtelingen niet makkelijk. Velen verkochten kostbare bezittingen tegen belachelijk lage prijzen om de nodige middelen te vergaren en de staat te kunnen verlaten.’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 212.)

Wilford Woodruffs ervaringen als zendeling in Engeland

Toen Wilford Woodruff in Engeland op zending was, kreeg hij een ingeving van de Geest die hem opdroeg om naar een ander deel van Engeland te gaan. Ouderling Woodruff belandde in Herefordshire waar hij vele zielen vond die klaar waren om het herstelde evangelie te aanvaarden. ‘Dankzij de inspanningen van Wilford Woodruff en anderen werden ongeveer 1800 mensen in [de graafschappen Herefordshire, Worcestershire en Gloucestershire] bekeerd. […] Wilford Woodruff heeft over die buitengewone tijd geschreven: “Uit de hele geschiedenis van deze zending in Herefordshire blijkt hoe belangrijk het is om te luisteren naar de stille, zachte stem van God, en naar de openbaringen van de Heilige Geest. De mensen baden om licht en waarheid, en toen stuurde de Heer mij naar hen.” [In Matthias F. Cowley, red., Wilford Woodruff (1979), 120.]’ (De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave [lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003], 231.)

Leerstellige ontwikkeling in Nauvoo en omstreken

De Heer openbaarde ‘vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods’ (Geloofsartikelen 1:9) toen de hoofdzetel van de kerk van 1839 tot 1846 in Nauvoo was. Tijdens die periode van openbaring bouwden de heiligen de Nauvootempel, waarin de Heer verordeningen en kennis zou openbaren die ‘van vóór de grondlegging van de wereld verborgen zijn gehouden’ (LV 124:41). De Heer openbaarde in die periode de verordeningen van de doop voor de doden, de tempelbegiftiging en tempelverzegeling. Hij openbaarde ook meer over de aard van de Godheid (zie LV 130:22). Van 1842 tot 1844 schreef de profeet Joseph Smith de geloofsartikelen en publiceerde hij het boek Abraham. Daarin werden moeilijke passages in andere Schriften verduidelijkt en waarheden van het evangelie van Jezus Christus geopenbaard die voorheen onbekend of onduidelijk waren. De profeet verleende het Quorum der Twaalf Apostelen de sleutels van het koninkrijk, zodat zij de kerk na zijn dood konden leiden.

President Gordon B. Hinckley heeft het volgende gezegd over een andere belangrijke ontwikkeling die tijdens de bouw van de Nauvootempel plaatsvond:

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

‘Dit gebouw [de Nauvootempel] was bestemd voor de zaken van de eeuwigheid. Het moest een getuigenis zijn voor iedereen die ernaar keek dat de bouwers geloofden en wisten dat het graf niet het einde is, maar dat de ziel onsterfelijk is en vooruitgang blijft maken. In maart 1844, het jaar waarin hij stierf, had de profeet die leer bevestigd in een magnifieke rede in een bos nabij het tempelterrein. De tekst van die rede is een belangrijk leerstellig document in de theologie van de kerk geworden. Ze staat bekend als de King Follett-toespraak.’ (‘Nauvoo’s Holy Temple’, Ensign, september 1994, 62.)

In de King Follett-toespraak, die de profeet Joseph Smith op de begrafenis van een man met de naam King Follett [hield], legde hij uit dat we bij onze hemelse Vader woonden voordat we naar de aarde kwamen, en dat God wetten heeft ingesteld om ons in staat te stellen vooruitgang te maken:

Afbeelding
De profeet Joseph Smith

‘God, die Zich te midden van geesten en heerlijkheid bevond, achtte het raadzaam, daar Hij intelligenter was, om wetten in te stellen waardoor de rest het voorrecht kon krijgen om net zoveel vooruitgang te maken als Hijzelf. Door de relatie die we met God hebben, kunnen we steeds meer kennis verkrijgen. Hij heeft de macht om wetten uit te vaardigen om de zwakkere intelligenties te instrueren, zodat zij net als Hij de verhoging kunnen ontvangen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 227.)

Joseph Smith legde ook ons potentieel als kinderen van God uit:

Afbeelding
Profeet Joseph Smith

‘Dat is dan het eeuwige leven – de enige wijze en ware God te kennen; en u zult zelf moeten leren om een god te worden en koningen en priesters van God te zijn, […] door van de ene kleine graad tot de andere te gaan, en van een klein vermogen tot een groot; van genade tot genade, van verhoging tot verhoging, totdat u de opstanding uit de doden bereikt en in staat bent in een eeuwige gloed te verkeren en in heerlijkheid te zitten, gelijk zij die in eeuwigdurende macht tronen. […]

 ‘[De rechtvaardigen die zijn gestorven] zullen weer opstaan om in onsterfelijke heerlijkheid in een eeuwige gloed te verkeren, en zullen dan niet meer rouwen, lijden of sterven, maar zullen erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Jezus Christus zijn. Wat houdt dat in? Dezelfde macht beërven, dezelfde heerlijkheid en dezelfde verhoging, tot u de positie van een god bereikt en de troon van eeuwige macht bestijgt, net als zij die u zijn voorgegaan.’ (Leringen: Joseph Smith, 239.)

De geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging

Zie Dochters in mijn koninkrijk: de geschiedenis en het werk van de zustershulpvereniging (2011) om te weten te komen hoe de ZHV het koninkrijk van God op aarde opgebouwd heeft.