Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 5: Dochters van God


Hoofdstuk 5

Dochters van God

‘De macht van gelovige vrouwen is wonderbaarlijk.’

Uit het leven van Gordon B. Hinckley

Gordon B. Hinckley had veel respect voor de kwaliteiten en bijdragen van vrouwen. Hij getuigde ook krachtig van het belang van de vrouw in het eeuwige plan van God. Hij was blij dat vrouwen steeds meer mogelijkheden kregen, en verheugde zich in hun geloof in de Heiland en hun toewijding aan hun gezin en de kerk.

Gordon B. Hinckleys moeder, Ada, was intelligent, onderlegd en hield van literatuur, muziek en kunst. Op 29-jarige leeftijd trouwde ze met weduwnaar Bryant Hinckley en nam ze acht kinderen onder haar hoede die om de dood van hun moeder rouwden. Ze voedde hen liefdevol op, gaf ze de steun die ze nodig hadden, en leerde een groot huishouden runnen. Ada en Bryant kregen samen nog vijf kinderen; Gordon was hun eerste. Hoewel Ada stierf toen Gordon twintig was, bleven haar leringen en voorbeeld voor hem altijd een bron van positieve kracht. Altijd als hij over haar sprak, vermeldde hij de enorme invloed die ze op hem had.

Ook Gordon B. Hinckleys vrouw, Marjorie Pay, had een grote invloed op hem. Ze was een sterke vrouw die aan het evangelie van Jezus Christus toegewijd was. Ze had een buitengewoon groot geloof, was opgewekt en hield van het leven. In een lieve brief uitte president Hinckley zijn liefde en respect voor haar:

‘We hebben samen veel gereisd. We hebben ieder werelddeel bezocht. We hebben bijeenkomsten in grote wereldsteden en veel kleine steden bijgewoond. […] We hebben tot miljoenen mensen gesproken die jou bijzonder waardeerden. Met je ongedwongen woorden heb je de liefde verdiend van iedereen die naar je luistert. Je gezonde verstand, je verfrissende gevatheid, je rustige en onfeilbare wijsheid en je grote, onveranderlijke geloof hebben het hart gestolen van iedereen die naar je luistert. Je onstilbare honger naar literatuur en je onophoudelijke zoektocht naar kennis hebben je gedurende een lang en vruchtdragend leven alert en kwiek gehouden.’1

President Hinckley sprak vaak over de goddelijke aard van vrouwen en spoorde hen aan om meer te bereiken en te geloven. Tot jongevrouwen heeft hij gezegd: ‘Jullie zijn letterlijk dochters van de Almachtige. Je potentieel is oneindig. Als je je leven in eigen hand neemt, ga je een toekomst vol kansen en blijdschap tegemoet. Je kunt je niet veroorloven je talenten of tijd te verspillen. Er liggen grote kansen in het verschiet.’2 Over volwassen vrouwen heeft hij gezegd: ‘De wereld heeft de aanpak, liefde, troost en kracht van vrouwen nodig. Onze ongevoelige maatschappij heeft hun bemoedigende stem, hun aangeboren schoonheid en geest van naastenliefde nodig.’3

Tijdens de algemene conferentie na de dood van zijn geliefde metgezellin, Marjorie, uitte president Hinckley aan het eind van een van zijn toespraken zijn dankbaarheid: ‘Ik ben zo dankbaar, en we moeten allemaal zo dankbaar zijn, voor de vrouwen in ons leven. God zegene hen. Moge zijn grote liefde op hen neerdalen en hen kronen met glans en schoonheid, gratie en geloof.’4

Afbeelding
moeder, dochters

‘Ieder van u is een dochter van God. Denkt u eens na over de wonderlijke betekenis van dat ene uiterst belangrijke feit.’

Leringen van Gordon B. Hinckley

1

Vrouwen bekleden een hoge en heilige positie in het eeuwige plan van God.

Ieder van u is een dochter van God. Denkt u eens na over de wonderlijke betekenis van dat ene uiterst belangrijke feit. […]

Ik breng u de woorden in herinnering die de profeet Joseph Smith in april 1842 tot de leden van de ZHV gesproken heeft. Hij zei: ‘Indien u van de u vergunde voorrechten gebruikmaakt, kunnen de engelen niet anders dan uw metgezel zijn.’ [Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 454.] Wat hebt u een fantastisch potentieel.5

Ieder van u is bijzonder waardevol. […] U bekleedt een hoge en heilige positie in het eeuwige plan van God, onze Vader in de hemel. U bent zijn dochter en waardevol in zijn ogen. Hij heeft u lief en u bent heel belangrijk voor Hem. Zijn grote plan kan zonder u niet slagen.6

‘Laat ik beginnen met tegen u, zusters, te zeggen dat u niet op de tweede plaats komt in het plan van onze Vader voor het eeuwige geluk en welzijn van zijn kinderen. U bent een uiterst belangrijk onderdeel van dat plan. Zonder u kan het plan niet werken. Zonder u valt het hele plan in duigen.7

U hebt als geboorterecht iets meegekregen dat prachtig, heilig en goddelijk is. Vergeet dat nooit. Onze eeuwige Vader is de grote Meester van het heelal. Hij bestuurt alles, maar Hij luistert ook naar de gebeden van zijn dochters en hoort u als u met Hem spreekt. Hij zal uw gebeden beantwoorden. Hij zal u niet in de steek laten.8

2

De raad van de Heer aan Emma Smith geldt voor ons allemaal.

Afdeling 25 van de Leer en Verbonden […] is een openbaring bij monde van de profeet Joseph aan zijn vrouw Emma. […] Hij zei tot Emma en tot ons allen:

‘Een openbaring geef Ik u aangaande mijn wil; en indien u getrouw bent en op de paden van de deugd voor mijn aangezicht wandelt, zal Ik uw leven bewaren en zult u een erfdeel in Zion ontvangen’ [LV 25:2; zie ook vers 16]. […]

Ieder van ons bezit in ruime mate de sleutel tot de zegeningen van de Almachtige. Als we een zegening willen, moeten we de prijs ervoor betalen. Een gedeelte van die prijs bestaat uit trouw zijn. Trouw aan wat? Trouw aan onszelf, aan het beste dat in ons is. Geen enkele vrouw kan het zich veroorloven zichzelf te verlagen, of zichzelf of haar vaardigheden en capaciteiten te kleineren. Laat iedere vrouw haar grote, goddelijke eigenschappen trouw blijven. Wees trouw aan het evangelie. Wees trouw aan de kerk. We worden omringd door mensen die zich erop toeleggen de kerk te ondermijnen, naar zwakheden van haar eerste leiders te zoeken, aanmerkingen op haar programma’s te maken en haar te bekritiseren. Ik getuig dat dit het werk van God is en dat wie zich ertegen keert, zich tegen Hem keert.

Wees Hem trouw. Hij is de enige ware bron van uw kracht. Hij is uw Vader in de hemel. Hij leeft. Hij hoort en verhoort uw gebeden. Wees God trouw.

De Heer zei voorts tot Emma: ‘Indien u […] op de paden van de deugd […] wandelt.’

Ik denk dat iedere vrouw […] weet wat dat betekent. Volgens mij werden die woorden aan Emma Smith — en aan ons allen — gegeven als een voorwaarde voor het ontvangen van een erfdeel in het koninkrijk van God. Gebrek aan deugd is volkomen in strijd met gehoorzaamheid aan de geboden van God. Niets is mooier dan deugd. Geen enkele kracht is groter dan de kracht van deugd. Niets is edeler dan deugd. Geen enkele andere eigenschap is bevalliger, geen enkele andere tooi is aantrekkelijker. […]

De Heer noemde Emma ‘een uitverkoren vrouw’ [LV 25:3]. Ze was, om het met de woorden van een andere Schrifttekst te zeggen, een ‘uitverkoren vat des Heren’. (Zie Moroni 7:31.) Ieder van u is een uitverkoren vrouw. U hebt de wereld achtergelaten door aan het herstelde evangelie van Jezus Christus deel te nemen. U hebt uw keuze gemaakt en als u die trouw blijft, zal God u eren en verheerlijken. […]

Emma moest onder de hand van Joseph geordend9 worden ‘om de Schriften uit te leggen en de kerk aan te sporen, zoals het u door mijn Geest zal worden gegeven’ [LV 25:7].

Ze moest een leerkracht zijn, een leerkracht die in rechtschapenheid en waarheid onderwees. Want de Heer zei over deze roeping tot haar: ‘U zult de Heilige Geest ontvangen, en uw tijd zal worden besteed aan schrijven en aan veel leren’ [LV 25:8].

Ze moest het evangelie bestuderen. Ze moest ook de dingen van de wereld waarin ze leefde bestuderen. Dat werd duidelijk gemaakt in latere openbaringen die eveneens voor ons allemaal gelden. Ze moest haar tijd ‘aan veel leren’ besteden. Ze moest haar gedachten op papier zetten.

Mag ik u, de vrouwen van vandaag, zowel jong als oud, vragen om te schrijven, om een dagboek bij te houden, om uw gedachten op papier te zetten? Schrijven is een geweldige discipline. Het draagt enorm tot uw ontwikkeling bij. Het zal u op allerlei manieren ten goede komen. U zult er anderen mee tot zegen zijn. […]

Met de woorden van de openbaring moest [Emma] ‘de Schriften [uitleggen] en de kerk [aansporen], zoals het u door mijn Geest zal worden gegeven.’

Wat een bijzondere opdracht aan Emma en aan alle vrouwen van deze kerk. Ze moeten volgens de ingevingen van de Heilige Geest kennis opdoen, zich voorbereiden, hun gedachten ordenen, de Schriften uitleggen en tot goede werken aansporen.

De Heer vervolgde: ‘Ik zeg u dat u de dingen van deze wereld terzijde moet leggen en naar de dingen van een betere moet streven’ [LV 25:10].

Volgens mij bedoelde Hij niet dat Emma zich niet om onderdak, voedsel of kleding moest bekommeren. Hij bedoelde dat ze niet geheel door die dingen in beslag genomen moest zijn, iets waartoe zovelen onder ons geneigd zijn. Ze moest zich op de meer verheven dingen van het leven concentreren, de dingen die met rechtschapenheid, goedheid, naastenliefde en de eeuwigheid te maken hebben. […]

Vervolgens zei de Heer: ‘Welnu, hef uw hart op en verblijd u en kleef de verbonden aan die u hebt gesloten’ [LV 25:13].

Volgens mij zegt Hij dat we gelukkig moeten zijn. Het evangelie is een boodschap van vreugde. Het geeft ons een reden om gelukkig te zijn. Natuurlijk maken we ook verdrietige periodes mee. Natuurlijk zijn er ook momenten van ongerustheid en bezorgdheid. We maken ons allemaal zorgen. Maar de Heer heeft ons gezegd ons hart op te heffen en ons te verheugen.10

Afbeelding
vrouw, moeder, grootmoeder in Thailand

‘God zegene u, moeders! […] u [zult] er zijn, u [moet] er zijn, als de kracht van een nieuwe generatie.’

3

Moeders hebben een heilige roeping om hun kinderen in rechtschapenheid en waarheid op te voeden.

De ware kracht van een land, een samenleving of een gezin is te vinden in de karaktereigenschappen die thuis door de kinderen zijn ontwikkeld, op de rustige, eenvoudige manier van hun moeder.11

Het gezin is het kweekbed van nieuwe generaties. Ik hoop dat de moeders onder u beseffen dat ze als puntje bij paaltje komt geen belangrijkere en meer lonende taak hebben dan de opvoeding van hun kinderen in een omgeving van veiligheid, vrede, prettige omgang, liefde en de motivatie om te groeien en te presteren.12

Ik herinner alle moeders aan de heiligheid van hun roeping. Niemand anders kan uw plaats innemen. U hebt geen belangrijker taak, geen bindender plicht dan de kinderen die u ter wereld gebracht hebt in liefde, vrede en integriteit opvoeden.13

Voed uw kinderen op in licht en waarheid. Leer ze bidden als ze nog jong zijn. Lees ze uit de Schriften voor, ook al begrijpen ze niet alles wat u voorleest. Leer ze hun tiende en gaven betalen van het eerste geld dat ze krijgen. Laat dat een gewoonte voor ze worden. Leer uw zonen om vrouwen te respecteren. Leer uw dochters in deugd wandelen. Aanvaard taken in de kerk en vertrouw erop dat de Heer ervoor zal zorgen dat u die taken aankunt. Zo geeft u uw kinderen het goede voorbeeld.14

‘God zegene u, moeders! Als alle overwinningen en nederlagen van de mens zijn geteld, als het stof van de veldslagen van het leven begint op te trekken, als alles waarvoor we in deze wereld zo hard werken voor onze ogen vervaagt, zult u er zijn, moet u er zijn, als de kracht van een nieuwe generatie, de blijvende opwaartse ontwikkelingsgang van de mensheid. De kwaliteit daarvan is mede van u afhankelijk.15

4

Vrouwen hebben grote taken in het heilswerk.

Er schuilen kracht en grote talenten in de vrouwen van deze kerk. Ze geven doelgericht leiding, zijn in zekere mate onafhankelijk, en toch leveren ze met veel voldoening hun aandeel in het koninkrijk van de Heer, waarin ze met de priesterschap samenwerken om het uit te breiden.16

God heeft de vrouw in de kerk bepaalde taken gegeven om zijn koninkrijk op te bouwen. Die omvatten alle aspecten van onze drieledige verantwoordelijkheid — ten eerste, het evangelie in de wereld verkondigen; ten tweede, het geloof en het geluk van de leden van de kerk versterken; en ten derde, het grote werk van de verlossing van de doden verrichten.17

De vrouwen in de kerk werken in dit grote werk van de Heer nauw samen met hun broeders. Vrouwen hebben enorme taken en zijn daarvoor verantwoordelijk. Ze staan aan het hoofd van hun eigen sterke en levensvatbare organisaties die een belangrijke invloed ten goede zijn. Ze staan zij aan zij met de priesterschap en bouwen samen het koninkrijk van God op aarde op. We eren en respecteren u voor uw capaciteiten. We verwachten leiderschap, kracht en indrukwekkende resultaten van de manier waarop u uw organisaties bestuurt. We schragen en steunen u als dochters van God die op een grootse wijze met Hem samenwerken om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van al zijn zoons en dochters tot stand te brengen.18

Afbeelding
jongevrouwen vóór tempel

‘Ik [moedig] alle vrouwen [aan] om hun grote potentieel te verwezenlijken.’

5

De ZHV is een bron van ontelbare zegeningen.

De vrouwen van de ZHV zijn letterlijk voor eeuwig in de armen van onze Heer gesloten. Volgens mij is dit de beste vrouwenorganisatie in de hele wereld. Zij is door God ingesteld. Joseph Smith sprak en handelde als profeet toen hij in 1842 de zustershulpvereniging oprichtte.19

Het is enorm belangrijk dat de vrouwen van de kerk sterk en onverzettelijk pal staan voor alles wat in het plan van de Heer juist en gepast is. Ik ben ervan overtuigd dat er geen enkele organisatie is die met de zustershulpvereniging van deze kerk vergeleken kan worden. […] Als [haar leden] eensgezind zijn en met één stem spreken, is hun kracht onmetelijk.20

Ik heb eens een ringconferentie bijgewoond waar een jonge vrouw, de ZHV-presidente van een alleenstaandenwijk, over dienen en over de grote kansen van de jonge vrouwen in haar wijk sprak. Dat alles hebt u. U hebt een eigen organisatie. U hebt bekwame leidinggevenden die u raad kunnen geven. U hebt mensen die u in moeilijke tijden de hand reiken.21

Wie kan de wonderbaarlijke invloed op het leven van miljoenen vrouwen inschatten, van wie de kennis is toegenomen, het inzicht is vergroot, het leven is verruimd, en van wie het begrip van de zaken Gods is verrijkt door de talloze goede lessen die in de bijeenkomsten van de zustershulpvereniging worden gegeven?

Wie kan de vreugde meten die deze vrouwen ontvangen als ze bij elkaar komen, in de wijk of gemeente met elkaar omgaan en elkaars leven door dierbare en waardevolle vriendschappen verrijken?

Wie kan zich ook maar enigszins de ontelbare daden van naastenliefde voorstellen die zijn verricht, het voedsel dat op lege tafels is gezet, het geloof dat in wanhopige tijden van ziekte is geoefend, de wonden die zijn verbonden, de pijn die door liefdevolle handen en geruststellende woorden is verlicht, de troost die ten tijde van overlijden en eenzaamheid is verleend? […]

Het is onmogelijk de projecten te tellen die door plaatselijke zustershulpverenigingen ondernomen en voltooid zijn. Het is onmogelijk om te schatten hoeveel goeds er in het leven is gekomen van de vrouwen die tot die verenigingen behoren en van hen die zij door hun goede werken tot zegen zijn. […]

Ik bid dat God de zustershulpvereniging van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zal zegenen. Moge de geest van liefde, waardoor de leden […] gemotiveerd worden, blijven groeien en in de hele wereld gevoeld worden. Mogen hun goede werken talrijke mensen ten goede beïnvloeden, waar ze ook verricht worden. En mogen generaties vrouwen door deze vereniging van God licht en begrip, onderwijs en kennis, en eeuwige waarheid ontvangen, in alle landen op aarde.22

6

Verwezenlijk uw goddelijk potentieel.

U behoort tot een grote menigte vrouwen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. […] Niemand kan de enorme kracht ten goede berekenen die u kunt worden. […] Ik draag u op om pal te staan en sterk te zijn om de grote deugden te verdedigen die altijd de ruggengraat van onze sociale vooruitgang geweest zijn. Als u eensgezind bent, is uw kracht onbeperkt. U kunt alles bereiken wat u maar wilt. Een wereld met afbrokkelende waarden, waarin de tegenstander zozeer lijkt te heersen, heeft u heel hard nodig.23

Ik wil alle vrouwen aanmoedigen om hun grote potentieel te verwezenlijken. Ik vraag u niet om iets te doen wat uw capaciteiten te boven gaat. Ik hoop dat u zichzelf niet sart met faalgedachten. Ik hoop dat u zichzelf geen doelen stelt die uw capaciteiten ver te boven gaan. Ik hoop dat u eenvoudigweg zo goed mogelijk doet wat u kunt doen. Als u dat doet, zult u wonderen zien.24

Ik wil mijn dankbaarheid uitspreken voor alle getrouwe vrouwen in de kerk. Het zijn er al miljoenen over de hele wereld. Uw macht ten goede is groot. Uw talenten en toewijding zijn geweldig. Uw geloof en uw liefde voor God, zijn werk en zijn zoons en dochters, is enorm. Blijf het evangelie naleven. Verspreid het onder iedereen met wie u in aanraking komt. Uw goede werken zullen veel meer gewicht in de schaal leggen dan uw woorden. Ga voort in deugdzaamheid, waarheid, geloof en getrouwheid. U bent een onderdeel van het eeuwige plan van God, onze eeuwige Vader. Elke dag is een onderdeel van die eeuwigheid.

Ik weet dat velen van u zware lasten dragen. Ik hoop dat uw vrienden, uw broeders en zusters, u met die lasten zullen helpen. Mogen uw gebeden opstijgen tot de Almachtige die u liefheeft en die krachten en factoren teweeg kan brengen om u te helpen. Dit is een werk van wonderen. U weet het, en ik weet het. Het is voor mij makkelijk te zeggen dat u niet ontmoedigd moet raken, maar ik zeg het toch, en ik moedig u aan om in geloof voort te gaan.25

De macht van gelovige vrouwen is wonderbaarlijk. Dat is keer op keer in de geschiedenis van deze kerk bewezen. Ook in deze tijd zien we dat. Volgens mij maakt dat deel uit van het goddelijke in u.

Zusters, verwezenlijk uw goddelijk potentieel. En maak terwijl u daarmee bezig bent gelijk van deze wereld een betere plek voor uzelf en allen die na u komen.26

God zij dank voor de geweldige vrouwen van deze kerk. Moge Hij in uw hart een gevoel van trots over uw capaciteiten zaaien en een overtuiging van de waarheid die als een roer zal dienen om u veilig door elke storm te loodsen.27

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • Wat leren we van President Hinckley over de gevoelens van onze hemelse Vader ten opzichte van zijn dochters? (Zie onderdeel 1.) Waarom is het belangrijk dat we ‘de hoge en heilige positie’ van vrouwen in Gods eeuwige plan begrijpen?

  • Welke aspecten van de raad van de Heer aan Emma Smith vindt u nuttig? (Zie onderdeel 2.) Wat kunnen we van onderdeel 2 leren over getrouw zijn? Wat kunnen we leren over een ‘uitverkoren vrouw’ zijn? Wat kunnen we leren over het toepassen van de Schriften op onszelf?

  • Wat valt u bij het bestuderen van President Hinckleys raad aan moeders op? (Zie onderdeel 3.) Hoe is de invloed van een moeder u tot zegen geweest? Ouders, waarom hebt u ‘geen bindender plicht’ dan uw kinderen ‘in liefde, vrede en integriteit opvoeden’?

  • Welke voorbeelden hebt u gezien van de ‘kracht en grote talenten’ van de vrouwen in de kerk? (Zie onderdeel 4.) Op welke manier kunnen vrouwen ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van al [Gods] zoons en dochters tot stand […] brengen’? Waarom is het belangrijk dat mannen en vrouwen samenwerken om het werk van de Heer te bevorderen? Welke voorbeelden hebt u daarvan gezien?

  • Neem de zegeningen van de ZHV door die president Hinckley in onderdeel 5 vermeldt. Welke zegeningen hebt u door de inspanningen van ZHV-zusters ontvangen, onder wie ook de zusters die in het jeugdwerk en bij de jongevrouwen dienen? Hoe kunt u de ZHV in uw wijk sterken? Hoe kan de ZHV vrouwen aansporen om meer goeds te doen?

  • Denk na over de aanmoediging van president Hinckley ‘om [uw] grote potentieel te verwezenlijken’ (onderdeel 6). Hoe kunnen we beter begrijpen hoe God ons potentieel ziet? Hoe kunnen we vooruitgang maken in het bereiken van ons potentieel? Wanneer hebt u de wonderbaarlijke ‘macht van gelovige vrouwen’ gezien?

Relevante Schriftteksten

Spreuken 31:10–31; Lukas 10:38–42; Handelingen 9:36–40; Romeinen 16:1–2; 2 Timotheüs 1:1–5; Alma 56:41–48

Onderwijstip

‘Als u zich op een les voorbereidt, bid dan altijd dat de Geest u zal laten weten wanneer u het beste over uw heilige gevoelens kunt spreken. U wordt misschien geleid om uw getuigenis verschillende malen tijdens de les te geven, niet alleen aan het eind.’ (Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], 44.)

Noten

  1. In Glimpses into the Life and Heart of Marjorie Pay Hinckley, red. Virginia H. Pearce (1999), 194–195.

  2. ‘Laat deugd onophoudelijk uw gedachten sieren’, Liahona, mei 2007, 115.

  3. Discourses of President Gordon B. Hinckley, deel 2: 2000–2004 (2005), 509–510.

  4. ‘De vrouwen in ons leven’, Liahona, november 2004, 85.

  5. ‘Stand Strong against the Wiles of the World’, Ensign, november 1995, 98.

  6. ‘Daughters of God’, Ensign, november 1991, 97.

  7. ‘Women of the Church’, Ensign, november 1996, 67.

  8. Zie ‘Blijf op het rechte pad’, Liahona, mei 2004, 112.

  9. President Hinckley gebruikt het woord geordend dat in Leer en Verbonden 25:7 staat, waarvan hij in deze zin een deel citeert. In de Schriften staat bij geordend de voetnoot ‘OF aangesteld’. In het begin van de herstelling werden de termen ordenen en aanstellen vaak door elkaar gebruikt; ordenen had niet altijd betrekking op een priesterschapsambt (zie bijvoorbeeld LV 63:45).

  10. ‘If Thou Art Faithful’, Ensign, november 1984, 90–92.

  11. Motherhood: A Heritage of Faith (brochure, 1995), 6.

  12. ‘Stand Strong against the Wiles of the World’, 99.

  13. ‘Bring Up a Child in the Way He Should Go’, Ensign, november 1993, 60.

  14. ‘Stand Strong against the Wiles of the World’, 99.

  15. Motherhood: A Heritage of Faith, 13.

  16. ‘Women of the Church’, 68.

  17. ‘Live Up to Your Inheritance’, Ensign, november 1983, 84.

  18. ‘If Thou Art Faithful’, 89.

  19. ‘In de armen van zijn liefde’, Liahona, november 2006, 115.

  20. ‘Sterk en onverzettelijk standhouden’, Wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden, 10 januari 2004, 20.

  21. ‘The BYU Experience’, (devotional aan de Brigham Young University, 4 november 1997), 2, speeches.byu.edu.

  22. ‘Ambitious to Do Good’, Ensign, maart 1992, 4–6.

  23. ‘Your Greatest Challenge, Mother’, Ensign, november 2000, 97.

  24. Teachings of Gordon B. Hinckley (1997), 696.

  25. ‘Daughters of God’, 100.

  26. ‘Rise to the Stature of the Divine within You’, Ensign, november 1989, 97–98.

  27. ‘Live Up to Your Inheritance’, 84.