2005
De kanarie die het beste zong
Augustus 2005


LUISTER NAAR DE STEM VAN EEN PROFEET

De kanarie die het beste zong

J aren geleden werd ik geroepen als bisschop van een grote wijk. Op een avond ging de telefoon. Een stem zei: ‘Bisschop Monson, u spreekt met het ziekenhuis. Kathleen McKee, een lid van uw wijk, is zojuist overleden. Uw naam staat op de lijst met mensen die wij daarvan op de hoogte moeten stellen. Kunt u meteen naar het ziekenhuis komen?’

Toen ik daar arriveerde, kreeg ik een sleutel van de flat waar Kathleen woonde. Ik ging naar de flat, deed het licht aan, en ontdekte een brief. Dit stond erin:

‘Bisschop Monson,

‘Ik denk dat ik niet meer uit het ziekenhuis terugkom. In de keuken vindt u mijn drie dierbare kanaries. Twee zijn prachtig goudgeel en mooi getekend. Op de kooien heb ik aangegeven naar welke vriend of vriendin ze moeten. In de derde kooi zit Billie. Dat is mijn lievelingetje. Billie ziet er een beetje sjofel uit, en zijn gele vleugels hebben grijze vlekken. Wilt u hem in huis nemen? Hij is niet moeders mooiste, maar hij zingt het mooiste.’

Kathleen McKee had vriendschap gesloten met veel behoeftige omwonenden. Ze was een lichtpuntje geworden in elk leven waar ze mee in aanraking kwam. Kathleen leek veel op Billie, haar geliefde gele kanarie met grijze vlekken op de vleugels. Ze was niet met schoonheid gezegend. Maar door haar gezang waren anderen beter bereid om hun lasten te dragen.

De wereld is vol gele kanaries met grijze vlekken op hun vleugels. Sommige zijn jonge mensen die niet weten wie zij zijn, wat ze kunnen worden, of zelfs wat ze willen worden.

Wij zijn zoons en dochters van God. En ja, we leven in een wereld waar een goed karakter [vaak] minder gewaardeerd wordt dan schoonheid of charme. Maar wat zeggen de geïnspireerde woorden van God? In onze oren klinkt de raad die de Heer de profeet Samuël heeft gegeven: ‘Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan’ (1 Samuël 16:7).

Hij roept jullie en mij om Hem hier te dienen. Laten we daarbij blijk geven van onze liefde voor Hem en voor al onze medemensen.

Naar ‘Yellow Canaries with Gray on Their Wings’, Ensign, aug. 1987, pp. 2–5.