2005
Ik heb het gevonden!
Augustus 2005


Ik heb het gevonden!

Of we de gegevens van onze voorouders nu zoeken op een begraafplaats, op het internet, of tussen oude, vergeelde papieren, de Heer zal ons helpen.

Sinds de dag dat Grace Dywili Modiba zich met haar moeder en zusters in 1984 lieten dopen, voelde Grace zich aangetrokken tot familiehistorisch werk.

‘Ik kreeg het nodige van mijn tantes, ooms en andere verwanten’, zegt Grace, lid van de wijk Atteridgeville in de ring Pretoria (Zuid-Afrika). ‘Maar het was me toch moeilijk om gegevens over mijn betovergrootouders te pakken te krijgen. Het antwoord op mijn gebed begon zich op een maandagmorgen in 2001 te ontvouwen, toen mijn moeder mij belde met de mededeling dat mijn nicht overleden was.

‘We maakten ons op om naar de begrafenis te gaan in de streek waar mijn ouders zijn opgegroeid. Dat was ongeveer 200 kilometer ten noorden van Atteridgeville bij de grens met Botswana, vandaar dat we daar niet vaak naartoe waren gegaan.

‘Mijn moeder, twee van mijn zussen en ik vingen de reis op vrijdag aan, een dag vóór de begrafenis. Toen we ’s avonds laat bij het huis van mijn tante aankwamen, troffen we daar veel familieleden en vrienden. Nadat we de toebereidselen voor de begrafenis hadden getroffen, waren we moe, maar er was geen slaapplaats voor ons. Gelukkig zei een van mijn nichten dat we de nacht bij haar thuis konden doorbrengen, als de lange wandeling geen bezwaar was. We namen het aanbod graag aan. Het was een heel donkere nacht, maar de weg was veilig en vredig. Na aankomst duurde het niet lang of iedereen lag op een oor.

‘De volgende ochtend was ik van de bezoekers de eerste die op was. Mijn nicht was al druk in de weer. Ze gaf mij water waarmee ik mij kon wassen, en toen ik daarmee klaar was, zei iets in mij dat ik naar buiten moest gaan.

‘Toen ik een paar meter van het huis af was gelopen, zag ik tot mijn verrassing twee grafstenen in de tuin staan. Ik liep er langzaam op af en geloofde mijn ogen niet toen ik zag dat het de grafstenen waren van mijn betovergrootouders. Daar las ik de namen en datums die ik zo hard nodig had! Ik ben snel het huis ingerend om mijn nicht opgetogen over mijn ontdekking te vertellen en hoe lang ik op zoek was geweest naar deze voorouders.

‘En nu ik over die gebeurtenissen nadenk, weet ik dat alles met een doel gebeurt. Ik weet dat God leeft en dat Jezus mijn Heiland is, en ik ben Hun dankbaar voor deze gegevens.’

Dergelijke ervaringen komen vaak voor onder hen die ijverig op zoek gaan naar hun familie. Ouderling Melvin J. Ballard (1873– 1939) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft getuigd dat ‘de geest en invloed van onze doden gevoeld zal worden door hen die geïnteresseerd zijn in die documenten. Als er ergens op aarde iets over hen te vinden is, zult u het vinden (…). Maar u moet er wel aan beginnen.’1

Hieronder staan ervaringen van mensen die op zoek waren, en door de Heer naar de documenten met de benodigde namen, datums of plaatsen zijn geleid.

Een cowboy berijdt het internet

LeAnn Coshman, hoofd van het centrum voor familiegeschiedenis in Santa Maria (Californië), schrijft: ‘Zoals de meeste familiehistorici heb ik mijn verhalen over hulp van boven en over gevonden voorouders. Maar een is wel heel bijzonder.

‘We hadden een kraam op de jaarmarkt van onze county. Op een groot spandoek stond de tekst “Centrum voor familiegeschiedenis — het gezin is eeuwig” te lezen. Een ruige cowboy stond zwijgend naar de spullen te kijken die op de toonbank lagen uitgestald. Ik sprak hem aan en vroeg hem of ik misschien een van zijn voorouders voor hem kon opzoeken. Hij was niet alleen verlegen, hij had ook een lastig spraakgebrek, wat de communicatie vermoeilijkte. Hij gaf aan dat hij helemaal niets afwist van zijn voorouders en zei vervolgens dat hij niet eens wist of zijn ouders nog leefden. Met die opmerking had hij mijn volle aandacht. Hij vertelde mij dat hij als tiener met ruzie het huis was uitgegaan. Vanaf die tijd had hij aan ‘rodeorijden’ gedaan, maar nu was hij min of meer ‘gesetteld’. Hij was getrouwd en had twee kinderen.

‘Ik vroeg hem naast mij plaats te nemen aan een van de computers. Ik legde uit dat we doorgaans geen onderzoek deden naar levenden, maar ik bood aan voor hem de U.S. Social Security Death Index na te kijken om te zien of zijn vader overleden was. Aangezien de naam van zijn vader nogal ongewoon was, zou die makkelijk te vinden zijn. Toen we de naam niet vonden, waren we blij omdat het betekende dat hij waarschijnlijk nog leefde.

‘Met nog wat zoekerij op het internet, lukte het me om summiere informatie over de vader van de cowboy te vinden, inclusief zijn huidige adres en telefoonnummer. Terwijl hij zijn ogen gericht hield op het computerscherm, herhaalde hij verschillende keren: ‘Ik kan het niet geloven. Dat is mijn vader.’ Ik raadde hem aan zijn vader te bellen, maar hij zei: ‘Dat doe ik liever niet. Mijn vader wil toch niet met mij praten — mijn moeder misschien wel, maar mijn vader niet.’ Ik drukte de gegevens af en overhandigde die aan hem. Ik gaf hem in overweging om een brief te schrijven als hij liever niet belde. Ik opperde dat hij, ongeacht hoe hij en zijn ouders uit elkaar waren gegaan, zijn ouders om vergiffenis kon vragen en ze zeggen dat hij ze miste. Ik liet er nog de aanmoediging op volgen dat zijn ouders vast en zeker hun kleinkinderen wilden zien.

‘Toen ik hem nakeek, sprak ik in stilte een gebed voor hem uit. Ik had niet verwacht dat ik ooit nog iets van hem zou horen, maar twee dagen later stond deze cowboy weer voor de kraam. Ik liep hem met uitgestrekte hand tegemoet en vroeg, nee, zei: “Je hebt gebeld!”

‘Hij zei: “Jazeker, en vanochtend om zes uur stonden ze op mijn stoep!”

‘Hij probeerde zijn dankbaarheid onder woorden te brengen, maar het kostte hem veel moeite de woorden uit te spreken. Dus schudde ik hem nogmaals de hand en zei dat hij geen woord meer hoefde te zeggen, omdat ik het helemaal begreep. Hij hield mijn hand vast, wilde die niet loslaten, dus deed ik een stap naar voren om me door hem te laten omhelzen, wat hij waardeerde.

‘Ik ben dankbaar dat ik deze man kon helpen met het vinden van zijn ouders. Ik kijk nu anders tegen die welbekende tekst aan: “Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen” (Maleachi 4:6).’

Een stoffig document

Angel Daniel Gatica uit de wijk Villa Elvira in de ring La Plata Villa Elvira (Argentinië) vertelt dat hij een keer door de Geest is geleid naar documenten die hij nodig had.

‘Toen ik mijn familie in het midden van Argentinië opzocht, besloten mijn vrouw en ik een van de tantes van mijn moeder op te zoeken. Ik wist dat verschillende van haar inmiddels overleden broers en zusters in de afgelopen vijf jaar bij haar in huis hadden gewoond. Ik bad de Heer of Hij de weg wilde bereiden, zodat ik verder kon met mijn familiehistorisch onderzoek.

‘Toen we arriveerden, was het of de tijd was blijven stilstaan. Niet één koffer of tas was van zijn plaats geweest, alle stonden ze daar zoals haar broers en zusters ze hadden achtergelaten. De hele morgen probeerde ik mijn tante zover te krijgen dat ik in de koffers mocht kijken, maar ze voelde daar niets voor. Na de middagmaaltijd zei ze dat ik er een mocht openmaken. Ik bad in stilte, stond open voor hemelse hulp. Ik koos er een uit. Voorzichtig opende ik hem, waarna ik er het ene na het andere vergeelde document uit haalde.

‘Even later vond ik een oud boekje, waarin alle gegevens van mijn oudoom stonden. Ik bleef zoeken en vond andere documenten met gegevens over de andere broers en zusters van mijn tante. Zo te zien was de koffer voor de rest gevuld met oude tijdschriften en krantenknipsels. Ik deed alles weer in de koffer en deed hem dicht, maar de Geest bracht mij ertoe nog een keer in de koffer te kijken. Weer opende ik de koffer. Ik zette hem op zijn kop en liet de papieren op de grond vallen.

‘Toen zag ik bovenop de stapel tijdschriften en krantenknipsels een oud maar in goede staat verkerend document liggen. Ik sloeg het voorzichtig open en las: ‘Geboorteakte van Guadalupe Sepúlveda’. Dat was mijn overgrootvader van moederszijde, die een eeuw voor mij was geboren.

‘Ik rende naar mijn tante en liet het haar zien. Ze had het nog nooit gezien. Ze nam het ter hand en streelde het zachtjes.

‘“Mijn vader heeft dit in zijn handen gehouden”, fluisterde ze. Toen drukte ze het aan haar hart en weende. Daarna gaf ze het terug aan mij en beloofde mij dat ik het na haar dood mocht hebben.

‘De enige datum die ik nog niet had, was de geboortedatum van een van mijn oudooms. Ik vroeg me af of deze grote familie incompleet zou blijven.

‘Mijn vrouw en ik gingen weg en dankten mijn tante voor haar hulp. Terwijl we door de lange hal liepen, schoot het me te binnen dat ik iets vergeten had. Ik rende terug en gooide de deur open. Door de windvlaag die ontstond, waaide er een oud mandje om, dat documenten bevatte die jarenlang niet waren aangeraakt. Ik keek ernaar. Wat is dat voor document?, dacht ik. Ondanks de laag stof zag ik een datum staan.

‘Ik blies het stof er voorzichtig af en vouwde het document open. Op deze broze en vergeten akte stond daar, nog steeds leesbaar, de geboortedatum die ik nodig had. Op dat moment drong de Geest zo onmiskenbaar tot mijn hart door, dat ik mijn tranen de vrije loop liet.

‘“Bedankt jongen, voor je bezoek”, sprak mijn bejaarde tante.

‘“Dank u, tante, dat ik bij u langs mocht komen”, antwoordde ik.

‘Ik gaf haar een afscheidszoen. Dat was de laatste zoen die ik haar in dit leven zou geven. Dankzij de hulp van mijn tante en de inspiratie van de Heer zijn alle kinderen van mijn overgrootvader van moederszijde voor de eeuwigheid verzegeld.’

En zo floreert het familiehistorisch en tempelwerk. Veel leden die ijverig zoeken naar de namen, datums en plaatsen van hun familieleden geven het ene getuigenis na het andere over de hemelse hulp die zij krijgen. De Heer opent wegen en verschaft middelen, zodat wij de informatie vinden die we nodig hebben. Het gevolg is dat allen worden gezegend.

NOOT

  1. In: Bryant S. Hinckley, Sermons and Missionary Services of Melvin Joseph Ballard (1949), p. 230.