2005
Hans Nieto uit Guayaquil (Ecuador)
Augustus 2005


VRIENDSCHAP SLUITEN

Hans Nieto uit Guayaquil (Ecuador)

Hans Eduardo Nieto, een jongen van negen jaar uit Guayaquil, in Ecuador, is al een zendeling sinds zijn geboorte.

Hans heeft alleen een moeder. Toen hij geboren werd, was zijn moeder geen lid van de kerk. Maar de familie waar ze in het huishouden werkte, bestond uit heiligen der laatste dagen. Ze vroegen of ze het een goed idee vond om de baby mee naar de kerk te nemen voor een zegen.

Hoewel de moeder van Hans zelf niet naar de kerk wilde, vond ze het wel goed dat ze de baby meenamen voor de zegen. En Hans is sindsdien altijd naar de kerk gegaan. Waar zijn moeder en hij ook woonden, ze vond altijd leden die hem wel mee naar de kerk wilden nemen.

Toen Hans acht was, werd hij gedoopt. En nu bereidt hij zich voor om diaken te worden in de Aäronische priesterschap.

Waarom ging de moeder van Hans niet met hem mee naar de kerk? ‘Omdat ik een erg verdrietig, duister verleden heb’, zegt ze. ‘Ik begreep niet dat mijn hemelse Vader mij zo liefheeft. Ik wist niet dat Hij me mijn fouten kon vergeven. Maar Hans was een licht dat mij naar de waarheid leidde.’

Hans liet zijn licht helder schijnen, ook in moeilijke tijden.

Toen hij zes was, brak hij bij een val zijn arm. Dat ongelukje werd een grote zegen. Zijn moeder was van plan om naar de Verenigde Staten te verhuizen en Hans een tijdje bij haar zus in Ecuador te laten. ‘Maar toen hij zijn arm brak, besefte ik dat mijn hemelse Vader mij zei dat ik mijn zoon niet moest achterlaten. Als ik dat had gedaan, had hij niet naar de kerk kunnen gaan’, zegt ze.

En toen liet de moeder van Hans, Antonia Yolanda Nieto, zich dopen. Sindsdien is haar getuigenis blijven groeien en heeft ze in de Guayaquiltempel haar begiftiging ontvangen. Hans was de zendeling die zijn moeder het licht van het evangelie bracht.

Ze zegt dat hij voor haar nog steeds een zendeling is. ‘Het eerste wat hij elke ochtend doet, is een half uur in de Schriften lezen’, zegt zuster Nieto. ‘En elke avond leest hij nog eens een half uur in de Schriften.’ Soms luistert ze als hij hardop leest. Hij leest ook De Kindervriend in de Liahona en weet altijd waar de laatste boodschap van het Eerste Presidium over gaat.

Hans helpt zijn moeder met haar kerkroeping — de Liahona rondbrengen aan leden in hun wijk. De bisschop krijgt de tijdschriften in een doos, en Hans helpt zijn moeder om ze naar de mensen te brengen. ‘Als ze niet in de kerk zijn, geef ik hun exemplaar van de Liahona mee aan iemand die ze kent. Of ik breng hem zelf’, zegt hij.

Hans is ook een zendeling door op school een voorbeeld voor zijn vrienden te zijn. Hij speelt voetbal en basketbal en is goed in sporten. En hij probeert sportief te zijn. ‘Als ik met mijn vrienden voetbal speel, laat ik ze van mijn water drinken, zodat ze geen dorst krijgen’, zegt hij. Er zijn wel eens vrienden en neefjes met hem meegegaan naar activiteiten van de kerk.

Hans gaat naar een particuliere school. De helft van zijn schoolgeld wordt betaald uit een beurs die hij verdient met goede cijfers en goed gedrag. Zijn moeder betaalt de andere helft uit het geld dat zij verdient als hulp in de huishouding. ‘De Heer zegent ons omdat we onze tiende en vastengaven betalen’, zegt ze. Hans wil later piloot worden. ‘Ik wil graag vliegen’, zegt hij.

Hij kijkt ernaar uit om in de tempel dopen voor de doden te doen als hij twaalf is. Zijn moeder heeft zich voor enkele van hun voorouders laten dopen. ‘Ze zegt dat het heel erg fijn is, en ik wil dat ook meemaken’, legt Hans uit.

Omdat hij als lid al zoveel succes heeft met zendingswerk, hoopt Hans ooit zijn licht te laten schijnen als voltijdzendeling. ‘Ik weet dat veel mensen op het evangelie wachten’, zegt hij. Hij bereidt zich voor ‘door de geboden te gehoorzamen. En als ik geld krijg, spaar ik het voor mijn zending.’ Hij bereidt zich ook voor door naar het jeugdwerk te gaan, waar hij graag liedjes en lofzangen zingt.

Hans zegt: ‘Ik voel mijn getuigenis in mijn hart, mijn verstand en mijn ziel.’ Hij houdt van het Boek van Mormon en heeft de geloofsartikelen en veel andere schriftteksten uit zijn hoofd geleerd. ‘Soms denk ik dat ik ze niet kan leren’, zegt hij. ‘Maar dan bid ik en helpt mijn hemelse Vader me.’ Hans heeft laatst Jakobus 1:5–6 uit het hoofd geleerd — de verzen waardoor Joseph Smith besloot om in het heilige bos te gaan bidden. ‘Ik leer schriftteksten uit mijn hoofd zodat ik ze altijd in mijn hart heb, vooral als ik problemen heb’, zegt hij.

Bisschop Eduardo E. Martillo uit de wijk Tarqui in de ring Guayaquil-Alborada herinnert zich nog dat Hans voor het eerst zijn getuigenis gaf in de vasten-en-getuigenisdienst. ‘We dachten dat hij schriftteksten voorlas, want hij zei ze foutloos op. Maar toen beseften we dat hij ze uit het hoofd kende. Hans is een beste jongen. Hij wordt een sterk leider van de kerk in Ecuador.’

Hans Nieto laat zijn licht helder schijnen met een glimlach op zijn gezicht.