2009
De zegeningen van het evangelie zijn er voor iedereen
November 2009


De zegeningen van het evangelie zijn er voor iedereen

Gods kinderen kunnen zijn plan van geluk nu beter dan ooit begrijpen.

Afbeelding
Elder Joseph W. Sitati

Enkele weken geleden stonden ouderling Melvin R. Perkins, een gebiedszeventiger uit Alaska, en ik op het spreekgestoelte tijdens de conferentie van de ring Vancouver British Columbia (Canada). Met ontroerende stem moedigde hij de heiligen aan om zich het volgende voor te stellen: Een afstammeling van de mormoonse handkarpioniers en een bekeerling uit een verafgelegen Afrikaans land, die samen de Heer dienen.

Van het bescheiden begin in Fayette (New York), 180 jaar geleden, is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen nu een wereldwijde godsdienst geworden. Ik sta hier als getuige van dat wonderbaarlijke werk. Ik bid dat de Geest van de Heer tijdens mijn toespraak bij u en bij mij zal zijn.

Ik ben dankbaar voor de sleutels van openbaring in deze laatste bedeling. Doordat de hedendaagse profeten die sleutels sinds de herstelling gebruiken, kunnen Gods kinderen zijn plan van geluk nu beter dan ooit begrijpen.

De liefde van onze Vader in de hemel is overduidelijk nu de weg is geopend voor alle levenden en doden uit ieder land, nu en in de toekomst, om door het gebruik van hun keuzevrijheid in zijn tegenwoordigheid de verhoging te ontvangen. De norm is hetzelfde en ook de zegeningen zijn voor iedereen hetzelfde. God heeft bevestigd dat Hij geen aannemer des persoons is.

Het evangelie heeft zich op aarde uitgebreid zodat Gods doel verwezenlijkt kan worden om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.

Na de val sloten onze eerste voorouders, Adam en Eva, een eeuwig verbond met God voor hun eeuwig heil.1 Toen Adams kinderen zich vermenigvuldigden, kwamen er twee groepen tevoorschijn.

Een groep die door Henoch werd geleid, hield zich zo goed aan het verbond dat ze niet langer op aarde konden blijven. Dus nam de Heer ze tot Zich.2

De tweede groep was zo goddeloos geworden dat ze door de oordelen Gods werden getroffen. Ze verdronken in de zondvloed, waardoor alleen het gezin van Noach3, een rechtschapen nakomeling van Henoch4, overbleef.

God sloot een verbond met Noach, met de belofte dat het leven op aarde nooit meer door een vloed zou worden vernietigd.5

Toen de nakomelingen van Noach zich vermenigvuldigden, werden velen weer goddeloos. Uit hoogmoed bouwden ze de toren van Babel. God liet de oordelen uit de hemel op hen neerkomen. Hun taal werd verward en ze werden over de hele aarde verstrooid. Slechts enkele mensen die gehoorzaam waren, werden gespaard.6

Een van de mensen die gespaard bleef, was de broeder van Jared, een heel gelovig man, die bij de Heer pleitte voor de rechtschapen Jaredieten. De Heer leidde ze naar het Amerikaanse halfrond met de belofte dat ze, als zij Hem zouden dienen, vrij zouden van knechtschap en van gevangenschap en van alle andere natiën onder de hemel.’7 De Nephieten werden later naar datzelfde halfrond geleid. Uiteindelijk werden zowel de Jareditische als de Nephitische beschavingen verwoest, want zij waren niet getrouw gebleven.

Een andere gelovige man was Abraham, een afstammeling van Noach, die naar Kanaän werd geleid. God sloot een verbond met Abraham, met aanvullende beloften dat zijn nakomelingen talrijk zouden zijn als de sterren aan de hemel8 en dat met zijn nageslacht ‘alle volken der aarde gezegend [zouden] worden.’9 De volken die in de beloften genoemd worden, waren de nakomelingen van Noach die na de toren van Babel verstrooid waren en in algemene zin als de andere volken bekend stonden.

God hernieuwde het verbond met Abrahams zoon Isaak, en zijn kleinzoon Jakob, die later Israël zou heten.

Omdat de nakomelingen van Israël de voorwaarden van het verbond niet konden verdragen, werd het in de bedeling van Mozes veranderd. Ze sloten een lager verbond en verbleven onder de Israëlieten totdat Christus tijdens zijn aardse bediening de volheid van het evangelie herstelde.’10

Na zijn opstanding zei de Heiland dat de tijd was aangebroken dat het evangelie ook aan de andere volken gepredikt zou worden.11 Eerder had Hij in de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard geopenbaard dat de andere volken één voor één bezocht zouden worden. Maar de zegeningen zouden hetzelfde zijn, ongeacht de volgorde van de uitnodigingen.12

Na de hemelvaart van de Heiland bezat de presiderende apostel, Petrus, een nakomeling van Israël, de sleutels van het priesterschap waarmee hij leiding gaf aan de kerk. Het is belangrijk dat hoewel de Heiland al toestemming had gegeven, Petrus Cornelius, de eerste uit een ander volk, pas doopte nadat hij een specifieke openbaring had ontvangen om dat te doen.13

De bediening onder de andere volken werd onderbroken door de dood van Petrus14 en de andere apostelen, waarna de sleutels van het priesterschap van de aarde werden weggenomen. De lange periode van de afval volgde.

De sleutels werden door de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes hersteld en in 1829 aan Joseph Smith gegeven, vlak voordat de kerk werd opgericht. Het evangelie was opnieuw in zijn volheid op aarde, en begon zich als het nieuw en eeuwig verbond onder de andere volken uit te breiden.

Bij monde van de profeet Joseph Smith openbaarde de Heer dat het bepalende criterium van de volgorde waarin de andere volken uitgenodigd zouden worden, afhankelijk was van het vermogen om het koninkrijk van God in de laatste dagen geestelijk en stoffelijk te bevorderen.15

We zien dat toen de herstelde kerk zich op aarde begon te vestigen, de profeten de wil van God zochten en volgden wat betreft de manier waarop het evangelie onder de natiën zou worden verspreid.

Ik heb de openbaring van de profeet Zenos in de gelijkenis van de olijfboom in vervulling zien gaan. Rechtschapen mensen in veel landen nemen deel aan het verbond dat God met Israël heeft gesloten.16

Ik heb de goede vruchten van het evangelie in mijn eigen werelddeel, Afrika, zien bloeien. Na slechts dertig jaar zijn er nu zo’n driehonderdduizend heiligen. In de leerstellingen en beginselen van het herstelde evangelie vinden velen een anker voor hun geloof. Gezinnen die uit hun landelijke gemeenschap zijn vertrokken, op zoek naar een betere toekomst in de stad, hebben een nieuwe manier gevonden om zich vast te houden aan de sterke familietradities die in deze tijd van globalisering steeds meer aangetast worden. De Geest van de Heer werkt steeds meer op de mensen in.

Er ontwikkelt zich een nieuwe celestiale cultuur in gezinnen, gevoed door gehoorzaamheid aan de raad van de hedendaagse profeet om dagelijks te bidden, de Schriften te bestuderen en wekelijks gezinsavond te houden. Daarom zijn velen in staat om zich los te maken van de ketenen van tradities die de keuzevrijheid beperken.

Ik kan u uit eigen ervaring vertellen dat drie van onze kinderen onlangs in de tempel zijn getrouwd, zonder de belemmering van een bruidsschat, een traditioneel gebruik waardoor veel jonge mannen en vrouwen ertoe gedreven worden om ongehuwd samen te wonen. Het is nu mogelijk om in Accra (Ghana), Aba (Nigeria) en Johannesburg (Zuid-Afrika) in de tempel te trouwen. Daardoor hebben wij nu nieuwe hoop in de heiligheid van het huwelijk.

Ik getuig van de Heiland, Jezus Christus, door wie we het evangelie en de belofte van verhoging hebben gekregen. Ik getuig van onze hedendaagse profeet, president Thomas S. Monson, van wie we de verzekering hebben gekregen dat iedereen het eeuwig heil kan ontvangen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Mozes 6:52, 57, 59.

  2. Zie Mozes 7:19–21.

  3. Zie Genesis 6:17–22; zie ook Mozes 7–8.

  4. Zie LV 84:14–15.

  5. Zie Genesis 8:11–21; 9:8–10.

  6. Zie Genesis 11:1–8.

  7. Zie Ether 2:8–12; zie ook Ether 1:33–43; 4–6.

  8. Zie Genesis 12–17; 22; zie ook Abraham 1–2.

  9. Genesis 22:18.

  10. Zie Hebreeën 7:11–12, 19–22; LV 84:24–25.

  11. Zie Matteüs 28:18–20.

  12. Zie Matteüs 20:1–16.

  13. Zie Handelingen 10.

  14. Zie Gids bij de Schriften, ‘Petrus’, pp. 166–167.

  15. Zie LV 58:1–12.

  16. Zie Jakob 5:57–68.