2009
Anderen de influisteringen van de Geest helpen herkennen
November 2009


Anderen de influisteringen van de Geest helpen herkennen

Wij kunnen anderen helpen om de ingevingen van de Geest beter te herkennen als wij getuigen van de invloed van de Heilige Geest in ons leven.

Afbeelding
Vicki F. Matsumori

Aan het einde van de dag gaan twee zendelingen net op weg naar huis als de een plotseling tegen de ander zegt: ‘Ik heb het gevoel dat we hier nog moeten aanbellen.’ Een huisonderwijzer krijgt de ingeving om een van de gezinnen te bellen die hij een paar dagen daarvoor had bezocht. Een jongevrouw was van plan om naar het feestje van een schoolvriendin te gaan, maar krijgt de indruk dat ze thuis moet blijven.

Hoe wisten de zendelingen dat zij bij het huis moesten aanbellen van iemand die om hen had gebeden? Of de huisonderwijzer dat hij een gezin moest bellen dat in nood zat? Of de jongevrouw dat zij een situatie moest vermijden waar haar normen in het geding konden komen? In elk van deze situaties werden zij geleid door de invloed van de Heilige Geest.

Dergelijke ervaringen maken leden over de hele wereld geregeld mee, en er zijn mensen die de leiding van de Geest dagelijks in hun leven willen ervaren. Hoewel iedereen kan leren om de influisteringen van de Geest te herkennen, wordt dat leerproces bevorderd als anderen ons meer begrip bijbrengen over de Heilige Geest, hun getuigenis geven en een omgeving scheppen waarin wij de Geest kunnen voelen.

De leer begrijpen

Het belang om anderen begrip bij te brengen staat in de Leer en Verbonden beschreven. Ouders ‘in Zion, of in een van haar georganiseerde ringen’ worden geacht hun kinderen ‘de leer (…) [te] leren begrijpen’.1

Of het nu gaat om een les in de kerk, een zendelingenles of een les op de gezinsavond, onderwijzen in de leer van de Heilige Geest kan anderen deze belangrijke gave helpen begrijpen. Wij leren dat ‘de Geest van Christus (…) aan ieder mens (wordt) gegeven, opdat hij goed van kwaad zal kunnen onderscheiden.’2 Het recht op het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest komt echter pas als leden die gave ontvangen door handoplegging van hen die daartoe het gezag bezitten.3

Dit gezelschap kunnen wij blijven genieten als wij getrouw zijn. Wij leren dat ‘de Geest des Heren (…) niet in onheilige tempels [woont]’4 en dat als wij ‘deugd onophoudelijk [onze] gedachten [laten] sieren’, de Heilige Geest onze ‘constante metgezel’ zal zijn.5

De Schriften en de profeten leren ons hoe wij dit voortdurende gezelschap zullen merken. De Heer vertelt ons: ‘Ik zal in uw gedachten en in uw hart tot u spreken door de Heilige Geest, die op u zal komen en die in uw hart zal wonen.’6 Enos verklaarde: ‘Terwijl ik aldus in de geest worstelde, zie, klonk de stem des Heren (…) in mijn binnenste.’7 Joseph Smith heeft gezegd: ‘Wanneer u voelt dat u zuivere intelligentie toevloeit, kunt u plotselinge invallen krijgen.’8 President Henry B. Eyring beschreef de invloed van de Heilige Geest als ‘vrede, hoop en vreugde.’ Hij voegde daaraan toe: ‘En ik heb bijna altijd een gevoel van licht gehad.’9

Mijn favoriete beschrijving komt echter van een achtjarige jongen die net de Heilige Geest had ontvangen. Hij zei: ‘Ik had een zonnig gevoel.’

Ons getuigenis geven

Het is echter niet altijd makkelijk om deze ‘zonnige’ momenten in het begin te onderscheiden. In het Boek van Mormon wordt gesproken over enkele getrouwe Lamanieten die ‘werden gedoopt met vuur en met de Heilige Geest; en zij wisten het niet.’10

Wij kunnen anderen helpen om de ingevingen van de Geest beter te herkennen als wij getuigen van de invloed van de Heilige Geest in ons leven. Bedenk dat sommige ervaringen te heilig zijn om over te praten. Maar door van de Geest in ons leven te getuigen, zullen zij die onbekend zijn met dergelijke ingevingen dit soort gevoelens eerder herkennen.

Ik ben als eerste in onze familie lid van de kerk geworden. Als achtjarige had ik verwacht mij anders te voelen na mijn doop. Om eerlijk te zijn, voelde ik me toen ik uit het water kwam eigenlijk alleen maar kletsnat. Ik dacht dat er bij de bevestiging wel iets spectaculairs zou gebeuren. Maar nadat ik de Heilige Geest had ontvangen, was ik wel blij, maar zeker niet meer dan een paar minuten daarvoor.

Pas de volgende dag tijdens de vasten- en getuigenisdienst ervoer ik wat ik nu herken als de invloed van de Heilige Geest. Een broeder gaf zijn getuigenis en vertelde over de zegeningen van zijn lidmaatschap in de kerk. Ik kreeg een warm gevoel over me heen. Zelfs als achtjarig kind merkte ik dat dit iets bijzonders was. Er kwam een vredig gevoel over me, en de duidelijke indruk dat mijn hemelse Vader blij met me was.

Een omgeving scheppen waarin wij de Geest kunnen voelen

Er zijn plaatsen waar we de Geest makkelijker kunnen voelen. Getuigenisdiensten en algemene conferenties zijn enkele van die plaatsen. Tempels horen daar zeker ook bij. Wij staan allemaal voor de uitdaging om een omgeving te scheppen waarin wij de Geest dagelijks bij ons thuis en wekelijks in de kerk kunnen ervaren.

Een van de redenen waarom wij dagelijks horen te bidden en in de Schriften te lezen, is dat wij zo de Geest bij ons thuis en in het leven van onze familieleden uitnodigen.

Omdat de Geest vaak wordt omschreven als een stille zachte stem11, is het ook belangrijk om voor een stille tijd in ons leven te zorgen. De Heer heeft ons deze raad gegeven: ‘Wees stil en weet dat Ik God ben.’12 Als wij elke dag een ‘stille’ tijd inlassen, zonder het spervuur van televisie, computer, videospelletjes of andere apparaten, geven wij die stille zachte stem de gelegenheid om ons persoonlijke openbaringen en zoete influisteringen, troost en bemoediging te geven.

Zo kunnen wij ook in de kerk een omgeving scheppen waarin de Geest het geleerde goddelijke kracht kan bijzetten. Leerkrachten en leidinggevenden doen meer dan lesgeven of bijeenkomsten leiden. Zij bevorderen de influisteringen van de Geest aan ieder lid. Ouderling Richard G. Scott heeft gezegd: ‘Als u als leerkracht niets anders bereikt dan dat uw leerlingen de influisteringen van de Geest leren herkennen en opvolgen, zal dat een enorme, eeuwige zegen in hun leven zijn.’13

Een leerkracht van de zonnestraaltjes wikkelde haar leerlingen een voor een in een deken om ze te leren dat de Geest net zo warm en veilig voelt. Een moeder zat ook in die les.

Vele maanden later bedankte de moeder de leerkracht. Zij vertelde dat ze minderactief was toen ze met haar dochtertje meeging naar het jeugdwerk. Een paar weken na die les had de moeder een miskraam gehad. Zij werd overstelpt door verdriet, tot ze ineens een intens warm en vredig gevoel kreeg. Het leek alsof iemand een warme deken om haar heen had geslagen. Zij herkende de troost van de Geest en wist dat haar hemelse Vader haar situatie kende en haar liefhad.

Als wij de influisteringen van de Geest leren begrijpen, zullen wij Hem ons ‘de vredige dingen van het koninkrijk’14 horen leren en ‘alle dingen die [wij behoren] te doen’.15 Wij zullen antwoorden op onze gebeden herkennen en weten hoe wij het evangelie elke dag nog beter kunnen naleven. Wij zullen geleid en beschermd worden. En wij kunnen deze gave in ons leven ontwikkelen als wij gehoor geven aan die geestelijke influisteringen. En bovenal zullen wij Hem tot ons voelen getuigen van de Vader en van de Zoon.16

Toen ik als jongevrouw eens een jeugdconferentie bijwoonde, voelde ik de Geest tot mij getuigen van de waarheid van het herstelde evangelie. Ter voorbereiding op de getuigenisdienst zongen we ‘Gods Geest brandt in ’t harte’. Ik had dat lied al veel vaker gezongen tijdens de avondmaalsdiensten. Maar deze keer voelde ik bijna vanaf de eerste noot de Geest. Bij het zingen van ‘de glorie der laatste bedeling komt voort’17 wist ik dat de tekst uit meer dan fraaie woorden bestond, namelijk uit prachtige waarheden.

De Heilige Geest heeft tot mij getuigd dat God de Vader leeft. Hij heeft ons allemaal lief. Hij kent ons allemaal persoonlijk. Hij hoort de smeekbeden van ons hart en Hij verhoort onze oprechte gebeden.

Jezus Christus is onze Heiland en Verlosser. Hij is in het midden des tijds op aarde gekomen om verzoening te brengen voor onze zonden. En Hij komt terug. Deze en alle andere aspecten van het evangelie draag ik als een getuigenis in mijn hart door de invloed van de Heilige Geest. In de naam van Jezus Christus. Amen.

NOTEN

  1. LV 68:25.

  2. Moroni 7:16.

  3. Zie Trouw aan het geloof, pp. 73–74.

  4. Helaman 4:24.

  5. LV 121:45–46.

  6. LV 8:2.

  7. Enos 1:10.

  8. Joseph Smith, History of the Church, deel 3, p. 381.

  9. Henry B. Eyring, ‘Gifts of the Spirit for Hard Times’, Ensign, juni 2007, p. 18.

  10. 3 Nephi 9:20.

  11. Zie 1 Koningen 19:12; 1 Nephi 17:45; LV 85:6.

  12. Zie Psalmen 46:11; zie ook LV 101:16.

  13. Richard G. Scott, ‘Helping Others to Be Spiritually Led’ (toespraak voor godsdienstleraren, 11 augustus 1998), p. 3; In: Onderwijzen — geen grotere roeping (1999), p. 48.

  14. LV 36:2.

  15. Zie 2 Nephi 32:1–5.

  16. Zie 2 Nephi 31:18.

  17. ‘Gods Geest brandt in ’t harte’, lofzang 2.