Laaf u aan het levende water

Matthew Heaps

Afdeling welzijnszorg

‘Maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid’ (Johannes 4:14).

Voor mijn werk kom ik op veel plaatsen over de hele wereld waar de mensen geen schoon water hebben. Onze groep werkt samen met plaatselijke overheden en bewoners om in eenvoudig te onderhouden bronnen van schoon water te voorzien, zoals bronnen, putten of regenopvang.

Deze waterprojecten bieden een aanzienlijke verbetering in de kwaliteit van hun bestaan. Hun gezondheid verbetert aanzienlijk omdat het schone water besmetting met tyfus, cholera en andere door water overgebrachte ziekten voorkomt. De economie verbetert ook omdat ouders en kinderen die voorheen hun tijd met water dragen doorbrachten, nu kunnen werken en naar school kunnen gaan. Zelfs in gemeenschappen met veel uiteenlopende problemen zeggen de mensen altijd dat ze het liefst schoon water willen hebben.

De Heiland vervulde zijn aardse zending toen de mensen hun water uit bronnen haalden. Toen Hij de vrouw bij de bron onderrichtte en zei dat ‘wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid’ (Johannes 4:14), zei Hij toen ook niet tegen ons dat zijn evangelie — voor eeuwig — in onze fundamentele behoeften voorziet? Volgens mij wel.

Ik zal altijd de vrouw in Kenia dankbaar zijn, die me iets leerde over de bereidwilligheid om door hard werken aan water te komen. Ik ontmoette haar tijdens een festiviteit na de aanleg van een bron in haar dorp. Dankbaar vertelde ze me dat ze door de nieuwe waterbron geen 14 kilometer meer hoefde af te leggen om water te halen, maar slechts 1,6 kilometer. Ze was zo blij dat ze nu zoveel andere mogelijkheden heeft.

Ik vroeg me af hoe ik me zou voelen als ik ruim anderhalve kilometer moest lopen om water te halen. Ik was onder de indruk dat zij alles — van huishoudelijk werk tot tuinieren — opzijzette om water te halen. Ze wist dat ze haar andere taken niet zonder dat water kon uitvoeren. Ik besefte hoe zwaar haar last was. Er is kracht en doorzettingsvermogen voor nodig om water te halen. Maar voor haar gezin was ze bereid om iedere dag 14 kilometer te lopen om het te halen.

Ik vraag me af of wij, met schoon water dat uit de kraan stroomt, soms verwachten op dezelfde eenvoudige manier tot Christus te komen als we schoon water uit de kraan halen. Of zijn we bereid om andere zaken opzij te zetten, zelfs belangrijke, om Jezus Christus en zijn Vader te leren kennen?

Ik weet dat de bron van levend water die de Heiland ons biedt, nooit zal opdrogen, en dat die zuiver en levensreddend is. Als we met ons lege glas bij Hem komen, zal Hij het vullen, vaak met meer dan wij kunnen ontvangen. Hij is daadwerkelijk levend water, een manifestatie van Gods liefde.

Wat is het levende water?

Het levende water is het evangelie van Jezus Christus.
‘De bron van levende wateren (…) [is] een zinnebeeld van de liefde Gods’ (zie 1 Nephi 11:25).
Levend water kan ons het ‘eeuwige leven’ schenken (zie Johannes 4:14; LV 63:23).

De Heiland heeft gezegd: ‘Wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven’ (Johannes 4:14).

Robert T. Barrett, De bron des levens, kopiëren niet toegestaan