2011
Mi Vida, Mi Historia
Juli 2011


Mi Vida, Mi Historia

Verhalen over geloof en inspiratie van Latijns-Amerikaanse heiligen der laatste dagen.

Op deze pagina’s over een tentoonstelling in het museum voor kerkgeschiedenis vertellen heiligen der laatste dagen over hun overtuiging en hun geloof in het evangelie van Jezus Christus. Samen vertegenwoordigen ze miljoenen Latijns-Amerikaanse heiligen.

In juni 2011 waren er 24 verhalen tentoongesteld in het museum voor kerkgeschiedenis in Salt Lake City (Utah). U kunt de hele tentoonstelling online bekijken op lds.org/churchhistory/museum/exhibits/mividamihistoria.

Carmen Echeverría Wood

Carmen is in Guatemala-Stad (Guatemala) in een godsdienstig gezin geboren. Toen ze negen jaar oud was, werd het gezin door zendelingzusters in het evangelie onderwezen. Ze vond het jeugdwerk erg fijn en ze sprak over een nieuw gevoel van geluk thuis. Een jaar later liet het gezin zich dopen. Ze zegt: ‘Het was een prachtige, heerlijke tijd.’ Ze herinnert zich dat president David O. McKay (1873–1970) in 1954 naar Guatemala kwam en de kinderen in de wet van tiende onderwees. Toen ze zeventien was, werd ze op zending geroepen in het zendingsgebied Midden-Amerika. Ze was dankbaar dat ze ‘de hoop op een beter leven en een eeuwig leven samen’ kon verkondigen.

Miriam Puerta Amato

Miriam komt uit Brazilië. Toen ze op zending wilde gaan, vulde ze de benodigde papieren in. Zeven weken later, met haar familieleden om zich heen, las ze de brief voor waarin ze werd geroepen naar het zendingsgebied Temple Square in Salt Lake City (Utah). Ze zegt: ‘Toen ik de brief las, was het leuk om te zien dat mijn familieleden net zo hard juichten als wanneer het nationale voetbalelftal van Brazilië een doelpunt scoort. Ik was ook heel blij, en ik wist dat de Heer me uitzond.’

Nelson Mousqués

Vlak na de geboorte van Nelson in Asunción (Paraguay) kwamen zijn ouders met de zendelingen in contact. ‘Op een dag zat mijn vader op de veranda toen hij ouderling Higbee en ouderling Johnson zag. Maar hij wist niet dat ze zendelingen waren’, vertelt broeder Mousqués. ‘Hij vroeg mijn zus om twee stoelen te pakken en zei: “Die twee jongemannen zullen ons leven veranderen.” Toen de zendelingen aanklopten, deed hij open en zei: “Kom binnen. We hebben op jullie zitten wachten.” Mijn vader en de andere gezinsleden werden allen lid van de kerk.’

Robin Mendoza

Robin was in Ecuador in armoede opgegroeid, maar daar wilde hij verandering in aanbrengen. Toen hij twaalf uur per dag op een plantage werkte, bad hij op een dag om leiding. Tijdens zijn gebed begon het te bliksemen. Robin beschouwde dat als een boodschap van God dat zijn leven veelbelovend was. ‘Ik wist dat mijn gevoelens van God afkomstig waren’, herinnert Robin zich. Hij leerde dat hij door geloof zijn leven kon veranderen. Op zestienjarige leeftijd ging hij in Guayaquil werken, waar hij zich liet dopen. Verdere inspiratie bracht hem ertoe om zijn ambitie tot het volgen van een opleiding te vervullen door aan de Brigham Young University te gaan studeren.

Ursula Binder Brock

Zuster Brock weet nog dat ze al over het doel van het leven nadacht toen ze nog maar vijf jaar oud was. Als tiener in Venezuela werd zij met de rest van het gezin door de zendelingen onderwezen en lieten ze zich dopen. Ze had een groot geloof en ze werd op zestienjarige leeftijd als jeugdwerkpresidente geroepen. Nu, na een leven vol dienstbetoon, is ze gaan beseffen dat voor haar ‘geloof een keuze is’. Ze legt uit: ‘Ik kies ervoor om ruimte vrij te maken voor de Heiland in mijn leven. Ik heb geleerd dat de verzoening de prachtigste onbaatzuchtige weldaad voor de hele mensheid is. Mijn Heiland en Verlosser, de Vredestichter, is mijn beste vriend geworden — een onveranderlijke grootheid voor mij.’

Lincoln Peters

Lincoln woonde met zijn ouders in Santiago (Chili) totdat zijn moeder overleed toen hij tien was. Daarna woonde hij bij zijn oom en tante. Toen Lincoln achttien was, kwamen ouderling Barton en ouderling Bentley bij zijn oom en tante thuis. Zijn tante en grootmoeder accepteerden het evangelie onmiddellijk, maar Lincoln vermeed de zendelingen. Op een zondagochtend kwam zijn oma, die normaal gesproken heel lief was, zijn kamer binnen, trok de dekens van zijn bed af en zei dat hij met ze mee naar de kerk ging. Geschokt door het ongebruikelijke gedrag van zijn grootmoeder en uit respect voor haar, stond hij op en ging hij mee maar de kerk. Die dag kreeg hij een nieuw en sterk gevoel van binnen dat zijn leven veranderde. Hij werd al snel een van de eerste bekeerlingen tot de kerk in Chili.

Luis en Karla Hernández

Luis en Karla hadden elkaar als tieners in Honduras ontmoet. Ze kregen verkering en trouwden vrij snel. Luis, die geen lid van de kerk was, had bewondering voor de ouders van Karla, die ‘elkaar met respect en liefde behandelden, waardoor ik meer over hun normen en waarden wilde leren.’ Al snel liet Luis zich dopen, en hij en Karla werden in de Guatemala-Stadtempel (Guatemala) aan elkaar verzegeld. Toen ze in de dertig waren, hadden ze wat huwelijksproblemen. Ze gingen uit elkaar en Karla vroeg zich af of hun tienerhuwelijk wellicht een vergissing was geweest. Luis vastte en bad en vroeg God of ‘Karla thuis mocht komen. En dat gebeurde. Hij bracht haar weer thuis.’ Nu is hun huwelijk sterker dan ooit.

Noemí Guzman de Abrea

Noemí is in Argentinië geboren, waar haar familie lid van de kerk werd. Toen zij in haar tienerjaren was, emigreerden ze naar de Verenigde Staten. Hoewel ze het heerlijk vindt om Amerikaanse te zijn, voelt ze zich het gelukkigst in de Argentijnse cultuur. ‘In Latijns-Amerika zijn de mensen heel erg hartelijk. Ze nodigen je meteen uit; ze sluiten vriendschap met je; ze begeleiden je. Ze zijn graag als familie en vrienden bij elkaar om lekker te eten. Dat is geweldig, en dat onderdeel van de cultuur is iets wat ik voor geen goud zou veranderen.’

Omar Canals

In 1948 gaf Omars moeder in Uruguay haar paraplu aan twee zendelingzusters. Daardoor raakte ze met de zendelingzusters in gesprek, en Omars oudere zus liet zich later dopen. Omar, die in 1948 was geboren,was de eerste baby die een naam en een zegen kreeg in het zendingsgebied Uruguay, dat in 1947 was georganiseerd. Omar en zijn ouders lieten zich dopen toen hij acht jaar oud was. Enkele jaren nadat Omar met zijn liefje was getrouwd, emigreerden ze naar de Verenigde Staten. Omar was eerder als nieuwslezer werkzaam geweest en werd in 1973 door de kerk aangenomen als Spaanse tolk voor de algemene conferentie van de kerk.

Foto’s Mark J. Davis, Craig Dimond, Kent Miles en Craig J. Law