2011
Ga op pad
Juli 2011


Ze hebben tot ons gesproken

Ga op pad

Op de bergkam wachten, is wellicht een veilige manier om fouten te vermijden, maar het is ook een manier om vooruitgang te vermijden.

Er doet een verhaal de ronde over een groep brandweerman-parachutisten. Deze moedige mannen en vrouwen bestrijden bosbranden door met een parachute boven een bosbrand te landen en het vuur van boven af te bestrijden, terwijl anderen dat van beneden af doen.

Tijdens een uitzonderlijk grote bosbrand kwam een keurcorps brandweerlieden bij elkaar voor hun laatste instructies voordat ze met hun vliegtuig de lucht in gingen. De coördinator — een verstandige en ervaren brandweerman — zei tegen de brandweerlieden dat het een hele gevaarlijke situatie was en dat hij ze geen specifieke instructies kon geven. Hij zei dat de brandweerlieden meteen contact met hem moesten opnemen zodra ze zich op de bergkam boven het vuur bevonden. Dan zou hij ze instructies geven hoe ze de brand konden bestrijden.

De brandweerlieden stegen snel op en kwamen met hun parachute boven het vuur op de bergkam terecht, waar ze zich klaarmaakten om in actie te komen. Toen ze de brand van boven bekeken, zagen ze zo’n zes paden die ze konden bewandelen om met hun werk te beginnen.

Volgens de instructies van de coördinator probeerde de teamleider op zijn radio de juiste frequentie te vinden om met de coördinator af te spreken welk pad ze het beste konden nemen. Maar hij hoorde alleen ruis; ze konden geen contact met de coördinator krijgen.

Ze veronderstelden dat de coördinator het erg druk had en besloten tien minuten te wachten en het dan opnieuw te proberen. Maar toen ze het later weer probeerden, kregen ze nog steeds geen contact — alleen maar ruis en geen instructies.

De brandweerlieden overlegden onderling. Ze zagen verscheidene paden naar beneden die hen een goede positie zouden geven om het vuur te bestrijden. Maar ze maakten zich zorgen omdat ze geen instructies van de coördinator hadden gekregen. Ze waren bang dat als ze het pad zouden nemen dat het beste leek, ze wellicht het verkeerde pad zouden nemen en van de coördinator opdracht zouden krijgen om terug te gaan en een ander pad te nemen.

Dus besloten ze om op de bergkam te wachten. Een kwartier later probeerden ze weer contact op te nemen met de coördinator. Niets. Ze deden hun rugzak af en zochten een plek om te gaan zitten. Een half uur werd een uur; een uur werd twee uur. Ze bleven geregeld proberen contact met de coördinator op te nemen. Maar ze bleven alleen maar ruis horen.

De brandweerlieden besloten om hun lunch te eten. Daarna, toen ze nog steeds geen contact met de coördinator kregen, gingen ze met hun hoofd op hun rugzak liggen om een middagdutje te doen. Ze waren gefrustreerd. Als de coördinator nou wat aandacht aan ze zou besteden en zou zeggen wat ze moesten doen, dan zouden ze zijn instructies opvolgen en de brand gaan bestrijden. Maar de coördinator leek hen te negeren. Hij had het waarschijnlijk te druk met anderen. En ze hadden besloten om niets te doen zonder instructies van de coördinator. Hij had ze die instructies ten slotte beloofd voordat ze met hun parachute naar de bergkam vertrokken.

Zeven uur nadat ze op de bergkam terecht waren gekomen, kwam een vermoeide teamleider van de groep die verderop op de berg aan het werk was naar hen toe en vond de brandweerlieden. Hij was stomverbaasd. Hij sprak hun teamleider aan en vroeg: ‘Wat zit je hier nou rond te hangen op de bergkam? We hadden je hulp hard nodig. We konden de brand bijna niet onder controle krijgen omdat jullie er niet waren om te helpen. En al die tijd zit je hier rustig te wachten?’

De teamleider legde uit wat het probleem was. De coördinator had beloofd dat hij ze instructies zou geven. Ze hadden hun uiterste best gedaan om contact met hem op te nemen. Maar de coördinator had ze genegeerd en had niet op hun oproepen gereageerd. Ze hadden wel de verschillende paden gezien die naar de brand liepen. Maar ze waren bang geweest om het verkeerde pad te nemen. Dus hadden ze besloten om te wachten totdat ze de beloofde instructies zouden krijgen.

De teamleider pakte de kleine radio die de brandweerlieden hadden gebruikt. Toen liep hij er nog geen vijftig meter een van de paden mee af die naar het vuur liepen. Hij bleef staan en probeerde de radio. De stem van de coördinator was luid en duidelijk te horen. Hij liep weer naar boven en liep nog geen vijftig meter een ander pad af. Hij bleef staan en probeerde contact op te nemen met de coördinator. Opnieuw was zijn stem meteen duidelijk te horen.

Hij liep terug naar de brandweerlieden, gooide de leider de radio toe en zei: ‘Je bent op een plek zonder ontvangst. Je hoefde alleen maar een stukje een van de paden af te lopen om de benodigde instructies van de coördinator te krijgen. Dan had hij je precies naar de plek kunnen leiden waar we je nodig hadden. Maar in plaats daarvan ben je hier lekker blijven zitten en hadden we helemaal niets aan je.’

In ons streven naar geestelijke leiding hebben wij ook weleens de neiging om te doen wat de brandweerlieden deden. We vinden onszelf op onbekend terrein. We zien verscheidene paden die we kunnen bewandelen, en we weten niet zeker welk pad we moeten nemen. Onze hemelse Vader heeft ons inspiratie en hulp beloofd. Maar die krijgen we niet altijd meteen. We raken gefrustreerd en besluiten om maar te gaan zitten en op de beloofde leiding te wachten. We wachten, en wachten, en wachten. We vragen ons af waarom de goddelijke coördinator ons niet de juiste koers wijst.

En daarbij negeren we een belangrijk beginsel van openbaring. Onze hemelse Vader verwacht van ons dat we ons verstand, onze vaardigheden en onze ervaring gebruiken om onze aanvankelijke koers te bepalen. Als we het gekozen pad bewandelen, bevinden we ons in een veel betere positie om eventuele koerscorrecties te ontvangen. Maar als we rustig op de bergkam gaan zitten en ons hoofd op onze rugzak leggen totdat Hij ons instructies geeft, kan het zijn dat we ons op een plek bevinden waar we geen verbinding kunnen krijgen.

President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd:

‘Er wordt van ons verwacht dat wij het licht en de kennis gebruiken die we al bezitten. We hebben geen openbaring nodig om te weten wat onze plichten zijn, want die staan duidelijk in de Schriften beschreven. En we hebben geen openbaring nodig om onze geestelijke of aardse kennis te vervangen — alleen om die uit te breiden. We moeten ons leven op normale, alledaagse wijze indelen, en de routines, regels en voorschriften van het leven volgen.

‘Regels, voorschriften en geboden zijn een waardevolle bescherming. Als we geopenbaarde instructies nodig hebben om onze koers te wijzigen, zullen we die onderweg naar behoefte ontvangen.’1

Ik getuig dat we de beste en duidelijkste instructies ontvangen als we niet alleen op de hulp en leiding van onze hemelse Vader wachten, maar als we ijverig de mouwen opstropen en aan de slag gaan. Tegen mensen die op leiding van de Heer wachten — die hulp nodig hebben bij een grote beslissing of vraag — zeg ik: Gebruik zorgvuldig uw eigen verstand en middelen, met een gebed in uw hart, om een pad te kiezen dat u juist lijkt. Bewandel dan gedreven dat pad (zie LV 58:26–28). En als er koerscorrecties nodig zijn, zal Hij klaarstaan om u te helpen en te leiden.

Noot

  1. Boyd K. Packer, ‘Op zoek naar geestelijke kennis’, Liahona, januari 2007, p. 16.

Foto © Landov