Huisbezoekboodschap
Hoedsters van de haard
Bestudeer dit materiaal en bespreek het naar behoefte met de zusters die u bezoekt. Gebruik de vragen om de zusters te sterken en de ZHV actief deel uit te laten maken van uw eigen leven.
geloof, gezin, hulp
‘U bent de hoedsters van de haard’, sprak president Gordon B. Hinckley (1910–2008) in 1995 toen hij in de algemene ZHV-bijeenkomst ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ introduceerde. ‘U bent de draagster van kinderen. U bent degene die ze verzorgt en ze gewoonten voor het leven bijbrengt. Geen werk is zo verwant aan het goddelijke als het opvoeden van de zonen en dochters van God.’1
Deze proclamatie onderschrijft al bijna zeventien jaar dat onze belangrijkste taken zich rond het gezin afspelen — ongeacht onze huidige omstandigheden. Barbara Thompson, nu tweede raadgeefster in het algemeen ZHV-presidium, was in de tabernakel aanwezig toen president Hinckley de proclamatie voorlas. ‘Dat was een bijzonder moment’, herinnert ze zich. ‘Ik voelde hoe belangrijk die boodschap was. Ik dacht toen ook: dat is een belangrijke leidraad voor ouders. Maar het is ook een grote verantwoordelijkheid voor ouders. Ik dacht even dat ik er niet zoveel aan zou hebben omdat ik niet getrouwd was en geen kinderen had. Maar al snel dacht ik: ik heb er wel degelijk iets aan. Ik maak deel uit van een familie. Ik ben een dochter, een zus, een tante, een nicht en een kleindochter. Omdat ik bij een familie hoor, heb ik bepaalde plichten — en word ik gezegend. Zelfs als ik het enige levende lid van onze familie zou zijn, maak ik nog altijd deel uit van het gezin van God en heb ik de plicht om andere gezinnen te versterken.’
Gelukkig staan we er niet alleen voor. ‘De belangrijkste manier’, zegt zuster Thompson, ‘om gezinnen te versterken, is de leerstellingen van Christus te kennen, te volgen en op Hem te vertrouwen.’2
Uit de Schriften
Spreuken 22:6; 1 Nephi 1:1; 2 Nephi 25:26; Alma 56:46–48; Leer en Verbonden 93:40
Onze geschiedenis
‘Toen zuster Bathsheba W. Smith als de vierde algemeen ZHV-presidente werkzaam was [van 1901 tot 1910], zag ze de behoefte om gezinnen te sterken. Ze zette dan ook een moedercursus op voor de ZHV-zusters. De lessen waren onder meer gericht op het huwelijk, prenatale zorg en de opvoeding van kinderen. Die lessen zetten tevens kracht bij aan de leringen van president Joseph F. Smith over de zustershulpvereniging, die vrouwen in hun rol thuis ondersteunt:
‘“In die gevallen dat men niets of weinig afweet over het gezin en de plichten die het met zich meebrengt, de rechtmatige plichten die tussen man en vrouw en tussen ouders en kinderen bestaan, komt deze organisatie in beeld. En door de natuurlijke begiftiging en inspiratie van deze organisatie, is zij voorbereid en klaar om instructie te geven in die belangrijke taken.”’3
Foto-illustratie Robert Casey