2012
Je bent welkom in mijn huis
Februari 2012


Je bent welkom in mijn huis

Carina Daniela Paz (Salta, Argentinië)

In november 1997 werd ik op zending geroepen naar het zendingsgebied Concepción (Chili) en zou mijn wens om naar de tempel te gaan en meer licht en waarheid te ontvangen spoedig in vervulling gaan. Maar toen begonnen twijfels aan me te knagen. Was ik in mijn zwakheid en onvolmaaktheid wel waardig om de tempel binnen te gaan? Zou de Heer me werkelijk met open armen ontvangen na al die overtredingen die ik tegen Hem had begaan?

Ik vertelde mijn ringpresident over mijn twijfels. Door hem zag ik in dat ik waardig was om het huis des Heren te betreden als mijn leven op orde was en ik oprecht probeerde alles te doen wat ik had geleerd. Ik voelde me een stuk geruster en vertrok naar het opleidingscentrum voor zendelingen in Santiago (Chili). Een paar uur voordat ik de tempel zou binnengaan, staken mijn twijfels echter weer de kop op.

De schoonheid en vrede in de tempel waren zo groot dat ik me steeds meer begon af te vragen of ik het wel verdiende om daar te zijn. Na afloop in de celestiale kamer leek iedereen van geluk te stralen, behalve ik. Toen ik de deurknop aanraakte om de zaal te verlaten, onderging ik echter een vreemde gewaarwording. Ik voelde dat ik moest blijven. Het voelde ook alsof iemand achter me stond, met een hand op mijn linkerschouder om me om te draaien. Ik draaide me langzaam om.

Op de muur ontwaarde ik een groot schilderij van Jezus Christus bij zijn wederkomst, met zijn armen uitgestrekt. Ik kon geen vin verroeren. Toen hoorde ik duidelijk de volgende woorden in mijn gedachten: ‘Je bent welkom in mijn huis.’

Ik kreeg een warm gevoel in mijn hele lichaam, en de tranen biggelden over mijn wangen. Ik kon alleen maar denken: Dank U.

Ik bleef een paar minuten lang huilen. Mijn hart liep over van dankbaarheid voor mijn Heiland. Ik voelde me nog steeds zwak en onvolmaakt, maar ik wist dat Hij me liefhad en me zou sterken.

Die gebeurtenis ligt nu vele jaren achter me, maar de vreugde van die dag komt steeds terug wanneer ik in de tempel ben, alsmede die troostende woorden: ‘Je bent welkom in mijn huis.’