Leden over de hele wereld geven met een dag van dienstbetoon gehoor aan profetische raad
In april 2011 kondigde president Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, aan dat units van de kerk over de hele wereld uitgenodigd zouden worden voor een dag van dienstbetoon om het 75-jarig bestaan van het welzijnsprogramma van de kerk te vieren. De uitnodiging werd in een brief naar alle units gestuurd. President Eyring besprak vier beginselen waardoor hij zich had laten leiden als hij op ‘de wijze van de Heer’ mensen wilde helpen en als hij door anderen werd geholpen. (Zie ‘Mogelijkheden tot goeddoen’, Liahona mei 2011, p. 22.)
In de resterende maanden van 2011 gaven leden over de hele wereld gehoor aan die profetische oproep, waarbij ze vorm gaven aan de beginselen die president Eyring heeft uiteengezet.
Beginsel 1: ‘Alle mensen zijn gelukkiger en hebben meer zelfrespect als zij voor zichzelf en hun gezin kunnen zorgen en vervolgens anderen tot hulp kunnen zijn.’
Onder de eerste ringen die gehoor gaven aan de uitnodiging van het Eerste Presidium om een dag van dienstbetoon te organiseren, was de ring David in Panama, die een dag van zelfredzaamheid voor de gemeenschap organiseerde. De activiteit, die in april plaatsvond, werd gesteund door verscheidene publieke organisaties, en omvatte workshops en demonstraties over onderwerpen als voorraadvorming, gezinsfinanciën, voorbereiding op noodsituaties, en gezondheid.
Het is niet alleen voldoende om die beginselen te kennen, zegt Itzel Valdez Gonzalez, die aan de dag van dienstbetoon deelnam. Het is ook belangrijk om anderen van dienst te zijn door ze erover te vertellen.
‘Dienstbaarheid aan anderen is een van de belangrijkste eigenschappen van een volgeling van Jezus Christus’, zegt ze. ‘Door deze activiteit werden de leden van de kerk in de gelegenheid gesteld om met hun tijd en talenten behoeftigen tot zegen te zijn.’
Beginsel 2: ‘Als we de handen ineenslaan om de behoeftigen te dienen, zal de Heer onze harten verenigen.’
Leden van de gemeente Arusha (Tanzania) besloten om vrijwilligerswerk in het Shanga House te doen, een organisatie die mensen met een handicap een beroepsopleiding geeft en ze leert om de kost te verdienen voor zichzelf en hun gezin.
Op 20 augustus 2011 maakten 35 deelnemers — volwassenen, jongeren en kinderen; kerkleden, onderzoekers en zendelingen — samen met gehandicapten handwerkartikelen en sieraden voor de verkoop. De vrijwilligers hielpen ook met huishoudelijke taken zoals schoonmaken en vegen.
Vlak voordat de groep vertrok, vroegen coördinators van het Shanga House hen om naar een centrale ruimte te komen zodat de mensen die ze geholpen hadden hen de hand konden schudden en hen konden bedanken. ‘Het was een emotionele ervaring’, zegt zuster Sandra Rydalch, die in het gebied op zending is met haar man, ouderling Rich Rydalch. Wanneer mensen uit het Shanga House nu leden van de gemeente in het centrum tegenkomen, ‘herkennen ze ons meteen, zwaaien ze en maken ze een praatje’, aldus zuster Rydalch.
Patience Rwiza, die in opdracht van de priesterschapsleiding het project voor de gemeente had georganiseerd, zegt dat de activiteit niet alleen nuttig was voor het Shanga House, maar ook voor de mensen die hulp hebben geboden. ‘De mensen ontwikkelden een gevoel van naastenliefde toen ze anderen hielpen, en ze leerden iets van de gemeenschap wat ze nog niet wisten’, zegt hij. ‘Mijn getuigenis is gesterkt door wat ik gedaan en gezien heb — door de deelname van de leden en van de gemeenschap als geheel.’
Beginsel 3: ‘Betrek uw gezin bij het werk dat u doet. De gezinsleden leren zo voor elkaar te zorgen zoals zij dat voor anderen doen.’
De leden van de ring Coimbra (Portugal) beseffen dat dienstbetoon geen eenmalige activiteit is. Onder de vlag van Mormoonse Helpende Handen neemt de ring ieder jaar deel aan verscheidene activiteiten. Vorig jaar knapten ze een park op en bezochten de kinderen van het jeugdwerk kinderen in een weeshuis. Bij dergelijke activiteiten is het belangrijk dat het hele gezin erbij betrokken wordt, volgens Anabela Jordão Ferreira, die werkzaam is als hoofd public affairs in de ring Coimbra.
‘We zeggen soms dat we voor onze projecten mensen van 8 maanden tot 88 jaar accepteren’, aldus zuster Jordão. ‘Dat is helemaal waar. We zien moeders met baby’s en grootvaders die niet goed ter been zijn, maar ze hebben een sterk getuigenis en willen de Heer graag dienen.’
Beginsel 4: ‘De Heer [stuurt] de Heilige Geest, zodat “zoekt en gij zult vinden” ook bij de zorg voor de armen opgaat, net als bij het zoeken naar de waarheid.’
Toen Michael Hatch, lid van de hoge raad in de ring Farmington (New Mexico), de opdracht kreeg om naar aanleiding van de uitnodiging van president Eyring een dag van dienstbetoon voor de ring te organiseren, vroeg hij zich af waar ze ideeën konden opdoen om de armen in hun gemeenschap te helpen. Hij belegde een vergadering met zijn comité, en samen met de andere ringleiders vroegen ze de leden van de ring naar ideeën om in de behoeften van de gemeenschap te voorzien.
Roberta Rogers was op de hoogte van een behoefte die verscheidene organisaties in het gebied hadden — zoals het ziekenhuis waar ze op de afdeling gemeenschapsrelaties werkt. Hoewel ze vaak tweedehands kleding zoals broeken, overhemden, schoenen en jassen kregen, hadden de liefdadigheidsinstellingen vooral sokken, ondergoed en pyjama’s nodig — die nieuw moesten zijn. Zuster Rogers stelde voor dat de ring een inzamelingsactie zou organiseren.
Op 15 oktober brachten de leden van de ring in hun buurt duizend deurhangers rond met een uitleg over het project, waarbij de buurt werd aangemoedigd om de genoemde artikelen te schenken. Een week later gingen de leden van de ring bij de mensen langs om de artikelen op te halen, waarna ze in het ringgebouw werden gesorteerd en onder tien plaatselijke liefdadigheidsinstellingen werden verdeeld.
Door die gecombineerde activiteit werd voorzien in een dringende behoefte in de gemeenschap, aldus zuster Rogers. ‘Het was iets anders, en er zijn mensen mee geholpen. En omdat het niet erg duur was, kon een gezin met enkele dollars echt iets voor een ander betekenen.’
Leden over de hele wereld hebben deelgenomen aan dienstbetoonactiviteiten in hun omgeving om gehoor te geven aan de oproep van het Eerste Presidium.
© 2011 ronald k. nielsen