2012
Een rivier van gemoedsrust
juli 2012


Wij spreken van Christus

Een rivier van gemoedsrust

Ondanks mijn verdriet hield ik mijn hoofd hoog, vol hoop en geloof in mijn hemelse Vader en Jezus Christus.

De dag dat onze oudste zoon door een ongeluk om het leven kwam, sloeg het verlies een grote wond in mijn ziel. Maar ik wist dat ik kon rekenen op de verzoenende kracht van de Heiland. Daardoor kon ik mijn zware last van pijn en verdriet beter dragen. Mijn man en ik vroegen onze huisonderwijzers om ons beiden een zegen te geven. We wisten dat we kracht zouden krijgen die we zelf niet hadden. Onze Heiland heeft beloofd dat Hij ons niet zonder troost zal laten (zie Johannes 14:18). Ik heb mij goed vastgehouden aan die belofte en getuig dat Hij die waar heeft gemaakt.

Jesaja heeft geschreven dat de Heiland ‘een man van smarten en vertrouwd met ziekte’ was (Jesaja 53:3). Ik wist dat als iemand ons kon steunen, Hij het was, en wel op een heel persoonlijke manier. Maar ik wist ook dat als Hij ons leed meteen van ons wegnam, er geen groei zou zijn, en we er geen begrip door zouden krijgen.

Ondanks mijn hartzeer voelde ik een voortdurende rivier van gemoedsrust van de Heiland uitgaan (zie 1 Nephi 20:18). Op bijzonder moeilijke momenten, dagen of zelfs weken heeft zijn gemoedsrust mijn verdriet verdreven. Ik hoef er maar om te vragen. Onze hemelse Vader wil niet dat wij het sterfelijk leven alleen doormaken.

Als ik terugkijk op het ongeluk dat mijn zoon zijn leven kostte, moet ik denken aan een tekst uit het Oude Testament:

‘Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden;

Maar zelfs indien niet — het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren’ (Daniël 3:17–18; cursivering toegevoegd).

Het belangrijke deel is ‘Maar zelfs indien niet.’ We moeten het geloof behouden, wat er ook gebeurt. Onze hemelse Vader had engelen kunnen sturen om mijn zoon in veiligheid te brengen, maar dat deed Hij niet. Hij weet wat er nodig is om ons te heiligen zodat we voorbereid tot Hem kunnen terugkeren. Alles komt in orde. Maar dat betekent niet dat we nooit verdriet zullen hebben, of dat we nooit zullen huilen. Ons verdriet komt voort uit onze liefde, maar ons hart hoeft niet bezwaard te zijn.

Het grootste geschenk dat we mensen aan beide zijden van de sluier kunnen geven, is met het hoofd hoog verder te gaan, met hoop en geloof in onze hemelse Vader en Jezus Christus, zelfs als we elke stap doen met tranen die over ons gezicht stromen. Want ons is beloofd: ‘het graf heeft geen overwinning en […] de prikkel des doods [is] in Christus verzwolgen’ (Mosiah 16:8). Op een dag zal ‘de Here Here […] de tranen van alle aangezichten afwassen’ (Jesaja 25:8).

Foto © Getty Images