2012
Een vriendelijke influistering
juli 2012


Een vriendelijke influistering

‘Heb uw vijanden lief; doe goed aan hen die u haten’ (HSV, Lucas 6:27).

‘Carson is er vandaag’, zei de moeder van James, en ze wees op een jongen die bij de jeugdwerkkamer in de gang stond.

James kreunde. Carson droeg een spijkerbroek en een oud shirt. James wist dat zijn moeder en vader hem nooit zoiets naar de kerk zouden laten dragen, maar aan de andere kant zou hij ook een heleboel dingen niet mogen die Carson wél mocht.

Afgelopen week was Carson op school uit de les gezet omdat hij brutaal was tegen de leraar. Hij maakte James altijd belachelijk om zijn kleding en hij pestte hem omdat hij de kleinste jongen van de school was.

‘En als hij nou tegen zuster Win schreeuwt, of ruzie maakt?’ vroeg James.

‘Het zal vast wel gaan’, zei mama. ‘Carson is nog nooit naar de kerk geweest, en hij is waarschijnlijk zenuwachtig.’

Toen de les begon, vroeg zuster Win wie zijn Schriften bij zich had. James stak zijn hand op met de rest van de klas, maar Carson schudde zijn hoofd. Het leek wel of hij in verlegenheid was gebracht, en dat verbaasde James. Carson maakte meestal een grapje als hij zijn huiswerk niet had gedaan. Maar hoe langer James erover nadacht, hoe meer hij zich afvroeg hoe het zou zijn om voor het eerst naar een nieuwe kerk te gaan.

Zuster Win liet Carson haar Schriften gebruiken. Toen het Carsons beurt was om een tekst voor te lezen, begon James zich zorgen te maken. Als Carson de Schriften nu eens op de grond gooide, of weigerde voor te lezen?

Maar dat deed Carson niet. Hij keek naar de woorden op de bladzijde en fronste zijn voorhoofd. Na een tijdje snapte James dat Carson niet zo goed kon lezen. Op school had James dat nooit gemerkt.

James leunde in Carsons richting en fluisterde: ‘Voorwaar.’

Carson keek verbaasd, maar hij zei het woord en las het vers toen verder voor. Als hij een woord moeilijk vond, hielp James hem. Aan het eind van zijn beurt, keek Carson naar James en knikte naar hem.

James wist niet zeker of het voortaan anders zou zijn op school. Het gekke was dat het hem niet kon schelen. Het was een fijn gevoel om te weten dat hij een jongen had geholpen die hem altijd pestte, en niemand kon hem dat gevoel afpakken.

Zo moet het

Je mag wel met ons meedoen

Beeldverhaal Val Chadwick Bagley

Illustraties Craig Stapley