2012
Het boek Alma: lessen voor deze tijd
Oktober 2012


Het boek Alma: lessen voor deze tijd

Afbeelding
Ouderling Paul B. Pieper

De Nephieten doorstonden de beproevingen van hun tijd en staan als getuige dat de Heer de zegeningen en bescherming zal verschaffen die we nodig hebben om met succes de hindernissen van onze tijd te nemen.

Aan het einde van zijn regering stelde koning Mosiah voor de monarchie te vervangen door een systeem van rechters die door het volk gekozen werden. Het systeem dat hij in gedachten had was gebaseerd op een door God ingestelde wetgeving, die werd uitgevoerd door rechters die door het volk waren gekozen.

Aan dit systeem lag het beginsel van keuzevrijheid ten grondslag — het individu, in plaats van de koning, aanvaardde de verantwoordelijkheid en verantwoording om overeenkomstig de wet te handelen. Omdat ‘het niet gebruikelijk [is] dat de stem van het volk iets verlangt in strijd met wat goed is’ (Mosiah 29:26) zou dit systeem meer bescherming bieden aan de rechten van het individu en de collectieve rechtvaardigheid van de samenleving.

In reactie op het voorstel van Mosiah begon het volk er ‘buitengewoon naar te verlangen dat eenieder in het gehele land gelijke kansen zou hebben; ja, en eenieder verklaarde zich bereid de verantwoording op zich te nemen voor zijn eigen zonden’ (Mosiah 29:38).

Het boek Alma bevat de geschiedenis van het volk in de veertigjarige periode nadat het rechtssysteem door het volk was aanvaard. De laatste hoofdstukken van Alma’s kroniek, de hoofdstukken 43–62, beslaan een periode van intense problemen en beproevingen. Gedurende deze korte 19-jarige periode kreeg het volk te maken met binnenlandse politieke perikelen, buitenlandse bedreigingen, en een lange reeks gewapende conflicten.

Tot twee keer toe werd het regeringsstelsel bedreigd door mannen die zichzelf opwierpen als koning en het volk het recht wilden ontzeggen om hun leiders te kiezen en in vrijheid te aanbidden. Tegelijkertijd moest het volk zich verdedigen tegen vele aanvallen van de Lamanieten die erop uit waren de Nephitische regering te vernietigen en de Nephieten in slavernij te brengen.

De economische ontwrichting die deze vele conflicten met zich meebrachten, hoewel die niet met name wordt genoemd, was ongetwijfeld een groot probleem voor het volk. Mormon voelde zich ertoe gedrongen een uitvoerig verslag van deze periode op te nemen in zijn heilige kroniek. Als hij net zo uitvoerig te werk was gegaan voor de rest van de duizendjarige geschiedenis van de Nephieten dan zou het boek minstens vijf keer zo dik zijn geweest!

President Ezra Taft Benson (1899–1994) heeft verklaard:

‘Het Boek van Mormon is […] voor onze tijd geschreven. De Nephieten hadden het boek niet, noch de Lamanieten vanouds. Het is voor ons bedoeld. […] Onder de inspiratie van God, die alles vanaf het begin overziet, vatte [Mormon] eeuwen aan kronieken samen, en koos hij verhalen, toespraken en gebeurtenissen uit die voor ons het nuttigst zouden zijn. […]

‘We behoren ons voortdurend af te vragen: “Waarom heeft de Heer Mormon (of Moroni of Alma) geïnspireerd om dit in zijn kroniek op te nemen? Wat kan ik daarvan leren om mij in deze tijd te helpen?”’1

Heden ten dage hebben heiligen der laatste dagen overal ter wereld te maken met veel van de problemen waar de Nephieten in deze periode van hun geschiedenis mee kampten, zoals bijvoorbeeld pogingen om leden het recht op aanbidding te ontzeggen, of het recht zich uit te spreken over kwesties die belangrijk zijn voor onze samenleving. Sommige heiligen der laatste dagen hebben de dreiging van buitenlandse aanvallen gevoeld en de gewapende conflicten met legers die hun land en vrijheid wilden vernietigen aan den lijve ondervonden.

Gelukkig waren de Nephieten in staat om deze problemen te overwinnen doordat zij heel veel zwoegden, offers brachten en goddelijke hulp kregen. Er zijn een paar lessen te leren uit hoe zij met succes op hun problemen reageerden, die ons de moed en het inzicht kunnen geven om onze problemen te bestrijden.

1. De juiste verlangens en motieven hebben.

Ondanks al hun problemen lukte het de rechtschapen Nephieten om kracht te putten uit het feit dat zij uitgingen van de juiste motieven. Hun enig oogmerk was ‘om zichzelf en hun gezinnen en hun landerijen en hun land en hun rechten en hun godsdienst te verdedigen’ (Alma 43:47). Zij verlangden hun keuzevrijheid te behouden — het recht om in rechtschapenheid te handelen en rekenschap te geven van hun eigen gedrag — in plaats dat een koning hun dat oplegde. Hun motief was om de gelijkheid onder de wet te handhaven, in het bijzonder hun vrijheid om God te aanbidden en hun kerk te behouden (zie Alma 43:9, 45).

Er zijn en er zullen in samenlevingen altijd krachten zijn die proberen de publieke opinie te manipuleren om macht en rijkdom te krijgen. De verleiding is alom aanwezig om hun motieven over te nemen en het conflict tot een machtsstrijd uit te laten groeien. De wijze van de Heer is om zich altijd te laten leiden door zuivere verlangens en motieven, zoals de Nephieten deden. Daardoor konden zij beschikken over de machten des hemels om hun problemen ‘in de kracht des Heren’ te bestrijden (Alma 46:20; zie ook Alma 60:16; 61:18).

Evenzo moeten wij, als er zich problemen voordoen, voortdurend ons hart toetsen om er zeker van te zijn dat onze verlangens en motieven zuiver zijn en gebaseerd op de beginselen van het evangelie van Jezus Christus. Als we handelen (of anderen aanzetten tot handelen) uit zelfzucht, om voordeel te behalen, of anderen te vernederen, zal het ons ontbreken aan de benodigde hulp waarmee we onze problemen kunnen bestrijden.

2. Vriendelijk en royaal voor de minderbedeelden zijn.

Toen hun voormalige vijand, het volk van Anti-Nephi-Lehi, met vernietiging werd bedreigd, stemden de Nephieten ermee in land aan hen af te staan waar ze een nieuw leven konden opbouwen en waar ze beschermd zouden worden (zie Alma 27:21–22; 43:11–12). Omdat de Anti-Nephi-Lehieten een eed hadden gezworen om nooit meer hun oorlogswapens op te nemen, deden zij in deze kritieke tijd niet mee aan oorlogshandelingen, maar schonken in plaats daarvan ‘een groot deel van hun bezit om [de Nephitische] legers in stand te houden’ (Alma 43:13). Niettemin blijkt nergens uit dat de Nephieten deze immigranten niet met respect en liefde behandelden, hoewel zij een gemakkelijk politiek doelwit moeten zijn geweest voor hen die verdeeldheid wilden stichten.

De menslievendheid waarmee de Nephieten het volk van Ammon, zoals ze zouden worden genoemd, bejegenden, werd beantwoord en zou uiteindelijk leiden tot de formatie van een van de inspirerendste militaire brigades in de geschreven geschiedenis — de tweeduizend jonge krijgers. De ironie wil dat het juist deze jongemannen waren die de Nephitische samenleving voor vernietiging hebben behoed.

In tijden van binnenlandse onenigheid, buitenlandse aanvallen, en economische moeilijkheden, is er een tendens om negatief te doen over mensen ‘die anders zijn dan wij’. En voor we het weten uiten we kritiek op hen en staan we met een oordeel klaar. We twijfelen aan hun loyaliteit aan en waarde voor onze maatschappij en hun invloed op ons economische welzijn. Deze negatieve reacties verhouden zich niet tot de opdracht van de Heiland om onze naasten als onszelf lief te hebben. Ze leiden tot polarisatie, tweestrijd en isolement. Als het volk van Ammon niet welkom was geweest in de Nephitische samenleving had dat wellicht tot verbolgenheid in het opkomende geslacht kunnen leiden. In plaats van tweeduizend trouwe krijgers te produceren, had de nieuwe generatie vervreemd kunnen raken en zich bij de Lamanieten kunnen aansluiten.

De bereidheid om mild en royaal voor de behoeftigen te zijn was een belangrijke factor in het behoud van de Nephitische natie en gaf hun het recht op hemelse zegeningen in tijd van extreme nood. Gods volk heeft die zegeningen nu ook nodig.

3. Naar geïnspireerde leiders luisteren en hen navolgen.

De Heer wist voor welke moeilijkheden de Nephieten kwamen te staan. Daarom liet Hij geïnspireerde leiders opstaan om hen te helpen met hun problemen. Bevelhebber Moroni was een krijger die werd geïnspireerd om borstplaten, armschilden, helmen en dikke kleding te vervaardigen om zijn volk te beschermen (zie Alma 43:19). Het gevolg was dat het de Nephieten in de strijd veel beter verging dan de Lamanieten (zie Alma 43:37–38). Later droeg Moroni het volk op om rond hun steden wallen op te werpen en daarop muren van stammen en palissades te zetten (zie Alma 50:1–3). Die geïnspireerde voorbereidingen behoedden de Nephieten voor vernietiging.

Terwijl Moroni zich toebereidde op oorlog, predikten Helaman en zijn broeders het woord Gods en spoorden het volk aan rechtschapen te zijn, zodat de Geest des Heren hen kon leiden en beschermen. Door in stoffelijke en geestelijke zaken te luisteren naar de raad van geïnspireerde leiders werden de Nephieten behouden. Alleen als er in het land onenigheden de kop opstaken en het volk weigerde geïnspireerde waarschuwingen ter harte te nemen, kregen ze met tegenslagen en lijden te maken.

Wij zijn gezegend dat we in een tijd leven waarin de Heer levende profeten, zieners en openbaarders heeft geroepen om ons te waarschuwen voor en voor te bereiden op de problemen van deze tijd. In 1998 heeft president Gordon B. Hinckley (1910–2008) geïnspireerde instructie en waarschuwing aan de leden van de kerk gegeven:

‘De tijd is gekomen om ons huis in orde te brengen.

‘Zoveel mensen leven op de rand van hun inkomen. In feite leven sommigen van geleend geld. […]

‘De economie is maar teer. […] Er zijn voortekenen dat we stormachtig weer voor de boeg hebben waar we maar beter rekening mee kunnen houden.’2

Onlangs sprak ik met iemand die de woorden van president Hinckley en de ingevingen van de Geest hoorde. Hij en zijn vrouw besloten hun beleggingen te verzilveren, hun huis af te betalen en uit hun schulden te komen.

Vandaag de dag is die man zelfredzaam. De economische malaise die volgde deerde zijn gezin niet. In feite leidde zijn zelfredzaamheid ertoe dat hij en zijn vrouw op zending konden gaan.

President Thomas S. Monson is in onze tijd opgestaan. Zijn leven en leringen zijn de boodschap die God ons stuurt om ons te beschermen en tot zegen te zijn. In een tijd waarin velen zich zorgen maken om wat ze niet hebben, leert president Monson ons dankbaar te zijn voor de vele zegeningen die de Heer ons gegeven heeft. En in een tijd waarin velen zich concentreren op hun eigen problemen, dringt president Monson er bij ons op aan om iemand de helpende hand te reiken en te redden, onszelf te vergeten ten gunste van anderen. Acht slaan op de boodschap van president Monson zal ons gezin zegenen met geestelijke bescherming en de zegeningen die we in deze tijd nodig hebben.

Ik ben dankbaar dat ik in een tijd leef dat het evangelie is hersteld. Ik ben dankbaar dat de Heer het Boek van Mormon in onze tijd het daglicht heeft laten zien. De Nephieten doorstonden de beproevingen van hun tijd en staan als getuige dat de Heer de zegeningen en bescherming zal verschaffen die we nodig hebben om met succes de hindernissen van onze tijd te nemen.

Noten

  1. Ezra Taft Benson, ‘The Book of Mormon—Keystone of Our Religion,” Ensign, november 1986, p. 6.

  2. Gordon B. Hinckley, ‘Aan de jongens en de mannen’, De Ster, januari 1999, p. 53.

Kom naar buiten, Walter Rane, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Hij zalfde de ogen van de blinde, Walter Rane, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Bevelhebber Moroni en de banier der vrijheid, Clark Kelley Price;