Een groepsdiscussie in goede banen leiden

Afbeelding

Adult classroom. You are looking at the classroom from the side where a woman is talking and others are looking at her.

Afbeelding

Adult classroom. You are looking at the classroom from the front where there are some open scriptures and a musical baton.

Als u een evangeliediscussie leidt, kan het nuttig zijn om uzelf als dirigent van een orkest te beschouwen. De mensen in uw klas zijn niet het publiek dat naar het concert luistert. Zij zijn orkestleden die hun partij in de muziek spelen. De dirigent coördineert de musici, brengt het beste in ieder naar boven en helpt ze om van hun muziek een inspirerend kunstwerk te maken.

Zinvolle evangeliediscussies kunnen op mooie muziek lijken. Een goede discussie leidt tot een beter begrip van de besproken leerstellingen van het evangelie en tot een oprecht verlangen om de evangeliewaarheden toe te passen.

Hier volgen enkele beginselen om de discussies die u leidt beter te maken:

Onderwijs mensen, geen lessen. De mensen in uw klas zullen veel meer bereid zijn om aan discussies deel te nemen als ze het gevoel krijgen dat u meer om hen geeft dan om het doornemen van de les. Ze willen het gevoel krijgen dat u zich hebt voorbereid om hun geloof in de Heer te versterken en te vergroten, en niet dat u alleen feiten wilt presenteren. Als ze het gevoel hebben dat hun leerkracht en de andere deelnemers hen liefhebben, dan zijn ze veel meer bereid om over hun inzichten en ervaringen te vertellen.

Schep een inspirerende sfeer. Als u samen tijd doorbrengt, is dat een gelegenheid voor u en voor de mensen in uw klas om openbaring te ontvangen, en niet alleen een kans om ze te vertellen wat u weet. Een van de voornaamste taken van de leerkracht is de discussie in dusdanige banen te leiden dat de mensen in de klas de kans krijgen om zelf de Geest te voelen en waarheden te ontdekken. Als er openbaring binnenstroomt, worden allen opgebouwd en verheugen ze zich samen (zie LV 50:22). Als u zowel leert van de Geest als onderwijst met de Geest, weet u dat uw discussies opbouwend zijn.

Nodig allen uit om deel te nemen. Deelnemen betekent niet noodzakelijkerwijs dat iedereen hardop een vraag stelt. Sommigen nemen liever deel door te luisteren of notities te maken. Anderen zijn bereid om te vertellen wat ze ergens van vinden, als ze maar de tijd krijgen om erover na te denken en zich op hun opmerkingen voor te bereiden. U kunt overwegen om enkele mensen uit de klas van tevoren te vragen om iets over een bepaald onderwerp te zeggen.

Er zijn verschillende andere manieren om deelnemers bij de discussie te betrekken. U kunt het bijvoorbeeld als volgt doen:

• Laat ze bedenken hoe ze een vraag zouden beantwoorden voordat u om antwoord vraagt.

• Laat ze hun antwoorden op een blaadje schrijven. Daarna kunt u enkelen van hen vragen om de anderen te vertellen wat hun antwoord is.

• Nodig ze uit om samen met degene die naast hen zit, of in een klein groepje, de vragen te beantwoorden.

Soms merkt u dat iemand in de groep de boventoon voert in de discussie. Als dit gebeurt, dan kunt u iets zeggen als: ‘Laten we eens luisteren naar iemand die nog niets gezegd heeft.’ In sommige gevallen kan het nodig zijn om deze persoon apart te nemen en hem of haar voor zijn inbreng te danken, maar uit te leggen dat het belangrijk is dat andere deelnemers ook de kans krijgen om iets te zeggen.

Wees niet bang voor stiltes. Stilte kan een pauze in de discussie lijken, maar het kan voor de klasleden van belang zijn om wat bedenktijd te krijgen.

Stel zinvolle vragen. Stel vragen die de aanwezigen aansporen om goed na te denken over de betekenis van Schriftteksten en evangeliebeginselen. Bedenk bij de voorbereiding van uw les vragen om de deelnemers aan de les begrip te geven en de geleerde waarheden toe te passen. Enkele goed geformuleerde vragen kunnen veel verschil uitmaken.

Luister goed. Leerkrachten maken zich vaak zo’n zorgen om wat ze moeten zeggen dat ze niet goed naar opmerkingen uit de klas luisteren. Als u oprecht naar de mensen in de klas luistert, voelen ze dat u ze waardeert en is het waarschijnlijker dat ze willen deelnemen. President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘[Ieder] heeft een verhaal te vertellen. Luisteren is een essentieel onderdeel van onderwijzen en leren.’ (‘Voorbeelden van goede leerkrachten’, Liahona, juni 2007, 76.)

Vervolgvragen stellen. Als de deelnemers aan de les over hun inzichten en ervaringen vertellen, kunt u aanvoelen dat ze nog meer te vertellen hebben. Overweeg vervolgvragen te stellen, zoals: Wat vindt u daar belangrijk aan? Wanneer hebt u dit zelf meegemaakt? Wat betekent dit voor ons, in deze tijd? Wie wil daar nog wat over zeggen? Wie heeft hier nog iets aan toe te voegen dat er verband mee houdt? In welke andere Schriftteksten vinden we deze waarheid?

Reageer op de antwoorden. Als iemand antwoord geeft, moet daar een of andere reactie op komen. Dat kunt u doen door uw waardering voor het antwoord te uiten, of door een vervolgvraag te stellen.

Houd de leer zuiver. Bedenk dat het voornaamste doel van evangelieonderricht niet alleen maar het voeren van een goede discussie is. Het is eerder om in de leer te onderwijzen, zodat ons hart een verandering door kan maken en we tot bekering kunnen komen. Tijdens de discussie is uw taak deels om ervoor te zorgen dat er in ware leer wordt onderwezen.

Als iemand iets zegt dat leerstellig onjuist is, dan is het uw taak om de juiste leer uiteen te zetten. U kunt verder ingaan op een correct onderdeel van een antwoord, een Schrifttekst of lering uit een conferentie aanhalen, of uw getuigenis geven.

Aan de hand van die ideeën kunt u hele goede evangeliediscussies voeren. U discussieert niet alleen maar om de tijd in te vullen. U kunt doeltreffende discussies voeren waardoor de deelnemers persoonlijke openbaring kunnen ontvangen, eensgezinder worden en hun begrip van het evangelie van Jezus Christus vergroten.