2016
Mormons wonderbaarlijke boek
Februari 2016


Mormons wonderbaarlijke boek

Mormon voerde de moeilijke opdracht van het samenvatten van de Nephitische kronieken op een doeltreffende en wonderbaarlijke manier uit.

Afbeelding
illustration of the prophet Mormon standing at the edge of a cliff as he looks at the ocean. He is holding a spear.

Schilderij Joseph Brickey

Toen Mormon zag dat zijn Nephitische volk op het punt stond om uitgeroeid te worden, begon hij ‘een korte samenvatting’ van hun kronieken te maken (Mormon 5:9). Dat project begon op de laatste kampplaats van de Nephieten vóór ze uiteindelijk samenkwamen in het land Cumorah. De omstandigheden waarin de Nephieten vertoefden, moeten moeilijk geweest zijn; het waren vluchtelingen die geen zekerheid qua voedsel, kleding en onderdak hadden. Mormon bleef waarschijnlijk schrijven tot in de vier jaar durende voorbereidingsperiode op de laatste strijd waarmee de Lamanitische aanvoerder akkoord gegaan was, maar hoe dan ook was de verkorte geschiedenis voltooid en de kroniek vóór de laatste veldslag in de heuvel Cumorah begraven (zie Mormon 6:6).

Het is duidelijk dat het samenstellen van het Boek van Mormon moeilijk werk was, vooral door de oorlogssituatie waarin Mormon moest werken en omdat hij zijn manschappen ook moest klaarstomen voor de laatste veldslag. Het is dan ook te begrijpen dat het eindproduct niet foutloos is.1

Beperkingen van Mormons werk

Laten we even stilstaan bij een aantal beperkingen waarmee Mormon rekening moest houden bij het bereiken van zijn doel:

  1. De grootte van zijn kroniek moest wel zeer beperkt zijn. Het boek moest draagbaar genoeg zijn, zodat Moroni het naar een veilige plek kon brengen.

  2. Het boek moest de tand des tijds kunnen doorstaan.

  3. Slechts één van de mogelijke schriftsystemen die Mormon kon gebruiken, was beknopt genoeg om in het boek te passen.

  4. Zijn commentaar moest kort zijn, en de historische feiten in de kronieken moesten correct weergegeven en op gepaste manier verwoord zijn.

  5. Hij had weinig tijd. Mormon had een dikke drie jaar om ruim zeshonderd jaar geschiedenis bijeen te brengen en op te schrijven. Misschien heeft hij zelfs geen tijd gehad om alle kronieken in zijn bezit door te nemen, en er was zeker geen tijd voor stilistische verfijning of revisie.

Hoe koos Mormon gezien al deze beperkingen welke informatie hij moest opschrijven en welke hij kon weglaten?

In zekere zin is zijn geïnspireerde prestatie van het schrijven van het Boek van Mormon even verrassend en bewonderenswaardig als de prestatie van Joseph Smith die de kroniek later in zo’n korte tijd vertaalde.

Een schriftsysteem kiezen

In het Boek van Mormon staat meermaals dat de schrijvers moeite hadden om hun boodschap te verwoorden (zie Jakob 4:1; Mormon 9:33; Ether 12:23–25, 40). Mormon zei: ‘Er [zijn] vele dingen die wij volgens onze taal niet kunnen opschrijven’ (3 Nephi 5:18). ‘Onze taal’ verwijst hier uiteraard naar hun schriftsysteem, niet hun gesproken taal. Moroni vertelt ons ook dat er ‘geen onvolmaaktheid’ (Mormon 9:33) geweest zou zijn, hadden ze in het Hebreeuws, een alfabetisch systeem, geschreven.

De ‘lettertekens’ waarmee ze schreven, werden door de Nephitische geschiedschrijvers ‘Hervormd-Egyptisch’ genoemd (Mormon 9:32). Dat systeem bestond uit ‘de geleerdheid der Joden en de taal der Egyptenaren’ (1 Nephi 1:2). Egyptische schrifttekens werden in het oude Palestina af en toe gebruikt om de uitspraak van Hebreeuwse woorden op te schrijven.2 Uit het voorbeeld van de lettertekens in het ‘Anthon Transcript’,3 dat beweert een kopie te zijn van de lettertekens op de platen die Joseph Smith vertaalde, wordt duidelijk dat ze niet rechtstreeks naar het voorbeeld van het alledaagse Egyptische schrift uit Lehi’s tijd ontworpen waren. Ze lijken meer op tekens van het hiëratische Egyptisch, een ouder, vergelijkbaar tekensysteem dat ze gebruikten als ze met penseel en inkt schreven in plaats van in steen graveerden.

Afbeelding
Scriptures. Book of Mormon

Het hiëratische schrift was beknopter dan het alfabetische Hebreeuwse schrift, maar ook onduidelijker, omdat het merendeel van de tekens volledige, complexe morfemen of woorden vertegenwoordigde (die we nu logogrammen noemen) in plaats van afzonderlijke uitgespelde geluiden die samen zoals in een alfabet woorden vormen. Men moest de betekenis van elk logogram uit het hoofd leren. Die onduidelijkheid kan een onderdeel van het probleem van ‘de rangschikking van onze woorden’ (Ether 12:25) geweest zijn, waarover Moroni sprak.

Een bijkomende oorzaak van ‘onvolmaaktheden’ is misschien te wijten aan het feit dat het hiëratische Eqyptisch vooral als schuinschrift gebruikt werd. Als men het gebruikte om een kroniek in metalen platen te graveren, kon een kleine uitwijking van de hand van de graveur tot gevolg hebben dat men de tekens verkeerd las, aangezien hij geen gum had om zijn fout ongedaan te maken.

Meerdere platen

Naast de grote platen van Nephi gebruikte Mormon op bepaalde ogenblikken andere documenten om zijn kroniek mee samen te stellen. Hij zei meermaals dat hij van ‘[Alma’s] eigen verslag’ afhankelijk was (Alma 5:2; de inleiding van hoofdstuk 7; 35:16). Hij gebruikte ook ‘de kronieken van Helaman’ en ‘van zijn zonen’ (inleiding tot het boek Helaman), en we lezen ook over ‘de kroniek van Nephi’ (3 Nephi 5:10).

Soms gebruikte Mormon ook andere originele geschriften, die hij niet altijd noemde. Mogelijke aanvullende verslagen zijn:

  • De tekst van de grote toespraak van koning Benjamin (Mosiah 2:9Mosiah 5).

  • Het verslag op de platen van Zeniff (Mosiah 9–22).

  • Alma’s persoonlijke verslag van zijn prediking in Zarahemla, Gideon en Melek (Alma 5, 7, en 8).

  • Het verhaal van de ervaringen van Alma en Amulek in Ammonihah (Alma 9–14).

  • Het gedetailleerde verslag van de bediening van de zonen van Mosiah en hun metgezellen onder de Lamanieten (Alma 17–27).

  • Alma’s woorden tot zijn zonen Helaman, Shiblon en Corianton (Alma 36–42).

Moroni voegde ook nog zijn vertaling en samenvatting van Ethers geschiedenis van de Jaredieten toe, die Moroni als het boek van Ether voorbereidde en toevoegde, en ook uittreksels uit leringen en brieven van zijn vader, Mormon (Moroni 7–9).4

De belangrijke heilige kronieken werden omwille van duurzaamheid op metaal bewaard; ze namen aan dat verslagen die op vergankelijke materialen geschreven werden, na verloop van tijd onleesbaar zouden worden (zie Jakob 4:2). Uit het verbranden van de boeken van Alma’s bekeerlingen in Ammonihah blijkt dat men papieren kopieën van de Schriften voor alledaags gebruik had (zie Alma 14:8; vergelijk Mosiah 2:8; 29:4; en Alma 63:12). Aangezien het moeilijk was om metalen platen te vervaardigen (zie Mormon 8:5) en er in te graveren, was er slechts een beperkte voorraad.

Mormon maakte gebruik van de verschillende materialen die hij ter beschikking had en stelde zijn geschiedenis op ‘volgens de kennis en het inzicht die God’ hem gegeven had (Woorden van Mormon 1:9). Soms kreeg hij rechtstreekse en specifieke goddelijke hulp, zoals toen de Heer hem opdroeg om geen uitgebreider verslag van Jezus’ leringen aan de Nephieten te schrijven (zie 3 Nephi 26:6–12), maar er is geen aanwijzing die erop wijst dat aanvullende historische informatie aan hem geopenbaard werd.

‘En aldus zien wij’

Mormon zegt meermaals dat zijn samenvatting slechts een fractie van het historisch materiaal op de grote platen van Nephi kon bevatten (zie Woorden van Mormon 1:5; 3 Nephi 5:8; 26:6; zie ook Jakob 3:13–14; 4:1). Hoe maakte hij dan zijn keuze uit het beschikbare materiaal?

Hij vermeldt zijn hoofdcriterium regelmatig in zijn boek. Het was zijn doel dat de lezers, vooral de toekomstige bewoners van het Amerikaanse beloofde land en in het bijzonder de afstammelingen van Lehi, het belang van de belofte en profetie aan vader Lehi zouden inzien: ‘Voor zoverre gij mijn geboden onderhoudt, zult gij voorspoedig zijn in het land’ (Jarom 1:9). Het is eigenlijk zelfs Amarons negatieve versie van Lehi’s dictum die Mormon benadrukt: ‘Voor zoverre gij mijn geboden niet onderhoudt, zult gij niet voorspoedig zijn in het land’ (Omni 1:6; cursivering toegevoegd).

Mormons lessen tonen op dramatische wijze het contrast tussen goed en kwaad. De mensen in zijn kroniek benadrukken aan de ene kant gehoorzaamheid en deugd en aan de andere kant koppige goddeloosheid. Hij beschrijft schurken als door en door slecht en zegt dat ze hun lot verdienen; hij beschrijft helden als prijzenswaardig op bijna alle gebieden. Er komen bijna geen ‘grijze’ personages in voor. Mormon wilde dat de lezer er niet aan twijfelde dat goed en kwaad tegenpolen zijn (zie Mormons eigen woorden over dat contrast in Moroni 7:5–19). Mormon kleurde zijn verslag zeker met zijn eigen geïnspireerde interpretatie. Die wordt vaak voorafgegaan door het gebruik van woorden zoals ‘en aldus zien wij’ (bijvoorbeeld in Alma 42:4, 7, 14; Helaman 3:23–31; 6:34–40).

Mormon en Moroni stellen hun ‘korte’ kroniek aan de toekomstige lezer voor als een unieke verklarende geschiedenis. Ze schreven hun verslag niet zoals een geschiedschrijver zou doen; hun verslag is een krachtige morele boodschap die de lezer onderwijst in de lessen die de twee mannen in hun langdurige, moeilijke dienst aan hun volk en hun God leerden. Ze gebruikten de beste beschikbare bronnen op de doeltreffendste manier die ze kenden. Hun werk en toewijding zijn alle mensen in deze tijd tot zegen.

Ik ben hen uitermate dankbaar.

Noten

  1. Bijvoorbeeld kleine fouten (te vergelijken met typfouten) kunnen de zaken zijn die Moroni op het titelblad van het Boek van Mormon ‘de vergissingen van mensen’ noemt. Daaronder kunnen we het foutieve verslag van de verovering van de stad Nephihah rekenen (vergelijk Alma 51:26 met Alma 59:5) en een fout waarbij dezelfde gebeurtenis volgens de ene passage in het 26e jaar (Alma 56:9) en volgens een andere in het 28e jaar (Alma 53:22–23) van de regering der rechters plaatsvond. Zulke fouten tonen de menselijke kant van de taak van de geschiedschrijver, hoewel ze voor de lezer geen ernstige problemen veroorzaken.

  2. Zie John A. Tvedtnes en Stephen D. Ricks, ‘Jewish and Other Semitic Texts Written in Egyptian Characters’, Journal of Book of Mormon Studies, deel 5, nr. 2 (1996), 156–163; en John A. Tvedtnes, ‘Linguistic Implications of the Tel-Arad Ostraca’, Newsletter and Proceedings of the Society for Early Historic Archaeology, nr. 127 (1971).

  3. Zie B. H. Roberts, New Witnesses for God, 3 delen (1909), deel 2, 93–104.

  4. Zie ‘Een korte uitleg van het Boek van Mormon’ in het Boek van Mormon voor meer informatie over de verschillende bronnen van de kroniek.