Slechts twee dopelingen?
Thomas R. Coleman (Kansas, VS)
Illustratie Allen Garns
Toen ik als president van het zendingsgebied Guatemala-Stad (Guatemala) werkzaam was, arriveerde er op een gegeven moment een groepje nieuwe voltijdzendelingen. Na mij aan die zendelingen te hebben voorgesteld, vertelde ik hun het verhaal van mijn bekering en doop.
Ik vertelde dat ik, toen ik negen jaar was en in Glendive (Montana, VS) woonde, door twee zendelingen, David Tree en Wayne Matthews, in het evangelie was onderwezen. Deze twee zendelingen en een lid van de gemeente Glendive reden op een koude winterdag in 1957 met mij naar Williston (North Dakota, VS), waar ik me in de vont van de kerk aldaar liet dopen.
Toen ik mijn verhaal had gedaan en met ieder van de nieuwe zendelingen een gesprek voerde, vertelde een van hen, ouderling Benjamin Pixton, dat David Tree zijn grootvader was. Wat een leuke verrassing! Ouderling Tree had een negenjarige jongen in Glendive (Montana) gedoopt en bijna vijftig jaar later was die jongen de zendingspresident van zijn kleinzoon.
Toen ouderling Pixtons ouders en grootouders hem aan het eind van zijn zending kwamen ophalen, had ik het genoegen om David Tree weer te zien. Tijdens het gesprek liet ik hem het boek-van-mormon zien — met voorin de door hem gepende boodschap en belofte — dat hij mij op de dag van mijn doop had gegeven.
De moeder van ouderling Pixton vertelde hem dat haar vader nooit veel over zijn zending te zeggen had gehad. Hij had het gevoel gehad dat hij nou niet bepaald een glanzende zending had vervuld, omdat hij slechts twee mensen had gedoopt: een alleenstaande vrouw en een negenjarige jongen.
Dankbaar vertelde ik hem dat de rest van mijn familie, dankzij zijn inspanningen, uiteindelijk tot de kerk was toegetreden; en dat mijn broer en ik, maar ook onze negen zoons, allemaal een voltijdzending hadden vervuld. Dankzij zijn zendingsarbeid, zo zei ik, waren heel veel mensen in het evangelie onderwezen en lid van de kerk geworden.
Er hebben zich in mijn kinder- en tienertijd vele goede en toegewijde priesterschapsdragers over mij ontfermd, te beginnen bij ouderling Tree en zijn collega, ouderling Matthews. Ik zal altijd dankbaar blijven dat ze mij het evangelie van Jezus Christus hebben bijgebracht en Gods koninkrijk hebben binnengeleid, waar de Heer mij bovenmate heeft gezegend.