De vreugde van familiehistorisch werk
Ouderling Quentin L. Cook
van het Quorum der Twaalf Apostelen
Uit de toespraak ‘Our Father’s Plan Is about Families’, gehouden tijdens het RootsTech-congres voor familiegeschiedenis 2015 op 14 februari 2015 in Salt Lake City (Utah, VS). Ga naar RootsTech.org voor meer informatie over het RootsTech-congres 2016.
Elia’s belofte maakt duidelijk dat ieder van ons een plicht heeft jegens de generaties die ons zijn voorgegaan en jegens de generaties die na ons komen.
Vergeet nooit dat familiegeschiedenis — en de tempelverordeningen die daardoor mogelijk zijn — een essentieel onderdeel van het heilswerk is, en dat deelname aan dit heilige werk voor de doden de levenden tot zegen is. Het sterkt ons geloof in en onze toewijding aan het evangelie, het helpt ons verleiding te weerstaan, brengt onze familie dichter tot elkaar en versterkt onze wijken en ringen.
Ik wil het ‘zoeken, meenemen en leren’ van familiehistorisch werk beklemtonen. Met zoeken bedoelen we de FamilySearch-website of het boekje Mijn familie: verhalen die ons dichter tot elkaar brengen1 gebruiken om de naam van één of meer voorouders of hun nakomelingen op te zoeken. Neem die namen dan mee naar de tempel, of geef ze door aan anderen zodat zij ze kunnen meenemen. (Ga zo mogelijk als gezin of familie naar de tempel.) Leer tot slot uw familieleden en daarna anderen hetzelfde te doen.
Illustratie Brad Teare; foto-illustraties Welden C. Andersen, Alexander Borges en Les Nilsson
Het plan van onze Vader is op families gericht, met een grote boom als symbool. Een boom heeft wortels en takken nodig om te leven en te groeien. Zo moeten ook wij verbonden zijn met onze wortels — onze ouders, grootouders en andere voorouders — en met onze takken — onze kinderen, kleinkinderen en andere nakomelingen. In diverse veelzeggende Schriftteksten staat een boom met wortels en takken symbool voor de familieband (zie Jesaja 11:1; Jakob 5).
De zending van Elia
De profeet Maleachi, in het laatste boek van het Oude Testament, heeft geprofeteerd van een tijd waarin de profeet Elia naar de aarde zou terugkeren ‘voordat de dag van de Heere komt, die grote en ontzagwekkende dag. Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat [Hij] niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan’ (Maleachi 4:5–6).
Toen de engel Moroni in 1823 aan de zeventienjarige Joseph Smith verscheen, citeerde hij diezelfde verzen uit Maleachi maar gaf ze anders weer. Moroni zei op die avond in september:
‘Zie, Ik zal u het priesterschap openbaren, door de hand van de profeet Elia, voor de komst van de grote en geduchte dag des Heren.
‘[…] En hij zal de aan de vaderen gedane beloften in het hart der kinderen planten, en het hart der kinderen zal zich tot hun vaderen wenden. Als dat niet zo was, zou de gehele aarde bij zijn komst volslagen worden verwoest’ (Geschiedenis van Joseph Smith 1:38–39).
De engel Moroni herhaalde Maleachi’s woorden vier keer aan de jonge Joseph.
Stel u voor dat alles wat we over deze grote profeet Elia wisten was wat Joseph Smith er uit de Bijbel over wist. We weten uit dat Schriftuurlijke boek dat Elia in een roerige tijd, bijna 900 jaar voor de geboorte van Christus, leefde. Het goddeloze duo Achab en Izebel regeerde als koning en koningin in goddeloosheid over Israël. Ze zetten hun onderdanen er onder andere toe aan om de afgod Baäl te aanbidden en doodden de profeten van de Heer.
Elia was een opmerkelijke profeet. Christenen en Joden over de hele wereld aanvaarden de oudtestamentische woorden aangaande Elia.
In de Schriften staat opgetekend hoe Elia op wonderbaarlijke wijze in leven bleef en hoe hij een weduwe van de hongersnood redde en haar zoon uit de dood opwekte (zie 1 Koningen 17). Elia beschrijft hoe ‘het suizen van een zachte stilte’ hem verzekerde dat hij niet alleen stond in zijn toewijding aan Jehova (zie 1 Koningen 19:4–14). Uiteindelijk onderging Elia een gedaanteverandering en werd hij opgenomen zonder de dood te smaken (zie 2 Koningen 2:7–12).
Detail, De verheerlijking, Carl Heinrich Bloch
Alleen dankzij hedendaagse openbaring is Elia’s volledige taak geopenbaard. Hij was de laatste profeet vóór de tijd van Jezus Christus die de verzegelbevoegdheid van het Melchizedeks priesterschap bezat. Hij verscheen samen met Mozes in het midden des tijds op de berg van verheerlijking aan de Heiland en aan Petrus, Jakobus en Johannes (zie Mattheüs 17:1–4; Markus 9:2–5). Als cruciaal element van de herstelling verscheen Elia in 1836 in de Kirtlandtempel aan Joseph Smith en Oliver Cowdery. Daar droeg hij wederom de sleutels van de verzegelbevoegdheid over, ditmaal om gezinnen in deze bedeling als vervulling van de profetie van Maleachi te verzegelen (zie LV 110:13–16). Elia is in deze bedeling gezonden, zodat de volheid van het heil zowel de levenden als de doden ter beschikking staat.
De zending van Elia wordt door de zogenoemde geest van Elia bevorderd, die volgens president Russell M. Nelson, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘een manifestatie is van de Heilige Geest die getuigt van de goddelijke aard van de familie’.2 Daarom noemen we de manifestaties van de Heilige Geest in verband met familiegeschiedenis en tempelwerk vaak de geest van Elia.
In de Leer en Verbonden lezen we over de mensen die ons zijn voorgegaan: ‘Zonder hen kunnen wij niet tot volmaking komen; evenmin kunnen zij zonder ons tot volmaking komen’ (LV 128:18). Wat betekent dat? Het antwoord is in de Schriften te vinden.
‘En nu, mijn innig geliefde broeders en zusters, laat mij u verzekeren dat dit beginselen zijn in verband met de doden en de levenden waar niet zomaar aan voorbij kan worden gegaan, met betrekking tot ons heil. Want hun heil is noodzakelijk en onontbeerlijk voor ons heil, zoals Paulus zegt aangaande de vaderen — dat zij zonder ons niet tot volmaking kunnen komen — net zo min als wij zonder onze doden tot volmaking kunnen komen’ (LV 128:15; cursivering toegevoegd).
‘Hun heil is noodzakelijk en onontbeerlijk voor ons heil’ betekent dat het heil van de hele menselijke familie onderling van elkaar afhankelijk en met elkaar verweven is — zoals de wortels en takken van een grote boom.
Een Family Tree-bijeenkomst houden
Familieverplichtingen en -verwachtingen verdienen onze hoogste prioriteit. Daarmee stellen we onze goddelijke bestemming zeker. Families die hun familiehistorische werk ter hand willen nemen, raad ik aan een zogenoemde Family Tree-bijeenkomst te houden. Dat zou een terugkerend evenement moeten zijn. Iedereen kan bestaande familiegeschiedenissen, verhalen en foto’s naar die bijeenkomsten meenemen, inclusief dierbare bezittingen van grootouders en ouders. In het boekje Mijn familie kunt u informatie, verhalen en foto’s van de familie opnemen, die iemand vervolgens naar Family Tree op FamilySearch.org kan uploaden.
Dat mag echter geen eenmalige gebeurtenis zijn. Daar moeten we ons hele leven aan werken. Voor wie de sabbatdag met het gezin nuttiger willen besteden, biedt het bespoedigen van dit heilige werk volop gelegenheid.
Het centrum voor familiegeschiedenis is thuis in het gezin. We moeten onze jonge mensen liefde laten opvatten voor dit werk. Bij vele jongeren is hun hart al tot de vaderen gekeerd. Onze jonge mensen zijn erg benieuwd naar het leven van onze familieleden — waar ze vandaan kwamen en hoe ze geleefd hebben. Sommigen raken zo enthousiast over het werk dat ze de tijd vergeten en het jammer vinden dat ze moeten stoppen.
Jonge mensen zijn dol op verhalen en foto’s, en hebben nu eenvoudig toegang tot de technologische expertise om die herinneringen in Family Tree te bewaren op FamilySearch.org. Ze kunnen familieleden vinden voor wie tempelverordeningen nodig zijn met een nieuwe ‘Record Hint’-functie op FamilySearch.org.3
Die recordhints over familieleden zijn gebaseerd op de indexeringsactiviteiten van kerkleden over de hele wereld. Met die miljoenen gegevens kunt u meer voorouders vinden die mogelijk nog niet aan uw familie gekoppeld zijn en voor wie plaatsvervangende verordeningen in de tempel nodig zijn. Er zijn nog meer websites die hints gebruiken voor gegevens van over de hele wereld, zoals Ancestry.com, Findmypast.com en MyHeritage.com, die alle kerkleden gratis kunnen raadplegen.
Hoewel het centrum voor familiegeschiedenis thuis in het gezin is, blijft de kerk in centra voor familiegeschiedenis voorzien waar men voorouders samen kan opzoeken en waar internettoegang is als daar thuis geen mogelijkheid voor bestaat.
Alle daartoe waardige leden van de kerk vanaf twaalf jaar kunnen een tempelaanbeveling voor beperkte toegang krijgen om dopen voor de doden te verrichten na een normengesprek met een of twee kerkleiders. Daar vallen ook pasgedoopte leden onder.
Een ondertekende aanbeveling die je in de tempel kunt laten zien, geeft veel vreugde. Een aanbeveling biedt tevens heilige bescherming. President Boyd K. Packer (1924–2015) heeft als president van het Quorum der Twaalf Apostelen gezegd:
‘Geen enkel werk biedt de kerk een betere bescherming dan het tempelwerk en het familiehistorisch onderzoek. Geen enkel werk geeft ons zoveel geestelijke ontwikkeling. Geen enkel werk geeft ons meer kracht. Geen enkel werk vereist een hogere norm van rechtschapenheid.
‘Ons werk in de tempel voorziet ons van een schild en een bescherming, zowel individueel als collectief.’4
Onze plicht jegens onze voorouders
Familiegeschiedenis is een familieaangelegenheid, maar niet alle familieleden verkeren in dezelfde situatie. Vele overleden verwanten waren niet getrouwd of zijn kinderloos gebleven. Sommigen zijn gescheiden en anderen zijn meerdere keren getrouwd. Velen hadden kinderen die beperkingen hadden of op jonge leeftijd stierven. Iedereen heeft een verhaal.
Iedere ziel, levend of dood, die toerekeningsvatbaar is, heeft de zegeningen van heilige tempelverordeningen nodig. Wij kunnen ervoor zorgen dat onze familieleden die ontvangen. Het maakt niet uit of u alleenstaand bent, of uw man of vrouw minderactief is, of dat u zelf minderactief of geen lid van de kerk bent: ook u kunt aan het heil van zielen meewerken. Er is geen belangrijker, heerlijker werk dat meer voldoening geeft.
Illustratie Robert Barrett
Het hoofd van dit werk is onze Heer en Heiland, Jezus Christus. Na zijn dood opende Hij de deur naar de gevangenis waarin de doden opgesloten waren:
‘Uit de rechtvaardigen stelde Hij zijn heerscharen samen en wees boodschappers aan, bekleed met macht en gezag, en machtigde hen om uit te gaan en het licht van het evangelie aan hen te brengen die zich in de duisternis bevonden, ja, aan alle geesten der mensen. […]
‘En de uitgekozen boodschappers gingen uit om de aangename dag des Heren uit te roepen en bevrijding te verkondigen aan de gevangenen die gebonden waren, ja, aan allen die zich van hun zonden wilden bekeren en het evangelie aanvaarden’ (LV 138:30–31).
Onze boodschap is zowel eenvoudig als diepzinnig. Er komt geen hoogdravende retoriek of ingewikkelde leer aan te pas. Het gaat om een gebroken hart en een verslagen geest en het vaste voornemen om onze Heiland te volgen.
Als apostel van de Heer Jezus Christus beloof ik dat u gezegend zult worden met een hechtere band en meer vreugde in uw familie en met de goddelijke bescherming voor wie zich trouw in zijn dienst begeven, als u voorbij de banden van tijd en sterfelijkheid ziet en helpt wie zichzelf niet kunnen helpen.
Elia’s belofte maakt duidelijk dat ieder van ons een plicht heeft jegens de generaties die ons zijn voorgegaan en jegens de generaties die na ons komen. Moge u ouders, en jullie jongeren en kinderen, vreugde vinden en in elk ander aspect van uw leven gezegend worden als u de vanuit de hemel opgedragen plicht vervult om aan het heilige werk voor de doden deel te nemen.