Vrouwen aan de wieg van de herstelling
Een heerlijke leer
Mogen wij allen het enthousiasme voelen dat Vilate Kimball voelde toen zij hoorde dat zij zich voor haar voorouders kon laten dopen.
Illustratie, Toni Oka
In oktober 1840 schreef de 34-jarige Vilate Kimball een brief aan haar man, ouderling Heber C. Kimball van het Quorum der Twaalf Apostelen. ‘President [Joseph] Smith heeft een nieuw en heerlijk onderwerp aangeroerd […] dat nogal een heropleving in de kerk heeft veroorzaakt’, schreef Vilate aan Heber, die zijn tweede zending in Groot-Brittannië vervulde. Het onderwerp van Joseph Smiths onderricht bij deze gelegenheid was de doop voor hen die tijdens hun leven daartoe niet de gelegenheid hadden gehad.
‘Joseph heeft er door openbaring een vollediger uitleg van ontvangen’, schreef ze. ‘Het is deze kerk vergund om zich voor alle verwanten te laten dopen die overleden zijn voordat dit evangelie voortkwam.’ Vilate verheugde zich over deze openbaring omdat bij het verrichten van deze plaatsvervangende dopen voor overleden familieleden ‘wij namens hen optreden en wij hun het voorrecht bieden om in de eerste opstanding voort te komen’.
De familie Kimball had New York verlaten om zich bij de heiligen in Kirtland (Ohio, VS) aan te sluiten. Later verhuisden ze naar Far West (Missouri, VS). Slechts een jaar later, in 1839, moesten zij met duizenden andere heiligen der laatste dagen Missouri ontvluchten door de vervolging door gewelddadige benden. Zij vestigden zich in Nauvoo, honderden kilometers van waar hun reis was begonnen.
Hoewel hun aankomst in Nauvoo onder moeilijke omstandigheden was verlopen, was de toon van Vilates brief van oktober 1840 aan haar man erg enthousiast. ‘Ik wil me voor mijn moeder laten dopen’, schreef ze. ‘Ik wilde wachten tot je thuiskwam, maar de laatste keer dat Joseph over het onderwerp sprak, raadde hij iedereen aan om aan de slag te gaan, en hun vrienden zo snel mogelijk uit gevangenschap te verlossen. […] Dus je ziet dat iedereen een kans krijgt. Is dat geen heerlijke leer?’
Vilate was een van de eerste vrouwen die zich in Nauvoo voor de doden lieten dopen.