2021
Tempelwerk is iedereen, levend of dood, tot zegen
Oktober 2021


Tempelwerk is iedereen, levend of dood, tot zegen

De auteur woont in Gauteng (Zuid-Afrika).

In 2018 stelde ik me tot doel om een tempelaanbeveling te ontvangen. Een jaar later werden mijn verloofde en ik voor eeuwig in de tempel aan elkaar verzegeld.

Afbeelding
Johannesburg South Africa Temple

Johannesburgtempel (Zuid-Afrika)

Links: foto, Fernando Bragança

Als er tempelbezoeken voor onze gemeente werden aangekondigd, ging ik mee. Hoewel ik de tempel nog niet kon betreden, wandelde ik vaak over het tempelterrein. Ik bad tot mijn hemelse Vader en uitte mijn diepste verlangen om op een dag de tempel in te gaan. Sommige van die bezoeken duurden slechts 10 minuten, maar ze hadden een diepgaande invloed op mijn geest.

Op een bijzonder koude, regenachtige avond kwam ik laat bij de tempel aan. Hoewel het terrein gesloten was, stond de tempelbeveiliging me toe om toch even op het terrein te komen. Ik had een kopie van het inwijdingsgebed van de tempel bij me. Ik kreeg de indruk dat ik het moest lezen.

Ik was vervuld van emoties toen ik deze woorden las: ‘Wilt U uw volk vrede toefluisteren door de kracht van uw Geest wanneer zij met bezwaarde harten hier komen om in hun verwarring leiding te zoeken? Wilt U hen troosten en steunen wanneer zij in tijden van verdriet komen? Wilt U hun moed, leiding en geloof schenken wanneer zij zich hier, als in een toevluchtsoord, vergaderen, weg van de onrust van de wereld? Wilt U hen verzekeren van uw waarachtigheid en goddelijkheid, en van de waarachtigheid en goddelijkheid van uw herrezen Zoon?’1

Ik wist toen dat mijn bezoeken aan het tempelterrein iets voor de Heer betekenden, ook al was ik niet in de tempel.

Mijn doel om naar de tempel te gaan

Mijn verlangen om naar de tempel te gaan, begon op een ochtend in december 2018. Ik las in bed een toespraak uit de algemene aprilconferentie 1999, van ouderling Richard G. Scott (1928-2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen. Hij zei hoe belangrijk het is om waardig de tempel in te gaan. Hij zei dat de tempel ‘een gebouw van vrede, rust en inspiratie’ is. ‘Als u daar regelmatig bent, zal uw leven meer zin krijgen.’ Hij ging verder met deze verbluffende woorden: ‘Ga naar de tempel. Dat is de juiste keuze. En ga nu.’2

Ik markeerde zijn woorden, keek naar mijn ringkalender voor 2019, en zag dat onze gemeente elke tweede vrijdag van de maand naar de Johannesburgtempel in Zuid-Afrika zou gaan. Ik nam me voor om minstens één keer per maand naar het tempelterrein te gaan, met onze gemeente of alleen, ook al had ik nog geen tempelaanbeveling.

Waardig om naar binnen te gaan

Begin januari sprak ik met onze gemeentepresident over een aanbeveling en mijn verlangen om de tempel binnen te gaan. Ik was vastbesloten om dat doel te bereiken.

In augustus kreeg ik een aanbeveling voor beperkte toegang en kon ik met de jeugd van onze gemeente naar de doopruimte in de tempel. Ik werd gedoopt voor mijn twee ooms en mijn grootvader van moederskant. Ik begon ook met de tempelvoorbereidingslessen, in afwachting van het ontvangen van mijn begiftiging. Tot die tijd bleef ik naar de tempel gaan en aan de dopen deelnemen.

Uiteindelijk ging ik op 2 november 2019 met mijn verloofde de tempel binnen, en kwamen we als man en vrouw naar buiten, voor tijd en eeuwigheid aan elkaar verzegeld. Woorden schieten tekort om de sfeer tijdens die grote gebeurtenis uit te drukken. Mijn vrouw en ik bleven naar de tempel gaan. We hadden daar veel dierbare en heilige ervaringen totdat in 2020 de tempels over de hele wereld als gevolg van COVID-19 gesloten werden.

Afbeelding
Sister and Brother Mncwabe on the day of their sealing, with family members

Zuster en broeder Mncwabe (midden) op de dag van hun verzegeling, met familieleden.

Boven: foto welwillend ter beschikking gesteld door de familie Mncwabe

De tempel is voor iedereen

De zus van mijn moeder is geen lid van de kerk, maar ze was wel voor onze verzegeling naar de tempel gekomen. Daarna vertelde ze over een ervaring die zij na haar bezoek aan het tempelterrein had. Ze droomde dat ze opnieuw voor onze verzegeling in de tempel was, maar deze keer waren al mijn familieleden bij ons (ook degenen voor wie ik me had laten dopen). ‘Je moeder was er ook,’ zei ze, ‘maar ze zei steeds: “Ik kan mijn zoon niet zien. Waarom kan ik mijn zoon niet zien?”’

Ik moest huilen toen ik dat hoorde. Ik wist waarom mijn moeder me niet kon zien. Ze was in 2002 overleden, en ik had het laten verrichten van haar tempelverordeningen uitgesteld. Ik nam me voor om dat zo snel mogelijk te doen. Spoedig had ik het voorrecht om haar doop te verrichten en haar volledige naam uit te spreken terwijl ik de jongevrouw doopte die als plaatsvervangster van mijn moeder optrad.

Ik heb een sterk getuigenis dat de tempel het huis van God is. We kunnen zijn kracht ontvangen als we daar zijn. Ik weet ook dat de tempel zegeningen aan al Gods kinderen biedt, levend of dood.

Noten

  1. Gordon B. Hinckley, inwijdingsgebed Johannesburgtempel (Zuid-Afrika), 24 augustus 1985, ChurchofJesusChrist.org.

  2. Richard G. Scott, ‘Receive the Temple Blessings’, Ensign, mei 1999, 26–27.