2023
Joodse opvattingen over de opstanding
April 2023


Het Nieuwe Testament in context

Joodse opvattingen over de opstanding

De leer van de opstanding kan ons hoop op de toekomst geven en ons motiveren om rechtschapen te leven.

Afbeelding
leeg graf

De opstanding verwijst naar de doden die God zal opwekken, waarna ‘geest en lichaam nooit meer gescheiden worden en de persoon onsterfelijk [zal] zijn’.1 Als we verschillende oude opvattingen over de opstanding begrijpen, gaan we de kracht van de christelijke leringen over dit onderwerp meer waarderen en dat ze zowel uniek als op eerder geaccepteerde ideeën gebaseerd waren.

Verschillende ideeën over het hiernamaals

Veel mensen in de tijd van Jezus geloofden niet in een hiernamaals, maar dachten dat de doden gewoon niet meer bestonden. Sommige mensen die wel in een leven na de dood geloofden, dachten dat alleen de geest verder leefde en beschouwden het hiernamaals als een schimmig rijk waar alle mensen, ongeacht hun daden in het sterfelijk leven, naartoe zouden gaan. Dit rijk werd met verschillende benamingen aangeduid, waaronder Sheol, Gehenna en Hades.2

De opstanding in Joodse geschriften

Oude bronnen tonen aan dat de Joden in de tijd van Jezus verschillende opvattingen hadden over de bestemming van het lichaam na de dood. De Joodse historicus Josephus heeft geschreven dat de Farizeeën onderwezen dat ‘de rechtvaardigen de macht zullen hebben om opgewekt te worden en weer te leven’,3 terwijl de Sadduceeën geloofden dat ‘de ziel samen met het lichaam sterft’.4 Jezus en zijn eerste discipelen kwamen met dergelijke overtuigingen in aanraking. Paulus beschrijft zichzelf als ‘een Farizeeër en zoon van een Farizeeër’, en in Handelingen 23:6–7 staat dat de prediking van Paulus over Christus voor de Farizeeërs overtuigender was door het gemeenschappelijke geloof in de opstanding.

De Joodse opvattingen over de opstanding kwamen voort uit de geschriften die voor de Joden belangrijk waren, zoals het huidige Oude Testament. In het boek Daniël wordt bijvoorbeeld gesproken over een tijd waarin ‘velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen’ (Daniël 12:2). Dergelijke expliciete verwijzingen naar de opstanding, hoewel die in het Oude Testament niet vaak voorkomen, werden vaak opgeschreven in tijden van benauwdheid, ballingschap en vervolging, waaruit blijkt dat de leer hoop en troost kan bieden aan hen die lijden.5

Een andere populaire Joodse tekst gaat over zeven Joodse broers die wegens hun geloof de martelaarsdood stierven. Voordat de laatste broer werd geëxecuteerd, moedigde zijn moeder hem aan om getrouw te blijven, ‘dan zal ik door Gods barmhartigheid jou en je broers terugkrijgen’ (2 Makkabeeën 7:29, NBV). In deze passage stelde geloof in een opstanding een moeder en haar zoon in staat om trouw hun beproevingen te doorstaan. Hun geloof gaf ze ook het vertrouwen dat lichamelijke schade en beperkingen niet in het hiernamaals zullen voortduren.

De opstanding in christelijke en latere Joodse geschriften

Leringen uit het Nieuwe Testament over de opstanding bevorderen ook hoop en bieden troost. Paulus beklemtoonde dat we door de opstanding dood, pijn en verlies kunnen overwinnen. Hij schreef aan de heiligen in Korinthe: ‘De dood is verslonden tot overwinning. Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning?’ (1 Korinthe 15:54–55.)

Wat christelijke leringen over de opstanding uniek maakte, was het geloof dat de opstanding mogelijk wordt gemaakt door Jezus Christus en dat Hij de eerste is van de velen die zullen herrijzen, de ‘Eersteling […] van hen die ontslapen zijn’ (1 Korinthe 15:20).6

In Joodse boeken die na het leven van Jezus zijn geschreven, werd geloof in de opstanding als een grondbeginsel van geloof beschouwd7. Maar er ontstonden meningsverschillen over waar herrezen wezens zouden leven, hoe lang na de dood iemand zou herrijzen, en in hoeverre het hiernamaals op het sterfelijk leven zou lijken – of men er bijvoorbeeld zou eten, drinken enzovoort.8 Behalve de christenen en de Joden waren de Zoroastriërs uit Perzië de enige mensen in de oudheid die in een lichamelijke opstanding geloofden.9

Net als in de oudheid biedt de leer van de opstanding hedendaagse volgelingen van Jezus Christus hoop voor de toekomst, troost, moed en de motivatie om in het heden rechtschapen te leven. Deze leer is een getuige dat wij een levende Heiland hebben die zijn volk liefheeft.

Noten

  1. De Gids bij de Schriften, ‘Opstanding’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org.

  2. Al deze termen komen in de Bijbel voor en worden vaak vertaald met het woord ‘hel’. Zie Bible Dictionary, ‘Sheol’, ‘Gehenna’, ‘Hell’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org.

  3. Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, vertaald door William Whiston (1875), 18.1.3.

  4. Josephus, Antiquities of the Jews, 18.1.4; zie ook Mattheüs 22:23; Markus 12:18; Lukas 20:27.

  5. Zie red. John Collins and Daniel Harlow, The Eerdmans Dictionary of Early Judaism (2010), ‘Resurrection’. Zie Jesaja 26:19 voor nog een mogelijke verwijzing naar de opstanding.

  6. Zie The Eerdmans Dictionary of Early Judaism, ‘Resurrection’.

  7. Zie Misjna, Sanhedrin 10:1.

  8. Zie Everett Ferguson, Backgrounds of Early Christianity, derde editie (2003), 554–555.

  9. Zie Ferguson, Backgrounds of Early Christianity, 250.