‘Jakob en Sherem’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)
Jakob en Sherem
Het getuigenis van Jezus Christus van een profeet
Jakob was een profeet die Jezus Christus had gezien. Jakob wilde dat het volk in Jezus zou geloven. Jakob leerde het volk Gods geboden te onderhouden. Hij werkte hard om het volk te onderwijzen.
2 Nephi 11:2–3; Jakob 1:1–8, 17–19
Op een dag begon een man die Sherem heette het volk te onderwijzen. Maar Sherem zei dat Jezus niet bestond. Sherem kon goed spreken en veel Nephieten geloofden hem. Door hem geloofden veel mensen niet meer in Jezus. Sherem wilde dat Jakob ook niet meer in Jezus zou geloven.
Sherem zei dat niemand kon weten wat er in de toekomst zou gebeuren. Hij zei dat niemand dus kon weten of Jezus echt bestond, omdat Jezus nog niet naar de aarde was gekomen. Maar Jakob zei dat de Schriften en alle profeten over Jezus spraken. God had Jakob laten zien dat Jezus naar de aarde zou komen.
Sherem geloofde nog steeds niet. Hij wilde dat Jakob hem een teken liet zien dat Jezus echt bestond.
Jakob zei dat Sherem wist dat Jezus zou komen en dat hij geen teken nodig had. Maar Jakob zei dat God Sherem zou laten flauwvallen om te laten zien dat God macht heeft en dat Jezus echt bestaat.
Sherem werd plotseling ziek en viel op de grond. Na vele dagen wist hij dat hij zou sterven. Hij zei tegen het volk dat Satan hem misleid had. Hij zei dat hij tegen God had gelogen. Hij wist al die tijd dat Jezus echt bestond. Toen stierf Sherem. De mensen lazen in de Schriften en geloofden in Jezus.