Teancum en Moroni

Afbeelding

Ammoron en het Lamanitische leger vechten tegen het Nephitische leger

Na de dood van Amalickiah werd zijn broer Ammoron koning van de Lamanieten. Ammoron bleef tegen de Nephieten vechten. Er was jarenlang oorlog. De Nephieten waren aan het winnen, dus vluchtten alle Lamanitische legers naar één stad. Moroni, Teancum en een andere Nephitische opperbevelhebber achtervolgden de Lamanieten met hun legers.

Alma 52:3–4; 54:16–24; 62:12–35

Afbeelding

Teancum houdt een speer vast en sluipt ’s nachts richting een stad

Teancum was boos omdat Amalickiah en Ammoron deze grote, langdurige oorlog hadden veroorzaakt. Er waren veel mensen tijdens de oorlog omgekomen en er was weinig te eten. Teancum wilde een einde maken aan de oorlog. ’s Nachts ging hij in de stad op zoek naar Ammoron.

Alma 62:35–36

Afbeelding

Teancum heeft een touw met een haak vast en springt over een muur

Teancum klom over de stadsmuur. Hij ging van de ene plek in de stad naar de andere tot hij de slaapplek van Ammoron had gevonden.

Alma 62:36

Afbeelding

Teancum staat bij ingang van een tent met een speer en touw

Teancum gooide een speer naar Ammoron. Die raakte hem vlakbij zijn hart. Maar Ammoron maakte zijn dienstknechten wakker voordat hij stierf.

Alma 62:36

Afbeelding

Teancum staat tegenover Lamanitische soldaten met speren

Ammorons dienstknechten achtervolgden Teancum en doodden hem. De andere Nephitische leiders waren erg verdrietig omdat Teancum dood was. Hij had moedig voor de vrijheid van zijn volk gevochten.

Alma 62:36–37

Afbeelding

Nephitische soldaten nemen Lamanitische soldaten gevangen

Hoewel Teancum stierf, hadden de Nephieten de oorlog met zijn hulp gewonnen. Door hem hadden de Lamanieten hun aanvoerder verloren. Moroni vocht de volgende ochtend tegen de Lamanieten en won. De Lamanieten verlieten het land van de Nephieten. De oorlog was voorbij.

Alma 62:37–38

Afbeelding

Opperbevelhebber Moroni geeft mannen aanwijzingen om een dorp te bouwen terwijl gezinnen toekijken

Eindelijk was er vrede. Moroni werkte er hard aan om het land van de Nephieten beter tegen de Lamanieten te beschermen. Toen ging Moroni naar huis om daar in vrede te leven. Profeten onderwezen in het evangelie en leidden de kerk van God. Het volk vertrouwde op de Heer en Hij zegende hen.

Alma 62:39–51