Verhalen uit de Schriften
Abish


‘Abish’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

Alma 17–19

Abish

Haar volk in Jezus helpen geloven

Afbeelding
Abish loopt door een dorp

Abish werkte voor een Lamanitische koningin. Abish had door een visioen van haar vader over Jezus Christus geleerd. Ze geloofde al jaren in Jezus en wilde Hem volgen. Maar ze had dat nog niet aan de rest van de Lamanieten verteld.

Alma 19:16–17

Afbeelding
Abish kijkt naar de koningin, de koning en Ammon

Op een dag kwam een Nephiet die Ammon heette naar het koninkrijk om de Lamanieten over Jezus en God te vertellen. De koningin en koning geloofden in de woorden van Ammon. De koningin en koning wisten dat Jezus naar de aarde zou komen en dat iedereen die in Hem geloofde vergeving kon krijgen.

Alma 17:12–13; 18:33–36, 39–40; 19:9, 13

Afbeelding
Abish ziet iedereen op de grond vallen

De koningin en koning voelden de Heilige Geest en waren zo blij dat ze op de grond vielen. Ammon en de dienstknechten vielen ook. Abish was de enige die bleef staan.

Alma 19:6, 13–16

Afbeelding
Abish praat met veel mensen

Abish wilde het volk over dit wonder vertellen. Ze hoopte dat mensen in de macht van God zouden geloven als ze zagen wat er was gebeurd. Daarom rende Abish van het ene naar het andere huis. Ze zei dat de mensen moesten zien wat God voor de koningin en koning had gedaan.

Alma 19:17

Afbeelding
veel mensen zien de mensen op de grond

Er kwamen veel mensen naar het paleis van de koningin en koning. Ze waren verbaasd, want het leek alsof de koningin, de koning en al hun dienstknechten dood waren.

Alma 19:18

Afbeelding
mensen ruziën

De mensen begrepen niet wat er aan de hand was. Ze maakten ruzie over wat er met de koningin en koning was gebeurd.

Alma 19:19–21

Afbeelding
Abish knielt neer en houdt de hand van de koningin vast

Toen Abish terugkwam, zag ze dat de mensen ruzie maakten. Ze was verdrietig omdat ze de macht van God niet zagen. Toen pakte ze de koningin bij de hand. De koningin stond op en loofde Jezus.

Alma 19:28–29

Afbeelding
de koning en koningin staan naast Abish en Ammon

De koningin pakte haar man bij de hand en hij stond op. De koning vertelde de mensen over Jezus. Toen stonden Ammon en de andere dienstknechten op. Ze zeiden allemaal dat Jezus hen had veranderd. Ze wilden nu alleen nog maar goede dingen doen. Veel mensen geloofden hen.

Alma 19:29–36

Afbeelding
Abish, de koningin en de koning kijken naar iemand die gedoopt wordt

Zoals Abish had gehoopt, zagen mensen de macht van God. Veel mensen geloofden in Jezus en lieten zich dopen. Ze hadden de Geest van God bij zich. Ze stichtten zelfs de kerk in hun land. Ze zagen dat Jezus iedereen helpt die zich bekeert en in Hem gelooft.

Alma 19:17, 31, 35–36