Verhalen uit de Schriften
De Anti-Nephi-Lehieten


‘De Anti-Nephi-Lehieten’, Verhalen uit het Boek van Mormon (2023)

Alma 23–27

De Anti-Nephi-Lehieten

Mensen die ervoor kozen om hun vijanden lief te hebben

Afbeelding
Ammon onderwijst mensen onder een boom

Veel Lamanieten leerden van Ammon en zijn broers over God. Deze Lamanieten waren sterk in hun geloof in de Heer en volgden Gods geboden. Ze wilden een nieuwe naam, dus noemden ze zichzelf Anti-Nephi-Lehieten in plaats van Lamanieten.

Alma 23:3–7, 16–17

Afbeelding
Gezinnen die naar Ammon luisteren

De Anti-Nephi-Lehieten veranderden door hun geloof in God. Ze bekeerden zich van de slechte dingen die ze vroeger deden. Ze wisten dat God van hen hield en hen vergaf.

Alma 24:8–14

Afbeelding
Anti-Nephi-Lehieten gooien wapens in een kuil

De Lamanieten waren boos en bereidden zich voor om de Anti-Nephi-Lehieten aan te vallen. In plaats van te vechten deden de Anti-Nephi-Lehieten God een belofte. Ze zeiden dat ze nooit meer mensen kwaad zouden doen. Ze begroeven hun wapens om te laten zien dat ze het meenden. Ze kozen ervoor om hun vijanden lief te hebben in plaats van hen kwaad te doen of te doden.

Alma 24:1–19; 26:31–34

Afbeelding
Boze Lamaniet met wapen

De Lamanieten die niet in God geloofden, vielen de Anti-Nephi-Lehieten aan.

Alma 24:20

Afbeelding
Twee Anti-Nephi-Lehieten knielen in gebed neer

De Anti-Nephi-Lehieten geloofden dat ze bij God zouden wonen als ze werden gedood. Ze hielden zich aan hun belofte aan God en vochten niet tegen de Lamanieten.

Alma 24:16, 21

Afbeelding
Lamanieten vallen niet meer aan

De Anti-Nephi-Lehieten vochten niet, maar baden. Toen de Lamanieten dat zagen, stopten velen van hen met vechten. Ze hadden er spijt van dat ze mensen hadden gedood. Die Lamanieten kozen er ook voor om nooit meer mensen kwaad te doen. Ze sloten zich bij de Anti-Nephi-Lehieten aan.

Alma 24:21–27; 25:13–16

Afbeelding
Ammon en de Anti-Nephi-Lehieten reizen

Na een tijdje vielen meer mensen aan. Het deed Ammon en zijn broers verdriet om de Anti-Nephi-Lehieten te zien lijden. Ze vroegen de koning om met zijn volk bij de Nephieten te gaan wonen. De koning zei dat ze zouden gaan als de Heer dat wilde. Ammon bad. De Heer zei dat ze moesten gaan en dat Hij ze zou beschermen.

Alma 27:2–15

Afbeelding
De Nephieten begroeten het volk van Anti-Nephi-Lehi

De Nephieten gaven de Anti-Nephi-Lehieten een land waar ze konden wonen en beschermden hen. De Anti-Nephi-Lehieten gaven de Nephieten voedsel. De Anti-Nephi-Lehieten hadden een groot geloof en hadden God lief. Ze waren eerlijk tegen iedereen en kwamen hun belofte om niet te vechten na. Ze waren hun hele leven getrouw.

Alma 27:20–30