Hoofdstuk 41
De tekenen van de geboorte van Christus
Nephi, de zoon van Helaman, gaf de heilige kronieken en Schriften aan zijn oudste zoon, die Nephi heette.
De Nephieten zagen de grote tekenen en wonderen waarvan de profeten hadden gezegd dat dit vóór de geboorte van Jezus Christus zou gebeuren.
Sommige Nephieten zeiden dat het moment waarop Jezus geboren zou worden, al voorbij was. Ze lachten iedereen uit die nog in de profetieën van Samuel de Lamaniet geloofde.
De mensen die in Jezus Christus en de profeten geloofden, waren verdrietig. Ze dachten dat er iets zou gebeuren waardoor de profetieën niet in vervulling zouden gaan.
De mensen keken trouw uit naar een nacht waarop het niet donker werd. Dat was het teken van de geboorte van Jezus Christus.
De mensen die niet in Jezus Christus geloofden, kozen een dag uit waarop ze de gelovigen zouden doden als het teken niet was gegeven.
Nephi was verdrietig omdat de mensen die niet in de Heiland geloofden zo slecht waren.
Nephi bad de hele dag voor de mensen die zouden worden gedood.
De Heer troostte Nephi. Hij zei dat het die nacht niet donker zou worden. Jezus zou de volgende dag in Bethlehem geboren worden.
Die avond ging de zon onder, maar het werd niet donker. Dat was het teken dat Jezus Christus geboren zou worden. De mensen waren verbaasd.
De mensen die de gelovigen hadden willen doden, vielen op de grond. Het leek alsof ze dood waren.
Ze waren bang omdat ze zo slecht waren geweest. Nu wisten ze dat de Heiland geboren zou worden, en dat de profeten gelijk hadden.
Het bleef de hele nacht licht. Toen de zon de volgende ochtend weer opkwam, wisten de mensen dat Jezus Christus die dag geboren zou worden. De profetieën waren in vervulling gegaan.
Er verscheen een nieuwe ster aan de hemel, net zoals de profeten hadden gezegd.
Satan probeerde de mensen zover te brengen dat ze niet geloofden in de tekenen die ze hadden gezien, maar de meeste mensen geloofden wel.
Nephi en andere kerkleiders doopten iedereen die geloofde en zich bekeerde.
In het hele land hoorden mensen het goede nieuws dat de woorden van de profeten in vervulling waren gegaan. Jezus Christus was geboren.