Uitleg bij mensen

Aäron was een zoon van koning Mosiah. Hij ging op zending bij de Lamanieten.

Abinadi was een profeet. Hij probeerde koning Noach te onderwijzen, maar die liet Abinadi verbranden.

Adam was de eerste mens op aarde.

Alma was een priester van koning Noach. Hij geloofde wat Abinadi zei en werd de leider van de kerk.

Alma de jonge was de zoon van Alma. Hij kwam in opstand en probeerde de kerk te vernietigen, maar hij bekeerde zich en begon de mensen het evangelie te leren. Hij werd de leider van de kerk en de eerste opperrechter.

Amalickiah was een slecht mens. Hij wilde koning van de Nephieten worden, maar zou het volk zijn vrijheid afpakken. Toen hij geen koning werd, sloot hij zich bij de Lamanieten aan.

Amlici was een slecht mens. Hij wilde koning van de Nephieten worden. Toen hij geen koning werd, trok hij met zijn volgelingen weg. Ze vielen de Nephieten aan en sloten zich daarna bij de Lamanieten aan.

Amlicieten zijn volgelingen van Amlici. Ze zetten een rood teken op hun voorhoofd en sloten zich bij de Lamanieten aan.

Ammaron was een goed mens. Hij gaf Mormon de kronieken zodat ze veilig zouden zijn.

Lamanieten die door de zonen van Mosiah waren bekeerd. Het volk van Ammon begroef zijn wapens en beloofde God dat ze nooit meer zouden vechten.

Ammon leidde een groep Nephieten uit Zarahemla. Hij ging naar het land Nephi en hielp de Nephieten vluchten.

Ammon was een van de zonen van koning Mosiah. Hij beschermde de kudden van koning Lamoni tegen dieven. Tijdens zijn zending onderwees en bekeerde hij veel Lamanieten.

Amulek was een zendingscollega van Alma de jonge. Ze werden in de gevangenis gezet, maar gebruikten de macht van God om de gevangenismuren te laten instorten.

Amulon was een slechte priester van koning Noach. Hij werd als heerser over het volk van Alma aangesteld. Hij dwong ze om hard te werken, en dreigde iedereen die hij zag bidden te doden.

(zie Ammon, het volk van)

Koning Benjamin was een rechtschapen koning. Hij klom op een toren en vertelde zijn volk over Jezus Christus.

De broer van Jared was een profeet. Hij vroeg aan de Heer om zestien stenen met zijn vinger aan te raken, en ervoor te zorgen dat ze licht gaven. Zo konden de Jaredieten met boten naar het beloofde land reizen.

Corianton was een zoon van Alma de jonge. Hij was geen trouw en rechtschapen zendeling.

Coriantumr was een slechte koning. Hij was de enige overlevende Jarediet.

Enos was een zoon van Jakob. Hij bad de hele dag en nacht. Hij bad voor de Nephieten en de Lamanieten.

Ether was een profeet. Hij waarschuwde de Jaredieten dat ze zich moesten bekeren. Hij schreef op hoe ze werden vernietigd.

Eva was de eerste vrouw op aarde.

Gideon was een rechtschapen Nephiet. Hij verdedigde de kerk toen Nehor leugens begon te verspreiden onder het volk. Hij werd door Nehor gedood.

Hagoth was een Nephiet. Hij bouwde schepen waarmee veel Nephieten naar het noordelijke land reisden.

Helaman was de oudste zoon van Alma de jonge. Hij kreeg de platen en moest de geschiedenis van zijn volk opschrijven. Hij was ook de aanvoerder van de tweeduizend jonge strijders.

Himni was een zoon van koning Mosiah. Hij ging op zending bij de Lamanieten.

Ismaël woonde in Jeruzalem. Hij reisde met het gezin van Lehi naar het beloofde land. Zijn dochters trouwden met de zonen van Lehi.

Jakob was een zoon van Lehi en Sariah. Hij kreeg te maken met Sherem, die zei dat Christus niet bestond.

De Jaredieten waren volgelingen van Jared en zijn broer. Ze vertrokken uit Babel en reisden met boten naar het beloofde land.

Joseph Smith jr. was een profeet in de laatste dagen. Hij vertaalde het Boek van Mormon van de gouden platen.

Jozef was een rechtschapen zoon van Lehi en Sariah. Hij werd in de wildernis geboren.

Deze Nephieten wilden een koning. Ze wilden geen rechters meer. Toen ze geen koning konden hebben, sloten ze zich bij de Lamanieten aan en vielen ze de Nephieten aan.

Korihor was een slecht mens. Hij wilde een teken zien, een bewijs dat God bestaat. God gaf Korihor een teken door zijn stem weg te nemen.

Laban was een slecht mens. Hij woonde in Jeruzalem. Hij wilde de koperen platen niet aan de zonen van Lehi geven.

Laman was de oudste zoon van Lehi en Sariah. Hij was een slecht mens. Hij kwam in opstand tegen God.

Koning Laman was een slechte koning. Hij gaf Zeniff en zijn Nephitische volgelingen twee steden om in te wonen, maar viel ze aan.

De Lamanieten waren afstammelingen of volgelingen van Laman en Lemuel, of mensen die het evangelie verwierpen.

Koning Lamoni was een Lamanitische koning. Hij leerde over het evangelie en werd gelovig. Ammon² beschermde de kudden van de koning tegen dieven.

De vader van koning Lamoni was een Lamanitische koning. Hij leerde meer over het evangelie en werd gelovig. Hij zei dat hij al zijn zonden zou opgeven om meer over God te weten te komen.

Lehi was een profeet. Hij waarschuwde dat Jeruzalem zou worden verwoest. Hij gehoorzaamde God toen Hij zei dat Lehi met zijn gezin de wildernis in moest trekken.

Lehi was een zoon van Helaman. Hij werd met zijn broer, Nephi, in de gevangenis gezet en door vuur omringd.

Lemuel was een slecht mens. Hij was een zoon van Lehi en Sariah.

Koning Limhi was een goed mens. Hij was de zoon van de slechte koning Noach. Koning Limhi en zijn volk waren slaven van de Lamanieten, maar ze konden ontsnappen.

Maria was de moeder van Jezus.

Mormon was de aanvoerder van het Nephitische leger. Hij was een van de laatste Nephitische profeten. Hij stelde het Boek van Mormon samen.

Moroni was de zoon van Mormon. Hij was de laatste Nephitische profeet. Hij verstopte de gouden platen. Later verscheen hij als engel aan Joseph Smith.

Opperbevelhebber Moroni was een goed mens. Hij was de leider van het Nephitische leger. Hij maakte het vrijheidsvaandel en zei dat de mensen voor hun vrijheid moesten vechten.

Koning Mosiah was de laatste koning van de Nephieten. Hij had vier zonen.

Nehor was een slecht mens. Hij zei dat de kerk van God niet waar was. Hij doodde Gideon en werd zelf ter dood gebracht.

Nephi was een goed mens. Hij was een zoon van Lehi en Sariah. Hij haalde de koperen platen bij Laban en bouwde het schip waarmee zijn familie naar het beloofde land reisde.

Nephi was een zoon van Helaman. Hij werd met zijn broer, Lehi, in de gevangenis gezet en door vuur omringd. Nephi vroeg om een hongersnood zodat de mensen zouden leren dat ze zich moesten bekeren.

Nephi was een goed mens. Hij werd door Jezus Christus gekozen om een discipel en een leider van de kerk te zijn.

De Nephieten waren volgelingen van Nephi, of mensen die het evangelie aanvaardden.

Koning Noach was een slecht mens. Hij was koning van de Nephieten. Hij hield van rijkdommen en gaf zijn volk het slechte voorbeeld. Zijn eigen volk verbrandde hem.

Omner was een zoon van koning Mosiah. Hij ging op zending bij de Lamanieten.

Pahoran was de opperrechter van de Nephieten. Hij hielp opperbevelhebber Moroni om de slechte Nephieten te verslaan.

Sam was een goed mens. Hij was een zoon van Lehi en Sariah.

Samuel de Lamaniet was een profeet. Hij vertelde de Nephieten wat de tekenen van de geboorte en dood van Jezus Christus zouden zijn.

Sariah was de vrouw van Lehi.¹

Seantum was de broer en moordenaar van Seëzoram.

Seëzoram was een opperrechter. Hij werd door zijn broer vermoord.

Sherem was een slechte Nephiet. Hij wilde een teken zien, een bewijs dat God bestaat.

Shiz was een slecht mens. Hij was een Jarediet. Hij voerde het leger aan in de strijd tegen Coriantumr. Hij was een van de laatst overlevende Jaredieten.

De tweeduizend jonge strijders behoorden tot het volk van Ammon. Ze vormden een leger dat door Helaman werd aangevoerd. Ze vochten zodat hun ouders, die God hadden beloofd nooit meer te vechten, dat ook niet hoefden te doen.

De vrijen waren Nephieten die vrij wilden zijn om te leven zoals ze wilden en te geloven wat ze wilden. Ze werden geleid door rechters, niet door een koning.

Zeëzrom was advocaat. Hij bood Amulek geld om hem te laten zeggen dat God niet bestaat. Alma de jonge onderwees hem in het evangelie, en hij bekeerde zich.

Zeniff was een goed mens. Hij leidde een groep Nephieten van Zarahemla naar het land Nephi. Daar werden ze slaven van de slechte koning Laman.

Zerahemnah was een Lamanitische leider. Hij vocht tegen de Nephieten en wilde dat ze zijn slaven werden. Hij werd gescalpeerd toen hij tegen het leger van opperbevelhebber Moroni vocht.

De zonen van koning Mosiah heetten Aäron, Ammon,² Himni en Omner. Ze waren dapper en gingen op zending onder de Lamanieten.

Zoram was een dienstknecht van Laban. Hij reisde met het gezin van Lehi naar het beloofde land.

De Zoramieten waren slechte mensen. Ze waren ooit lid van Gods kerk. Ze baden in synagogen en op een verhoging die ze de Rameümptom noemden.