Hoofdstuk 44
Jezus Christus zegent de kinderen
Jezus Christus zei dat de Nephieten hun kinderen bij Hem moesten brengen. De kinderen zaten vlakbij Jezus op de grond.
De Heiland zei dat de mensen moesten knielen. Hij knielde ook en bad tot zijn hemelse Vader.
Het gebed van de Heiland was zo wonderbaarlijk dat niemand het kon opschrijven. Het vervulde de Nephieten met vreugde.
Na zijn gebed zei Jezus dat de Nephieten om hun geloof zouden worden gezegend.
Hij voelde zoveel liefde en blijheid dat hij ervan huilde.
Toen zegende Hij de kinderen, één voor één. Hij bad voor hen tot zijn hemelse Vader, en huilde opnieuw.
Jezus zei dat de Nephieten naar hun kinderen moesten kijken.
De mensen keken toe terwijl engelen uit de hemel neerdaalden en de kinderen omringden. De kinderen en de engelen waren door vuur omgeven.