Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 12: Het goddelijke doel van het huwelijk


Hoofdstuk 12

Het goddelijke doel van het huwelijk

Wat kunnen we doen om het eeuwig huwelijk van de leden te versterken en jonge mensen op het tempelhuwelijk voor te bereiden?

Inleiding

President Harold B. Lee heeft gezegd hoe belangrijk het is dat mensen een tempelhuwelijk sluiten en hun hele leven samenwerken om dat huwelijk te versterken:

‘Het huwelijk is een deelgenootschap. Iemand heeft opgemerkt dat de vrouw in het verslag van de schepping in de Bijbel niet van een deel van het hoofd van de man is gevormd, zodat zij over hem zou kunnen heersen, maar ook niet van de voet van de man, zodat ze door hem vertrapt zou kunnen worden. De vrouw is uit de zijde van de man gevormd, om nadruk te leggen op het feit dat ze zich altijd als partner en collega aan zijn zijde zal bevinden. Aan het altaar wordt u aan elkaar verbonden en vanaf dat moment zult u alle lasten samen moeten dragen. De apostel Paulus heeft met betrekking tot het huwelijk het volgende gezegd: ‘Vormt geen ongelijk span’ (2 Korintiërs 6:14). Hoewel deze raad voornamelijk betrekking heeft op godsdienstige belangen en geestelijke verlangens, mogen we de indruk die zijn uitspraak opwekt niet over het hoofd zien. Net als een span ossen, dat een last over de weg vervoert. Als één os wankelt, lui en traag wordt, of gemeen en koppig, wordt de lading verwoest. Sommige huwelijken stranden om dezelfde redenen, als een van de partners of (allebei) zijn of haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de ander niet nakomt. (…)

‘Maar nog belangrijker dan het gezamenlijke ‘juk’ in aardse zaken, is de gezamenlijke last in geestelijke zaken. (…) Het is zeker dat ieder gezin dat gesticht is met een eeuwig doel, en waar kinderen als ‘een erfdeel des Heren’ (Psalmen 127:3) worden verwelkomd, een veel grotere overlevingskans heeft door de heiligheid die daardoor in het gezin tot stand komt.’1

Leringen van Harold B. Lee

Waarom is het eeuwig huwelijk zo belangrijk voor onze verhoging?

Laten we het eerste huwelijk overwegen dat na de schepping van de aarde werd voltrokken. Adam, de eerste man, was geschapen, net als alle beesten en vogels en alle levende schepselen op aarde. Vervolgens staat er in het verslag: ‘En de Here God zeide: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past.’ Toen de Heer Eva had gevormd, ‘bracht [Hij] haar tot de mens. Toen zeide de mens: Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees; deze zal “mannin” heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn’ (Genesis 2:18, 22–24). (…) Na de voltrekking van dat huwelijk gebood de Heer hen: ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar’ (Genesis 1:28).

Dit was een huwelijk dat de Heer tussen twee onsterfelijken afsloot, want totdat zij zondigden waren zij niet aan de dood onderhevig. Hij maakte van hen een twee-eenheid, niet alleen voor dit aardse leven, maar voor onbepaalde tijd; zij zouden voor eeuwig één zijn. (…) De dood was voor hen geen echtscheiding; het was slechts een tijdelijke scheiding. De opstanding tot onsterfelijkheid betekende voor hen een reünie en een eeuwige band die nooit meer verbroken zou worden. ‘Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden’ (1 Korintiërs 15:22).

Als u zorgvuldig de uitleg van dit eerste huwelijk hebt gevolgd, bent u in staat om de openbaring te begrijpen die in onze tijd met de volgende woorden aan de kerk is gegeven:

‘Indien een man een vrouw huwt door mijn woord, dat mijn wet is, en door het nieuw en eeuwig verbond, en dit op hen is verzegeld door de Heilige Geest der belofte, door hem, die is gezalfd, aan wie Ik deze macht en de sleutels van dit priesterschap heb overgedragen (…), zal het hun in alle dingen in tijd en door alle eeuwigheid geschieden, zoals mijn dienstknecht het op hen heeft bevestigd; en dit zal ten volle van kracht zijn, wanneer zij uit de wereld zijn; en zij zullen de engelen en de goden, die daar zijn geplaatst, voorbijgaan naar hun verhoging en heerlijkheid in alle dingen, zoals op hun hoofd is verzegeld’ (LV 132:19). (…)

Het huwelijk voor tijd en eeuwigheid is het enge en nauwe pad (dat in de Schriften wordt genoemd) ‘dat tot verhoging leidt en tot voortzetting der levens, en weinigen zijn er, die dit vinden’, maar ‘wijd is de poort en breed is de weg, die tot de dood leidt; en velen zijn er, die door deze ingaan’ (LV 132:22, 25). Als Satan en zijn volgelingen u kunnen overhalen om de brede weg van het wereldse huwelijk te nemen die bij de dood eindigt, ontneemt hij u de kans op de hoogste graad van eeuwig geluk door middel van het huwelijk en nakomelingen in de eeuwigheid. Het moet u nu duidelijk zijn waarom de Heer heeft gezegd dat iemand het nieuw en eeuwig verbond van het huwelijk moet sluiten om de hoogste graad in de celestiale heerlijkheid te bereiken. En als hij dat niet doet, kan hij die niet verwerven. (Zie LV 131:1–3.)2

Zij die ervoor zorgen dat ze aan de vereisten voldoen om het nieuw en eeuwig verbond van het huwelijk voor tijd en alle eeuwigheid in de tempel te sluiten, leggen de eerste hoeksteen van het eeuwig gezin in het celestiale koninkrijk dat voor eeuwig zal voortduren. Hun beloning is ‘eeuwig[e] heerlijkheid’ (Abraham 3:26).3

Wat kunnen huwelijkspartners doen om hun tempelhuwelijk te versterken?

Als [jonge mensen] zich vanaf de huwelijksvoltrekking voornemen om hun uiterste best te doen de ander in goede dingen te behagen, en zelfs hun eigen pleziertjes, behoeften en verlangens opofferen, zal het probleem van aanpassing in het huwelijk vanzelf worden opgelost, en werken ze thuis aan een gelukkig gezin. Uit grote offers komt veel liefde voort, en het gezin waar de beginselen van offerbereidheid voor het welzijn van de ander dagelijks tot uitdrukking komen is het gezin waar veel liefde heerst.4

Er zal meer vreugde en verlangen zijn dan ooit tevoren, want vergeet niet dat liefde op offerbereidheid is gebaseerd en dat een dagelijkse vastbeslotenheid om elkaar in goede dingen te behagen een stevige fundering voor een gelukkig gezin is. De zorg voor elkaars welzijn moet wederzijds zijn en niet eenzijdig of zelfzuchtig. Man en vrouw moeten de verantwoordelijkheid op zich nemen en zich verplichten om elkaar te onderrichten. Twee zaken die tegenwoordig de veiligheid van het hedendaagse gezin bedreigen is het feit dat jonge echtgenoten nooit de verplichting hebben gevoeld om een gezin te onderhouden, en dat jonge echtgenotes de verantwoordelijkheid ontwijken om zich te concentreren op het grootbrengen van kinderen en het creëren van een huiselijke sfeer.5

Het huwelijk is de grootste vreugde, maar gaat ook gepaard met de zwaarste verantwoordelijkheid die in dit leven op de schouders van man en vrouw kunnen rusten. De goddelijke impuls in iedere man en vrouw die door omgang met het andere geslacht wordt opgewekt, is door onze Schepper gegeven als heilige impuls met een heilig doel – niet als biologische prikkel of als vleselijke lust in willekeurige seksuele relaties, maar als uitdrukking van ware liefde in het heilig huwelijk.6

Ik heb vele malen tegen jonge echtparen aan het altaar gezegd: Laat de tedere intimiteiten van het huwelijk nooit onbeteugeld worden. Laat jullie gedachten stralen als het zonlicht. Als jullie de sfeer van romantiek in jullie huwelijk in leven willen houden, laat jullie woorden dan heilzaam zijn en jullie omgang inspirerend en opbouwend.7

Soms, als we voor de kerk op reis zijn, worden we benaderd door huwelijkspartners die vragen of het niet beter is om uit elkaar te gaan en geschiktere partners te zoeken, omdat ze – ondanks hun tempelhuwelijk – niet voldoende bij elkaar passen. Tegen al die mensen zeggen we dat als een in de tempel verzegeld echtpaar elkaar beu wordt, dat een bewijs is dat een of beide partners zich niet aan de tempelverbonden houdt. Ieder in de tempel verzegeld echtpaar dat trouw is aan de gesloten verbonden, zal dichter tot elkaar groeien. Hun liefde zal op hun gouden bruiloft een diepere betekenis hebben dan op de dag dat ze in het huis van de Heer verzegeld werden. Laat daar geen twijfel over bestaan.8

Tegen hen die met een liefdevol hart aan het altaar plaatsnemen, kunnen we met recht zeggen dat als ze trouw blijven aan de tempelverbonden die ze in de tempel sluiten, ze vijftig jaar later het volgende tegen elkaar kunnen zeggen: ‘Toen we pas getrouwd waren wisten we niet wat ware liefde was, omdat we nu een veel hogere dunk van elkaar hebben!’ En dat zal het geval zijn als ze de raad van hun leiders volgen en gehoorzaam zijn aan de heilige instructies die ze tijdens de ceremonie in de tempel hebben ontvangen. Dan zullen ze elkaar volmaakter liefhebben, tot een volheid van liefde in de tegenwoordigheid van de Heer.9

Fouten, tekortkomingen en de oppervlakkigheid van lichamelijke aantrekkingskracht zijn niets vergeleken met de echtheid van een goed karakter, dat volhardt en in de loop der jaren steeds mooier wordt. Ook u kunt, lang nadat de bloei van de jeugd is vervaagd, in de bekoring van uw gelukkige gezin leven. Maar dan dient u wel de kwaliteit van de ruwe diamant in elkaar te vinden, die door succes en mislukking, tegenspoed en geluk, geslepen moet worden, om de glans en de schittering voort te brengen die zelfs in de donkerste nacht te zien zal zijn.10

Wat voor raad krijgen de mensen die nu geen eeuwig huwelijk hebben?

Sommigen van u hebben nu geen partner thuis. Sommigen van u zijn weduwe of weduwnaar, of misschien hebt u nog geen partner gevonden. Onder u bevindt zich een aantal van de edelste leden van de kerk – getrouwe, moedige leden die ernaar streven om de geboden van de Heer te onderhouden, het koninkrijk op aarde op te bouwen en hun naasten te dienen.

Het leven heeft zoveel te bieden. Put kracht uit het overwinnen van uw moeilijkheden. Er zijn zoveel manieren om voldoening te vinden, door dierbaren te helpen en onze taken op ons werk en thuis te verrichten. De kerk biedt zoveel mogelijkheden om zielen, te beginnen met onze eigen, de vreugde van het eeuwige leven te helpen vinden.

Laat u niet door zelfmedelijden of wanhoop van de juiste koers afbrengen. Vestig uw aandacht op het helpen van anderen. Voor u betekenen de woorden van de Meester iets bijzonders: ‘Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om mijnentwil, zal het vinden’ (Matteüs 10:39).11

De Heer oordeelt ons niet alleen naar onze daden maar ook naar de verlangens van ons hart. (…) Daarom zullen [vrouwen] die geen kans hebben gehad om te trouwen of kinderen te krijgen – die in hun hart zeggen dat ze alles hadden gedaan en gegeven als ze de kans hadden gehad – door de Heer worden gezegend alsof ze dat allemaal tot stand hebben gebracht; en in de komende wereld zullen zij genoegdoening ontvangen voor hun verlangen naar die rechtschapen zegeningen die ze buiten hun schuld om niet hebben ontvangen.12

Zusters, als u wilt dat uw man actief in de kerk is, en zou willen dat hij hier aanwezig was, in plaats van de verbittering in zijn hart, en u afvraagt wat er gedaan kan worden(…) zodat u eens met hem in de tempel van God kunt zijn. En broeders die willen dat ze daar met hun vrouw kunnen zijn. Wij zeggen tot u dat als u getrouw bent, als u van uw man of vrouw houdt, en iedere avond, ochtend, dag en nacht voor hem of haar bidt, u als lid van de kerk door de macht van de Heilige Geest de kracht zult krijgen waar u als gedoopt en getrouw lid recht op hebt. Door het gebruik van die kracht kunt u in staat worden gesteld om de tegenstand van uw huwelijkspartner te doorbreken en hem of haar dichter tot het geloof te brengen.13

Sommigen van u beslissen misschien om met iemand te trouwen die geen lid van de kerk is, in de hoop dat die persoon wel tot bekering zal komen. Uw kansen op geluk in het huwelijk zijn veel groter als die bekering voor het huwelijk plaatsvindt.14

Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat jonge mensen de zegeningen van het tempelhuwelijk begrijpen en zich daarop voorbereiden?

De effectiviteit van het mormoonse gezin rust uiteraard op de wijze waarop het huwelijk is gesloten. Een huwelijk alleen voor dit leven zal natuurlijk voornamelijk op wereldse zaken zijn gericht. Het perspectief en de fundering van een eeuwig huwelijk zijn geheel anders. (…)

(…) Uiteraard beseffen we dat we de gezochte zegeningen niet ontvangen als we zonder de juiste voorbereiding naar de tempel gaan. Het eeuwig huwelijk rust op volwassenheid en toewijding waardoor – met de begiftiging en de verordeningen – de poorten van de hemel kunnen worden geopend om zegeningen over ons uit te storten.

(…) Het tempelhuwelijk is meer dan een ceremonie; het is een hele gerichtheid op het leven, het huwelijk en het gezin. Het is het hoogtepunt van de opbouw van onze houding ten opzichte van de kerk, kuisheid en onze persoonlijke relatie met God – en vele andere zaken. Daarom is alleen het prediken van het tempelhuwelijk niet voldoende. De gezinsavond, het seminarie, het instituut en de hulporganisaties moeten naar dat doel streven – niet alleen door vermaning – maar door te laten zien dat we aan de hand van de overtuigingen en opvattingen ten opzichte van het tempelhuwelijk het soort leven hier en in de eeuwigheid kunnen leiden waar de meeste mensen naar verlangen. Als we dat op de juiste wijze doen, kunnen we het verschil laten zien tussen ‘heilig en niet heilig’ [zie Ezechiël 44:23] zodat de krachtige, natuurlijke instincten van het moederschap doorslaggevend zullen zijn als een jonge vrouw twijfelt tussen die heilige instincten en de zucht naar genot. Met oprechte oordeelskracht en gezamenlijke inspanning kunnen we de jongeman laten zien dat de weg van de wereld – hoe die ook wordt geïdealiseerd en hoe prettig de casanova’s ook overkomen – de weg van verdriet is; het is de weg die uiteindelijk die diepe, innerlijke verlangens naar huis en haard en de vreugde van het vaderschap in de weg staat.15

Hoewel niet alle problemen van het leven door het tempelhuwelijk worden opgelost, wordt het voor iedereen die het sluit wel een veilige haven en een anker voor de ziel als de stormen hevig woeden. (…)

Al bijna twintig jaar lang breng ik bijna ieder weekeinde door in een aantal van de meest succesvolle gezinnen in de kerk. Daarentegen kan ik ook bijna wekelijks een blik werpen in een aantal van de ongelukkige gezinnen. Aan de hand van deze ervaringen heb ik voor mijzelf een aantal duidelijke conclusies getrokken: Ten eerste, in de gelukkigste gezinnen zijn de ouders in de tempel getrouwd. Ten tweede, een tempelhuwelijk is het meest succesvol als zowel man en vrouw de heilige verordeningen in de tempel rein en zuiver van lichaam, verstand en hart hebben gesloten. Ten derde, een tempelhuwelijk is het heiligst als beide partners op de juiste wijze zijn onderricht in het doel van de heilige begiftiging en in de verplichting van man en vrouw om in overeenstemming met de instructies te leven die in de tempel zijn ontvangen. Ten vierde, ouders die hun tempelverbonden te licht hebben opgevat, kunnen door hun slechte voorbeeld niets beters van hun kinderen verwachten.

In deze tijd hebben de modeverschijnselen, het bedrog, het uiterlijke vertoon en de schijn van de wereld de heilige beginselen van het gezin, het huwelijk en zelfs de huwelijksvoltrekking ernstig vervormd. Gezegend is de wijze moeder die haar dochter een plaatje schildert van de heilige huwelijksvoltrekking in een prachtige, hemelse verzegelkamer, waar – ver weg van de wereld en in de tegenwoordigheid van ouders en familieleden – een prachtige, jonge bruid en bruidegom aan het heilige altaar elkaar de hand geven. Ik dank God voor die moeder, die haar dochter laat zien dat hier, het dichtst bij de hemel, van hart tot hart wordt gecommuniceerd, in gemeenschappelijke liefde, waardoor een eenheid ontstaat die de vernietigende werking van moeilijkheden, hartzeer of teleurstellingen kan weerstaan en die de grootste stimulans is om de hoogste doelen in het leven te bereiken!16

Ik hoop dat de mormoonse gezinnen gezegend zullen worden en zich hier gelukkig zullen voelen, en de fundering zullen leggen voor de verhoging in het celestiale koninkrijk.17

Suggesties voor zelfstudie en discussie

  • Hoe kunnen echtparen ervoor zorgen dat hun eeuwig huwelijksverbond een belangrijk onderdeel van hun dagelijks leven blijft? Wat voor invloed behoort het eeuwig huwelijk te hebben op de manier waarop de huwelijkspartners elkaar en de kinderen behandelen?

  • Hoe kunnen we onze kinderen het belang van het eeuwig huwelijk bijbrengen?

  • Waarom is ‘liefde op offerbereidheid (…) gebaseerd’? Hoe wordt het huwelijk door onbaatzuchtigheid versterkt?

  • Hoe kunnen mensen waarvan de huwelijkspartner geen lid van de kerk is hun huwelijk versterken? Hoe kunnen de mensen die momenteel niet gehuwd zijn hun leven vervullen met uitdrukkingen van goddelijke liefde en opoffering?

  • Wat betekent het om ‘de gezamenlijke last’ in het huwelijk te dragen?

  • Hoe kunnen huwelijkspartners ‘elkaar volmaakter liefhebben, tot een volheid van liefde in de tegenwoordigheid van de Heer’?

Noten

  1. Decisions for Successful Living (1973), blz. 174–175.

  2. Decisions for Successful Living, blz. 125–127.

  3. The Teachings of Harold B. Lee, onder redactie van Clyde J. Williams (1996), blz. 169.

  4. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 239–240.

  5. Ye Are the Light of the World (1974), blz. 339.

  6. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 236.

  7. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 254.

  8. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 249.

  9. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 243.

  10. Decisions for Successful Living, blz. 177–178.

  11. Decisions for Successful Living, blz. 249.

  12. Ye Are the Light of the World, blz. 291–292.

  13. Toespraak tijdens een conferentie van de ring Virginia, 30 juni 1957, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

  14. Decisions for Successful Living, blz. 129.

  15. ‘Special Challenges Facing the Church in Our Time’, instructiebijeenkomst voor regionaal vertegenwoordigers, 3 oktober 1968, blz. 13–14.

  16. ‘My Daughter Prepares for Marriage’, Relief Society Magazine, juni 1955, 349–351.

  17. Conference Report, oktober 1948, blz. 56.