Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 19: De tijd nemen om geheiligd te worden


Hoofdstuk 19

De tijd nemen om geheiligd te worden

Hoe kunnen we onszelf iedere dag geestelijk voeden?

Inleiding

President Harold B. Lee sprak vaak over het belang van geestelijke voeding. Hij zei dat ons lichaam vergeleken kan worden met een vesting die voordurend bevoorraad moet worden om tijdens de aanvallen van de vijand stand te houden.

‘De vijanden van onze menselijke “vesting” zijn zowel lichamelijk als geestelijk’, heeft hij uitgelegd. Zij kunnen ‘onverwachts verdriet, een schande in de familie, financiële problemen, [trouweloosheid] van een zogenaamde vriend, of een verborgen zonde tegen de wetten van God’ omvatten. Als iets dergelijks in ons leven gebeurt, hebben we ‘een aanvullende voorraad geestelijke kracht nodig. (…) Als u niet meer naar de kerk gaat en uw geloof in God wankelt, als u niet door studie de weg van vergeving hebt begrepen, of als u niet door middel van gebed de geruststelling hebt gevoeld van de toekomstige beloning voor offers en pijn hebt begrepen, dan hebt u de geestelijke toevoerlijnen verbroken en wordt de kracht van uw ziel ondermijnd. (…) Uw vesting is dan overgeleverd aan de legers van Satan. Dan bent u te vergelijken met de man die zijn huis op het zand bouwde, en als de stormen komen, zal zijn val groot zijn. [Zie Matteüs 7:24–27.]

‘En ik smeek u (…) om iedere dag zo te leven dat u uit de bron van licht voldoende kracht en voeding voor uw dagelijkse behoeften zult ontvangen. Neem de tijd om iedere dag geheiligd te worden.’1

Leringen van Harold B. Lee

Hoe kunnen we onszelf geestelijk voeden?

In u allen vertoeft een geest die een exacte pendant van uw lichaam is. Om uw lichaam gezond en sterk te houden, eet en drinkt u geregeld. Iedere cel in ons lichaam is op ons zenuwstelsel aangesloten om de belangrijke levensprocessen in stand te houden. Als deze verbindingen niet verzorgd worden of als ze niet de nodige voeding krijgen, zijn verval, stremming, ziekte en uiteindelijk de dood het gevolg.

Uw geestelijk lichaam heeft ook geregeld verzorging nodig om de kracht en de gezondheid ervan te waarborgen. Aards voedsel is daar niet geschikt voor. Voedsel om onze geestelijke behoeften te bevredigen, is uit geestelijke bronnen afkomstig. Beginselen van eeuwige waarheid, zoals die in het evangelie te vinden zijn, en de juiste oefening door aan geestelijke activiteiten deel te nemen, zijn belangrijk voor de vervulling van ons geestelijk welzijn. De belangrijke ontwikkeling van de geest wordt alleen in stand gehouden door verstandige omgang met geestelijke bronnen van waarheid. Geestelijke ziekte en dood, die de verwijdering van de bron van geestelijk licht inhouden, zijn het gevolg als wij onze verbinding verbreken met het geestelijk zenuwcentrum, de Kerk van Jezus Christus.2

We ontwikkelen onze geest door oefening. (…) Als we ons volledig willen ontwikkelen, moeten we onze geest met dezelfde zorgvuldigheid trainen als ons lichaam. We moeten onze geest dagelijks oefenen, door gebed, door goede werken en door met anderen te delen. We moeten onze geest voeden door dagelijks de Schriften te bestuderen, door [gezinsavond] te houden, door naar de kerk te gaan en door aan het avondmaal deel te nemen. We moeten schadelijke stoffen vermijden die we ontvangen als we de geboden van God overtreden. Ze zijn als gif voor ons geestelijk lichaam. (…)

Ons algemeen geestelijk onderzoek vindt plaats als we oog in oog met de geestelijke artsen van God staan – tijdens gesprekken met onze bisschop, ringpresident en zo nu en dan een algemeen autoriteit, die altijd plaatsvinden om ons te helpen bij onze voorbereiding op geestelijke vooruitgang. Als gevolg van deze gesprekken moeten er soms grote operaties aan onze geest worden verricht.3

Alles wat niet in overeenstemming is met de wil van God, is gif voor ons geestelijk leven en moet worden vermeden, net zoals we giftige stoffen in ons medicijnkastje vermijden.4

De rechtschapen mens streeft naar zelfverbetering, in de wetenschap dat hij zich dagelijks moet bekeren van zijn wandaden en zijn onachtzaamheid. Hij is meer geïnteresseerd in wat hij anderen kan geven dan wat hij kan krijgen, want hij weet dat dat de enige manier is om waar geluk te vinden. Hij probeert van iedere dag een meesterwerk te maken, zodat hij ‘s avonds in zijn ziel en ten opzichte van God kan getuigen dat hij die dag alles zo goed mogelijk heeft gedaan.5

Hoe wordt onze geest door het heiligen van de sabbat gevoed?

De zondag is meer dan een rustdag van onze wekelijkse bezigheden. Het is geen dag om in luiheid door te brengen of om allerlei lichamelijke activiteiten te ontplooien. Het is een feestdag voor onze geest. Dat geestelijke feest vindt in de kerk plaats. Daar gaat u om met mensen die net als uzelf op zoek zijn naar geestelijk voedsel. U zingt, bidt en betoont de Allerhoogste uw toewijding. Ook neemt u aan het heilig avondmaal deel als herinnering aan de verplichtingen die u als zoon of dochter van God in de sterfelijkheid hebt, als herinnering aan de verzoening van de Heiland en om uw trouw ten opzichte van zijn naam opnieuw te beloven. (…)

Thuis of in de kerk moeten uw gedachten en uw gedrag in overeenstemming zijn met de geest en het doel van de sabbat. Gelegenheden voor amusement en recreatie, die op de juiste momenten nuttig kunnen zijn, zijn niet bevorderlijk voor onze geestelijke groei en daardoor worden we niet ‘onbesmet van de wereld’ bewaard, maar wordt ons de ‘volheid der aarde’ ontzegd, die beloofd is aan hen die de sabbat heiligen. [Zie LV 59:9, 16.] Als u de sabbat geregeld ontheiligt, verliest u een ziel vol vreugde, en krijgt u een vingerhoedje vol plezier. Dan geeft u te veel aandacht aan uw lichamelijke verlangens, ten koste van uw geestelijke gezondheid. De sabbatschender vertoont de eerste tekens van zijn verzwakte geloof door zijn dagelijkse gezinsgebeden te veronachtzamen, door vitterij en door geen tiende en andere gaven te betalen. Iemand die door geestelijke hongersnood in duisternis verkeert, begint ook twijfel en angst te ontwikkelen, waardoor hij niet meer in staat is om geestelijk onderricht te ontvangen of in rechtschapenheid vooruitgang te maken. Dit zijn de tekenen van geestelijk verval en geestelijke ziekte. Genezing kan uitsluitend met behulp van het juiste geestelijke voedsel plaatsvinden.

We hopen dat we naast de eerbiedige activiteiten op de dag van de Heer ook de huishoudelijke karweitjes tot een minimum zullen beperken, en dat we buitenshuis alleen de hoogstnodige klusjes zullen opknappen. Lees op deze dag de Schriften en andere goede boeken met een gebed in uw hart. Als u vervuld bent met de vreugde van de sabbat kunt u een brief schrijven aan iemand die u liefhebt, een vriend of iemand anders die geestelijke kracht nodig heeft. Zorg ervoor dat er bij u thuis mooie muziek wordt gezongen of gespeeld, in overeenstemming met de geest van die dag. Kom ‘s avonds als gezin of met vrienden bij elkaar om over de kostbare waarheden van het evangelie te praten en om de dag met een gebed af te sluiten. Ik heb uit ervaring geleerd dat de influistering van het geweten de veiligste aanwijzing voor trouwe leden is om te bepalen wat niet in overeenstemming met de geest van de sabbat is.

(…) Maar veronderstel niet dat strikte gehoorzaamheid aan de wet van de sabbat alleen voldoende is om uw geest in goede gezondheid te houden. Iedere dag van de week moet onze geest gevoed worden. Persoonlijke en gezinsgebeden, de Schriften bestuderen, liefde thuis en onzelfzuchtig dienstbetoon zijn manna uit de hemel om onze ziel te voeden. De wekelijkse gezinsavond is ook een goed hulpmiddel om thuis rechtschapenheid te bevorderen. (…)

En daarom smeek ik u om uw geestelijke lichaam niet van die belangrijke kracht te beroven door de sabbat te schenden, maar om iedere dag zo te leven dat u uit de bron van licht voldoende voeding en kracht voor uw dagelijkse behoeften zult ontvangen.6

Hoe worden we door de vasten en het betalen van vastengaven geestelijk gesterkt?

Ik heb mezelf de volgende vraag gesteld: ‘Wat is de wet van vasten?’ President Joseph F. Smith heeft die vraag met de volgende, en volgens mijn uitstekende, woorden beantwoord:

‘Het is daarom de plicht van iedere heilige der laatste dagen om op de vastendag het voedsel dat hij of zijn gezin op die dag genuttigd zou hebben aan de bisschop te geven, opdat het aan de armen gegeven kan worden, hun tot welzijn en zegen; in plaats van voedsel kan de tegenwaarde aan geld gegeven worden of, als de betrokken persoon voldoende geld heeft, een royale gave, die dan voor de armen gereserveerd kan worden.’ [Gospel Doctrine, 5e editie (1939), blz. 243.]

En toen vroeg ik mezelf af: ‘Welke zegeningen belooft de Heer ons als wij vasten en vastengave betalen?’ President [Heber J.] Grant heeft me de volgende antwoorden gegeven, die ook zijn opgetekend: ten eerste, de financiële zegen en vervolgens de geestelijke. Hij heeft het volgende over de financiële zegen gezegd:

‘Ik wil u graag beloven dat als de heiligen der laatste dagen vanaf nu eerlijk en plichtsgetrouw maandelijks vasten en het geld dat ze uitsparen van de twee maaltijden die ze overslaan aan hun bisschop geven (…) we voldoende geld zullen hebben om voor de armen en werklozen te zorgen.’ [Gospel Standards, onder redactie van G. Homer Durham (1941), blz. 123.]

Over de geestelijke zegeningen heeft hij het volgende gezegd:

‘Iedere heilige der laatste dagen die twee maaltijden per maand vast, zal geestelijk gezegend worden en in het geloof van het evangelie van de Heer Jezus Christus worden opgebouwd – een prachtige geestelijke zegen.’ [Gospel Standards, blz. 123.]

Toen ik dat las, moest ik denken aan de woorden van de profeet Jesaja, over de zegeningen die gegeven worden aan de mensen die vasten en voedsel aan de hongerigen geven. (…) Hier staan vier prachtige, geestelijke beloften van de Heer voor de mensen die vasten en voedsel aan de hongerigen geven. De eerste belofte luidt:

‘Dan zal uw licht doorbreken als de dageraad en uw wond zich spoedig sluiten; uw heil zal voor u uit gaan, de heerlijkheid des Heren zal uw achterhoede zijn.’

Vervolgens belooft de Heer:

‘Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; als gij om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik.’

En opnieuw belooft de Heer:

‘Wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag.’

En uiteindelijk belooft Hij:

‘En de Here zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt’ [Jesaja 58:8–11].

Die zegeningen, vertaald in de gebeurtenissen en problemen van het leven, komen duidelijk tot uitdrukking in het voorval dat een van onze zendingspresidenten een aantal jaren geleden aan de algemene autoriteiten vertelde. Terwijl we in de spannende oorlogstijd leefden, vertelde een vader het volgende:

Het was vastendag. Hij was die ochtend vroeg opgestaan, het noodzakelijke werk op de boerderij was gedaan en hij zat nu een aantal minuten in het veld voordat hij naar de priesterschapsvergadering zou gaan. (…)

Toen hij die ochtend door het veld liep, dacht hij niet in het bijzonder aan zijn twee zoons die aan het front waren, maar plotseling stond hij stil. Hij kreeg het afschuwelijke gevoel dat er iets ernstigs met een van zijn zoons aan de hand was. Hij draaide zich om en ging terug naar huis. Hij zei: ‘Ik liep niet gewoon, ik rende, en ik riep iedereen in de voorkamer bijeen en zei: “Ik wil dat niemand vandaag iets eet, ik wil dat jullie vasten, en ik wil dat jullie bidden. Ik wil dat jullie met mij in gebed neerknielen, omdat ik het gevoel heb dat er iets aan de hand is met onze zoon in de oorlog.”’

Ze zaten allemaal bij elkaar en spraken een ochtendgebed uit. Ze gingen vasten en bleven vasten tot de volgende dag. Tien dagen van ongerustheid gingen voorbij, en toen kwam er, via het Rode Kruis, bericht dat hun zoon die o chtend (en toen zij het tijdsverschil berekenden, precies op het moment dat zijn vader dat gevoel kreeg) met zijn kameraad op een landmijn was gestapt. Zijn kameraad was letterlijk aan stukken gereten en deze jongen was ernstig gewond geraakt en had op sterven gelegen.

Vasten en bidden – ‘Als gij dan roept, zal de Here antwoorden; als gij om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik.’7

Hoe kunnen we door overpeinzing dichter bij de Heer komen?

President [David O.] McKay heeft gezegd: ‘We nemen niet genoeg tijd om te mediteren.’ Ik sta ‘s morgens vroeg op (…), om vijf uur, als mijn verstand en mijn geest helder en uitgerust zijn. Dan mediteer ik. Als u leert mediteren, kunt u dichter bij de Heer komen dan u zich kunt voorstellen. Laat uw geest door de Geest onderricht worden.8

De Twaalf zullen de aanmoediging van president David O. McKay op een ochtend in onze raadsvergadering niet snel vergeten, toen hij met nadruk vertelde hoe belangrijk het is om te mediteren als we geestelijk ingesteld willen zijn. (…) ‘Het is heel belangrijk om open te staan voor de influisteringen van de Geest, en we weten dat die influisteringen een gave en een voorrecht zijn. We ontvangen ze als wij ontspannen zijn en niet onder druk van afspraken staan.’

De president vertelde toen over een ervaring in het leven van bisschop John Wells, voormalig lid van de Presiderende Bisschap. Een zoon van bisschop Wells was in Emigration Canyon op de treinrails omgekomen. (…) Hij was door een vrachttrein overreden. Zuster Wells was ontroostbaar. Ze rouwde tijdens de drie dagen vóór de begrafenis, voelde zich tijdens de begrafenis niet getroost en verkeerde in een nogal ernstige gemoedstoestand. Toen ze een aantal dagen na de begrafenis verdrietig op bed lag te rusten, verscheen haar zoon volgens haar en zei: ‘Ma, wees niet zo verdrietig. Huil niet. Het gaat goed met me.’ Hij zei tegen haar dat zij niet begreep hoe het ongeluk gebeurd was. Hij legde uit dat hij de machinist het teken had gegeven om te gaan rijden en toen zoals gewoonlijk op de rijdende vrachttrein wilde springen. Maar toen hij dat probeerde, struikelde hij over een wortel, en kon hij de reling niet vastpakken, waardoor hij onder de trein viel. Het was duidelijk een ongeluk. Hij zei dat hij had geprobeerd om zijn vader te bereiken zodra hij besefte dat hij zich in een andere omgeving bevond. Maar hij had hem niet kunnen bereiken. Zijn vader was zo druk met zijn werk op kantoor dat hij niet op zijn oproep kon reageren; daarom had hij nu contact met zijn moeder gezocht. Hij zei tegen haar: ‘Zeg tegen pa dat het goed met me gaat. Ik wil dat jullie niet meer rouwen.’

Toen zei president McKay dat wij, als we ontspannen zijn en alleen, ontvankelijker voor dergelijke zaken zijn; dat hij vroeg in de ochtend zijn beste gedachten krijgt, als hij ontspannen is en over zijn taken van die dag nadenkt. Dan ontvangt hij indrukken die zo duidelijk zijn als een stem, en ze zijn juist. Als we ons ergens zorgen over maken of als onze gevoelens verstoord zijn, kunnen we geen inspiratie ontvangen. Als we zo leven dat ons verstand vrij is van zorgen, ons geweten zuiver is en onze gevoelens ten opzichte van elkaar oprecht zijn, zal de indruk van de Geest van de Heer op onze geest zo echt zijn alsof we de telefoon opnemen. Maar als we influisteringen ontvangen, moeten we wel de moed hebben om ze in praktijk te brengen. (…)

Laten we dat onthouden – en het doen. Laten we de tijd nemen om te mediteren. Als we problemen hebben, kan de oplossing vaak door middel van de Geest worden gevonden.9

Zorg ervoor dat u het niet te druk hebt om te mediteren. Neem de tijd. Het belangrijkste getuigenis ontvangen we niet met onze ogen, maar door een innerlijke bevestiging. Christus is dichterbij dan wij denken. ‘Ik ben in uw midden, maar gij kunt Mij niet zien. De Heilige Geest geeft een betrouwbaar getuigenis. Mijn ogen zijn op u gericht. De dag zal komen dat u zult weten dat Ik ben.’ [Zie LV 38:7–8].10

Suggesties voor zelfstudie en discussie

  • Waarom moeten we de tijd nemen om onszelf geestelijk te voeden? Wat kunnen we iedere dag doen om onze geest te ontwikkelen?

  • Waardoor kunnen de inspanningen om onze geest te voeden worden belemmerd?

  • Hoe kunnen we thuis de geest van ieder gezinslid voeden?

  • In welke opzichten bent u door het heiligen van de sabbat geestelijk gegroeid? Door welke activiteiten kunt u er op de sabbat voor zorgen dat u thuis de hele dag een geest van aanbidding behoudt? Waarom ‘verliest u een ziel vol vreugde, en krijgt u een vingerhoedje vol plezier’ als u de sabbat niet heiligt?

  • Wat voor zegeningen krijgen mensen die vasten? (Zie Jesaja 58:8–11.) Hoe hebt u deze zegeningen in vervulling zien gaan?

  • Waarom is het volgens het verhaal van bisschop John Wells zo belangrijk om rustig over geestelijke zaken te mediteren? Hoe heeft u meditatie over geestelijke zaken met uw dagelijks leven verweven?

Noten

  1. Decisions for Successful Living (1973), blz. 149-150.

  2. Decisions for Successful Living, blz. 145

  3. ‘Learning the Gospel by Living It’, toespraak tijdens de 52ste jeugdwerkconferentie, 3 april 1958, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 5–7.

  4. The Teachings of Harold B. Lee, onder redactie van Clyde J. Williams (1996), blz. 264.

  5. Stand Ye in Holy Places (1974), blz. 333.

  6. Decisions for Successful Living, blz. 146–150.

  7. ‘Fast Offerings and the Welfare Plan’, Relief Society Magazine, december 1952, blz. 799–801.

  8. The Teachings of Harold B. Lee, blz. 130.

  9. ‘With Love Unfeigned’, toespraak tijdens een instructiebijeenkomst voor regionaal vertegenwoordigers, 3 april 1969, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 5–6.

  10. Toespraak tijdens een bijeenkomst voor tempelwerkers van de Provotempel, 9 juli 1972, afdeling kerkgeschiedenis, onderafdeling kerkelijke archieven, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, blz. 10.